-
41 serve
n. opdienen (met tennis)--------v. bedienen; dienen; opscheppen; serveren; uitzitten (straf etc.); bevruchtenserve1[ sə:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————serve2♦voorbeelden:→ serve on serve on/3 dienen ⇒ dienst doen, helpen, baten♦voorbeelden:serve as a clerk • werken als kantoorbediendehe served in North Africa • hij heeft in Noord-Afrika gediendserve at table • bedienen, opdienen£50 serves him for a week • aan vijftig pond heeft hij een week genoegit will serve • daarmee lukt het welas occasion serves • al naar gelang de gelegenheid zich voordoetare you being served? • wordt u al geholpen?the sky serve him for a roof • de hemel diende hem als dak1 dienen ⇒ voorzien in/van, volstaan, vervullen3 ondergaan ⇒ vervullen, (uit)zitten♦voorbeelden:serve the purpose of • dienst doen alsbuses serve the suburbs • de voorsteden zijn per bus bereikbaarthis recipe will serve four people • dit recept is genoeg voor vier personenthe house is served with water • het huis is aangesloten op de waterleiding2 that serves him right! • dat is zijn verdiende loon!, net goed!he served me shamefully • hij heeft me schandelijk behandeld -
42 shampoo
n. shampoo, haarwasmiddel--------v. hoofd shamponeren; met shampoo schoonmaken (kleden, etc.)shampoo1[ sjæmpoe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 shampoo♦voorbeelden:————————shampoo2〈werkwoord; shampooed [sjæmpoe:d]〉 -
43 shoe
n. schoen; hoefijzer; sandaal (bij auto, etc)--------v. beslaan (paard); schoeienshoe1[ sjoe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schoen3 schoenvormig voorwerp ⇒ remschoen/blok♦voorbeelden:put on/take off one's shoes • zijn schoenen aantrekken/uittrekkenput oneself in someone's shoes • zich in iemands positie verplaatsenstep into someone else's shoes • de rol/taak van iemand anders overnemen〈 spreekwoord〉 if the shoe fits, wear it • wie de schoen past, trekke hem aan————————shoe22 schoeien -
44 shuttle
n. schietspoel; pendeldienst (van trein, bus, etc.); shuttle--------v. pendelen; heen en weer vervoerenshuttle1[ sjutl] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 → shuttlecock shuttlecock/5 → space shuttle space shuttle/————————shuttle21 pendelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
45 sighted
adj. ziende (in tegenstelling tot blinde); (v. geweer) met vizier; met gezichtsvermogen (scherp, niet intact, etc.)[ sajtid] -
46 single
adj. enkel; eenpersoons-; alleenstaand; vrijgezel; ongetrouwd; voor één persoon (kamer, etc.); van vrijgezellen; gescheiden--------n. vrijgezel, ongehuwd; enkele reisje-kaartje; eenpersoons (kamer); "single" (kleine grammofoonplaat of disk); eenzaam, alleen--------v. uitkiezen, uitpikkensingle1[ singgl]5 〈 informeel〉bankbiljet van één dollar/pondII 〈 meervoud〉————————single2♦voorbeelden:single flower • enkelvoudige bloemII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 enig♦voorbeelden:2 in single file • in/op één rij, allemaal achter elkaarnot a single man helped • niet één man hielp¶ in single file • achter elkaar (in de rij), in ganzenmars -
47 skate
n. schaats, rolschaats; vleet--------v. schaatsenrijden (bij rolschaatsen, schaatsen, etc.)skate1[ skeet] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schaats♦voorbeelden:————————skate2〈zelfstandig naamwoord; meervoud: ook skate〉 〈 dierkunde〉————————skate3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:¶ skate over/round something • ergens luchtig overheen lopen/praten -
48 skater
-
49 skin
n. huid; schil; korst; waterbuidel (van leer)--------v. (af)stropen, villen, pellen; ontvellen, schaven (knie, etc.)skin1[ skin] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 schil ⇒ vlies, bast♦voorbeelden:next to the skin • op de huid〈 informeel〉 be no skin of someone's nose • iemand niet aangaan, iemand niet interesserenescape by the skin of one's teeth • op het nippertje ontsnappenjump out of one's skin • zich dood schrikkensave one's skin • er heelhuids afkomenunder the skin • in wezen————————skin2〈werkwoord; skinned〉♦voorbeelden: -
50 small
adj. klein; geconcentreerd; beetje; gering--------adv. op lage toon; aan kleine stukjes (stukjes taart etc.)--------n. het smalste gedeelte (van de rug bij vlees)small1[ smo:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————small2〈bijvoeglijk naamwoord; smallness〉1 klein ⇒ gering; jong; fijn; onbelangrijk4 slap ⇒ licht, met weinig alcohol♦voorbeelden:small business • kleinbedrijfsmall change • kleingelda small eater • een kleine etera small farmer • een kleine boersmall letters • kleine lettersa small voice • een klein/zacht/hoog stemmetjesmall wonder • geen wonderfeel/look small • zich schamenthe small hours • de kleine uurtjes————————small3〈 bijwoord〉1 klein♦voorbeelden: -
