-
41 vrije val
• free fall -
42 vrije variabele
• free variable -
43 vrije voorraad
• free stock -
44 vrijgegeven voor verscheping
• free on board: FOBNederlands-Engels Technisch Woordenboek > vrijgegeven voor verscheping
-
45 vrijloopfrequentie
• free-running frequencyNederlands-Engels Technisch Woordenboek > vrijloopfrequentie
-
46 vrijloopkoppeling
• free-engine clutch• freewheel clutch• overrunning clutch -
47 vrijstaand
• free-standing -
48 vrij
vrij1〈de〉♦voorbeelden:————————vrij2♦voorbeelden:een etage met vrije opgang • a self-contained flatde wind heeft daar vrij spel • the place is exposed to the windeen vrij uitzicht hebben • have a clear/an open viewhet vrije veld • the open fieldde weg is vrij • the road is clearzich vrij kunnen bewegen • free to do as one likeszij zijn vrij in hun keuze • they have freedom of choicevrij naar Shakespeare • adapted/freely rendered from Shakespeare2 een huis vrij op naam kopen • purchase a house where the vendor pays the legal/transfer costsII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [in vrijheid, onafhankelijk] free3 [zonder taak] free♦voorbeelden:de vrije sector • the free sectorweer op vrije voeten zijn • be outside againvrij van zorgen • carefree, without a care in the world2 die wc is vrij • that lavatory/toilet is free/vacant/unoccupiedde handen vrij hebben • have a free hand/one's hands freeeen stoel vrij houden • reserve a seatmag ik zo vrij zijn? • may I be so bold?♦voorbeelden:1 dit artikel is vrij lang • this article is quite/fairly/pretty longhet komt vrij vaak voor • it occurs quite/fairly often, it's not uncommon -
49 gratis
♦voorbeelden:1 gratis consumptie • free/complimentary drinkgratis entree • free admission/entryhet boek is gratis verkrijgbaar • the book is available free (of charge)iets er gratis bij krijgen • get something thrown in (for free)gratis en voor niks • gratis, absolutely freegratis met de bus mee mogen • be allowed to travel free on the bus(es) -
50 braamvrij
• burr free• free from burrs• free from fin• free from flash -
51 bevrijden
1 [vrij maken] free (from) ⇒ liberate, release 〈 gevangenen〉, set free 〈 gevangenen〉, 〈 redden〉 rescue, 〈 maatschappelijk〉 emancipate♦voorbeelden:1 een land bevrijden • free/liberate a countryook mannen moeten eerst zichzelf bevrijden • men too must liberate themselves firstiemand uit zijn benarde positie bevrijden • rescue someone from a desperate positionzich bevrijden van vooroordelen, bevrijd raken van vooroordelen • get rid of/rid oneself of prejudices -
52 franco
1 〈 poststukken〉 prepaid, postage paid; 〈 goederen〉 carriage paid 〈 niet nader bepaald〉; 〈 goederen〉 free … 〈 nader bepaald〉♦voorbeelden:franco vracht • carriage paid/freede zending is franco • the shipment is free of chargeiets franco thuisbezorgen • deliver something domicile/domicilium -
53 kosteloos
♦voorbeelden:kosteloos procederen • litigate free of charge -
54 kosteloos
adj. free, gratuitous--------adv. free, free of charge, gratis, gratuitously, on the house -
55 tolvrij
adj. duty free, toll-free--------adv. duty free -
56 storingsvrij
• interference-free• noise-free• trouble-free• undisturbed -
57 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
58 plaats
1 [punt/gebied op aarde/in de ruimte] place2 [plek op een oppervlak] place5 [juiste plek/ruimte] place6 [stad] town13 [landgoed] place in the country♦voorbeelden:plaats en datum • time and placede plaats van handeling • the scene of the actioneen plaatsje onder de zon • a place in the sunje kunt niet op twee plaatsen tegelijk zijn • one can't be in two places at oncede vaas stond niet op haar plaats • the vase was not in its usual placevan plaats veranderen • change one's place4 een grote/belangrijke plaats innemen (in/op) • occupy a major/an important place (in)zijn plaats afstaan voor • give one's place tois hier nog plaats? • 〈in trein/bioscoop enz.〉 is there a seat free?; 〈 op boot〉 is there a berth free?plaats maken (voor iemand) • make room (for someone)een plaats openlaten (voor) • keep a space (free) (for)zich een plaats veroveren als • establish oneself aszijn plaats niet weten • not know one's placezich ergens op z'n plaats voelen • feel one belongs somewhereop uw plaatsen! klaar, af • on your marks, get set, goiemand op z'n plaats zetten • put someone in his place; 〈 figuurlijk〉 take someone down a peg or two, put someone in his/her proper placeniet op zijn plaats zijn 〈van opmerking e.d.〉 • be out of place, be uncalled forneemt u a.u.b. plaats • please take your seatsiemand naar zijn plaats brengen • show someone to his placetot de laatste plaats bezet • filled to capacity〈 figuurlijk〉 op de eerste plaats komen • come first, take first place¶ voor iets/iemand in de plaats komen • take something/someone's place, replace something/someonein plaats van • instead ofstel je(zelf) in mijn plaats • put yourself in my place -
59 ruim
ruim1〈 het〉1 [scheepvaart] hold————————ruim23 [open, onbelemmerd] free4 [veel kunnende bevatten; uitgebreid] large7 [niet bekrompen] broad♦voorbeelden:in de ruimste zin • in the broadest sensede wet ruim interpreteren • stretch/bend the lawruim van opvatting • broad-mindedII 〈 bijwoord〉1 (rather) more than ⇒ something/well over♦voorbeelden:ruim een uur • well over an hourdat is ruim voldoende • that is amply sufficient, that is plenty1 [met betrekking tot de wind] free♦voorbeelden: -
60 vrijkomen
2 [van iets afkomen] get off/away4 [beschikbaar komen] be(come) free/ 〈ook met betrekking tot mensen/geld〉 available ⇒ 〈met betrekking tot mensen/geld ook〉 be released♦voorbeelden:4 zodra er een plaats vrijkomt • as soon as there is a vacancy/place
См. также в других словарях:
Free — (fr[=e]), a. [Compar. {Freer} ( [ e]r); superl. {Freest} ( [e^]st).] [OE. fre, freo, AS. fre[ o], fr[=i]; akin to D. vrij, OS. & OHG. fr[=i], G. frei, Icel. fr[=i], Sw. & Dan. fri, Goth. freis, and also to Skr. prija beloved, dear, fr. pr[=i] to… … The Collaborative International Dictionary of English
Free — may refer to: Free will Political freedom Economic freedom Something given or supplied without payment (gratis) Gratis versus Libre, the distinction between the two meanings above Free may also refer to: Contents 1 Arts and philosophy … Wikipedia
Free-mo — stands for free modular and is a relatively new modular standard in the hobby of model railroading.Free mo is a derivation of FREMO, a European modular standard. Free mo s emphasis is on flexibility in track design and prototypical scenery and… … Wikipedia
Free.fr — Free (société) Pour les articles homonymes, voir Free. Logo de Free Dates clés 1999 : accès … Wikipédia en Français
free — [frē] adj. freer, freest [ME fre < OE freo, not in bondage, noble, glad, illustrious, akin to Ger frei, Du vrij < IE base * prei , to be fond of, hold dear > FRIEND, Sans priyá , dear, desired] 1. a) not under the control of some other… … English World dictionary
free — 1 adj 1 a: having the legal and political rights of a citizen representatives...shall be determined by adding to the whole number of free persons U.S. Constitution art. I b: enjoying civil and political liberty a free people c: enjoying political … Law dictionary
free — free; free·boot; free·boot·er; free·dom; free·dom·ism; free·dom·ist; free·dom·is·tic; free·dom·ite; free·hold·er; free·lage; free·ly; free·man; free·mar·tin; free·ma·son; free·ma·son·ry; free·ness; free·sia; free·styl·er; free·wheel·er; un·free;… … English syllables
.free — Introduced Not officially introduced; proposed in 2010 TLD type Proposed top level domain Status Unofficial proposal Registry dotFree Group s.r.o. Sponsor dotFree Group s.r.o Intended use … Wikipedia
free — adj Free, independent, sovereign, autonomous, autarchic, autarkic are comparable when they mean not subject to the rule or control of another. The same differences in implications and connotations are found in their corresponding nouns freedom,… … New Dictionary of Synonyms
free — (izg. frȋ) prid. <indekl.> DEFINICIJA 1. trg. koji je bez obaveza, dopušten, na kojem nema zapreka, koji nije vezan, kojeg ništa ne sprečava u djelovanju; slobodan, usp. franko 2. pravn. ekon. dio klauzule obveznih ugovora ili ponuda,… … Hrvatski jezični portal
free — [adj1] without charge chargeless, comp*, complimentary, costless, for love*, for nothing*, freebie*, free of cost, free ride*, gratis, gratuitous, handout, on the cuff*, on the house*, paper*, unpaid, unrecompensed; concept 334 Ant. costly,… … New thesaurus