-
1 a man of high principle
-
2 principle
n. principe; regel[ prinsipl]3 principe ⇒ (morele) stelregel, beginsel♦voorbeelden:the principle of relativity • de relativiteitstheoriein principle • in principeon principle • principieel -
3 set
adj. vast; strak; klaar--------n. set; toestel; groep; houding; serie; bergplaats; plaats waar gefilmd wordt; kant; het hard worden--------v. zetten; vaststellen; neerzetten; veroorzaken; klaarmaken; vast worden; richtenset1[ set]1 stel ⇒ span, servies, set 〈pannen enz.〉; reeks 〈 gebouwen, vertrekken, postzegels〉; serie, suite; set 〈 van liedjes〉2 kring ⇒ gezelschap, groep, kliek4 stek ⇒ loot, jonge plant♦voorbeelden:the smart set • de chic♦voorbeelden:2 the set of public opinion is against tolerance • er is een neiging bij het publiek tegen tolerantie————————set21 vast ⇒ bepaald, vastgesteld; stereotiep, routine-, onveranderlijk♦voorbeelden:1 set formula • stereotiepe/vaste formuleset hours of work • vaste werkurenset phrase • stereotiepe uitdrukkingset price/time • vast(e) prijs/tijdstipset purpose • vast vooropgesteld doelset smile • strakke glimlachset in one's ways • met vaste gewoonten4 ready, set, go • aan de lijn, klaar, start〈 sport〉 (get) set! • klaar!〈 informeel〉 be all set for something/to do something • (helemaal) klaar zijn voor iets/om iets te doenset piece • groot vuurwerk op stellage; doorwrocht(e) stuk/compositie 〈 in kunst en literatuur〉; 〈 toneel〉 zetstuk; zorgvuldig vooraf geplande militaire operatie • 〈Brits-Engels; sport〉 spelhervatting 〈 hoekschop, vrije schop〉set square • tekendriehoekset teeth • op elkaar geklemde tanden♦voorbeelden:1 set dinner • dagschotel, dagmenu♦voorbeelden:her mind is set on pleasure • ze wil alleen plezier makenhe's very set (up)on becoming an actor • hij wil absoluut acteur worden————————set31 vast worden ⇒ stijf/hard worden 〈 van cement, gelei〉; verharden, stollen, een vaste vorm aannemen; bestendig worden 〈 van weer〉3 afnemen ⇒ verminderen, achteruitgaan♦voorbeelden:→ set about set about/, set forth set forth/, set in set in/, set off set off/, set on set on/, set out set out/, set to set to/, set up set up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zetten ⇒ plaatsen, stellen, leggen, doen zitten3 opleggen ⇒ opdragen, opgeven 〈 taak〉; geven 〈 voorbeeld〉; stellen 〈 voorbeeld, probleem〉; opstellen, (samen)stellen 〈vragen e.d.〉4 bepalen 〈 datum〉 ⇒ voorschrijven 〈 de mode〉; aangeven 〈 maat, pas, toon, tempo〉; vaststellen 〈 limiet, tijd, prijs〉5 brengen ⇒ aanleiding geven tot, veroorzaken9 aanhitsen ⇒ aanzetten, ophitsen♦voorbeelden:set free • vrijlaten, bevrijdenset ashore • aan land zettenset something before someone • iemand iets voorzetten/voorleggenset flowers in water • bloemen in water zettenset on the shore • aan land zettenset pen to paper • beginnen te schrijvenset spurs to the horse • het paard de sporen gevenset the alarm clock • de wekker zetten1set eggs • eieren laten uitbroeden1set a hen • een hen op eieren zetten3set a fire • een vuur aansteken3 who will set the examination papers? • wie stelt de examenvragen op?set someone a good example • iemand het goede voorbeeld gevenset a problem • een probleem stellenset questions • vragen stellenset someone a task • iemand een taak opleggenset someone to write a report • iemand een rapport laten opstellenset oneself a difficult task • zichzelf een moeilijke taak opleggenset something in motion • iets in beweging zettenset something in order • iets in orde brengenset the fashion • de mode bepalenset a price on something • de prijs van iets bepalenset a high value on something • veel waarde aan iets hechtenset the wedding-day • de trouwdag bepalenset someone laughing • iemand aan het lachen brengenthat set me thinking • dat bracht me aan het denkenset oneself to do something • zich erop toeleggen/zijn best doen om iets te doenset the table • de tafel dekken9 set a dog at/(up)on someone • een hond tegen iemand ophitsen/op iemand loslaten10 set one's teeth/lips • zijn tanden/lippen op elkaar klemmen13 set jewels • juwelen (in)zetten/kassenset a crown with gems • een kroon met juwelen bezetten18 the novel is set in nineteenth-century London • de roman speelt zich af in het Londen van de negentiende eeuwset little/much by something • iets geringschatten/hoogschatten, weinig/veel geven omset about rumours • geruchten verspreidenset (up)on someone • iemand aanvallen/overvallenagainst that fact you must set that … • daartegenover moet je stellen dat …public opinion is setting against him • de publieke opinie kant zich tegen hemset someone against someone • iemand opzetten tegen iemandset someone beside someone else • iemand met iemand anders vergelijkenset someone over someone • iemand boven iemand (aan)stellenset someone over something • iemand aan het hoofd stellen van iets
См. также в других словарях:
high|way|man — «HY WAY muhn», noun, plural men. a man who, in former times, robbed travelers on a public road. SYNONYM(S): bandit, brigand … Useful english dictionary
high·way·man — /ˈhaıˌweımən/ noun, pl men / mən/ [count] : a man especially in the past who stopped travelers on roads and robbed them … Useful english dictionary
High Times — is a New York City based magazine. The publication strongly advocates the legalization of cannabis. For a brief period, it moved toward an overtly left wing lifestyle magazine under publisher Richard Stratton, who hired John Mailer, Norman Mailer … Wikipedia
high — high; high·ball·er; high·be·lia; high·bind·er; high·bind·ing; high·brow·ism; high·er; high·est; high·ish; high·land·er; high·lone; high·ly; high·ness; high·way·man; ul·tra·high; high·light·er; high·fa·lu·tin; high·land; High; high·fa·lu·ting; … English syllables
High-churchman — High church man, n.; pl. { men}. One who holds high church principles. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
High-churchman-ship — High church man ship, n. The state of being a high churchman. J. H. Newman. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
High Church — High′ Church′ adj. rel (in the Anglican church) emphasizing the Catholic tradition, esp. in adherence to sacraments, rituals, and obedience to church authority • Etymology: 1695–1705 High′ Church′man, n … From formal English to slang
High-Churchman — High Churchˈman noun • • • Main Entry: ↑high … Useful english dictionary
High German — High′ Ger′man n. peo the group of West Germanic dialects spoken in central and S Germany, Switzerland, and Austria, including standard literary German, which has combined features of several dialects … From formal English to slang
Man cave — A man cave decorated with Civil War memorabilia. A man cave, sometimes a mantuary[1] or manspace,[2] is a male sanctuary … Wikipedia
man- — I. man 1 Also mon . Man. 1. Extended forms *manu , *manw . a. man; leman, Norman1, from Old English man(n) (plural menn), man; … Universalium