51 snap
adj. onverwacht, snel-, bliksem-, flits- (stemming, film, etc.)--------adv. onverwacht, snel, bliksemsnel--------n. klap, hap, beet; knip (met vingers, schaar)drukknoop; foto; pit, energie--------v. happen (naar), bijten; aangrijpen (kans); (ermee) ophouden; (af)breken, (af)knappen; knallen (met zweep, geweer); snauwensnap1[ snæp] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 klap5 foto♦voorbeelden:1 shut a book/lid with a snap • een boek/deksel met een klap sluiten10 put some snap into it! • een beetje meer fut!I don't care a snap for what she says • wat zij zegt kan me geen barst/lor schelen————————snap2♦voorbeelden:————————snap3〈 snapped〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 snap to it • vooruit, schiet 'ns op6 met een ruk/schok bewegen♦voorbeelden:1 (weg)grissen ⇒ grijpen, (weg)rukken♦voorbeelden:snap up • op de kop tikkensnap up a bargain • een koopje meepakken¶ 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 snap it up • vooruit, aan de slag————————snap42 knak♦voorbeelden:1 snap went the glass • klap ging/zei het glas¶ 〈Brits-Engels; informeel〉 snap! you're wearing the same dress as me • wat een toeval! je hebt dezelfde jurk aan als ik -
52 snatcher
-
53 something
adv. op bepaalde wijze; iets--------n. iets--------pron. iets, een ding; en iets ( dertig en nog iets, etc.)something1[ sumθing] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 iets♦voorbeelden:1 I've bought you a little something to take with you • ik heb een kleinigheidje voor je gekocht om mee te nemen————————something2♦voorbeelden:he dropped something • hij liet iets vallenhe must have forgotten something or other • hij moet het een of ander vergeten zijnseventy something • zeventig en nog watthere's something in/to it • daar is iets van aanit's something like a church • het ziet er min of meer uit als een kerkit came as something of a surprise • het kwam een beetje als een verrassinghe's something of a painter • het is een niet onverdienstelijk schilder————————something3♦voorbeelden: -
54 split
adj. gesplitst; gespleten; gescheiden (mening, etc)--------n. spleet; scheuring; scheur; bananasplit (ijssoort); halve fles drank--------v. splijten; splitsen; verdelen; delen; scheuren; weggaansplit1[ split]2 deel ⇒ gedeelte, aandeelIII 〈meervoud; the〉1 spagaat♦voorbeelden:————————split2〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈→ Sporttermen: American footballSporttermen: American football/〉♦voorbeelden:split pea • spliterwtsplit pin • splitpensplit second • onderdeel van een seconde, flitssplit shift • gebroken dienst〈 Amerikaans-Engels, voornamelijk politiek〉 split ticket • gesplitste stem 〈 stem uitgebracht op kandidaten van verschillende partijen〉————————split3♦voorbeelden:♦voorbeelden:split up into groups • (zich) in groepjes verdelen -
55 steroid
-
56 through
adj. doorgaand--------adv. door; stap voor stap tot het eind--------prep. door1 doorgaand ⇒ doorlopend, ononderbroken♦voorbeelden:through passengers • passagiers op doorreisthrough train • doorgaande treinno through road • geen doorgaand verkeer————————♦voorbeelden:get through • erdoorheen komen, slagen; weten over te brengenI will put you through • ik zal u doorverbindensee something through • ergens van begin tot eind bijblijven→ be through be through/, come through come through/ etc.————————1 〈 aanduiding van richting, weg of medium; ook figuurlijk〉 (helemaal) door ⇒ via, langs, over, gedurende♦voorbeelden:did my application get through the board? • is mijn aanvraag door de raad aanvaard?seen through a child's eyes • gezien met de ogen van een kindhe peered through his glasses • hij tuurde door zijn brilget through one's exams • slagen voor zijn examenall through his life • gedurende heel zijn levenI could not speak through the noise • ik kon het lawaai niet overstemmenhe remained calm through the whole trial • hij bleef kalm gedurende heel het proceshe stayed through the summer • hij bleef tot het einde van de zomerwe get our information through the papers • we ontvangen onze informatie via de krantenhe spoke through his representative • hij sprak via zijn vertegenwoordiger -
57 torrential
adj. in stromen neerkomend (regen, etc.)[ tərensjl] 〈 ook figuurlijk〉♦voorbeelden:torrential rains • stortregens -
58 up
adj. wakker; staand--------adv. boven--------n. helling, opgang; stijging--------v. (plotseling) de hoogte in jagen, verhogenup1♦voorbeelden:¶ ups and downs • wisselvalligheden, voor- en tegenspoed〈 informeel〉 on the up-and-up • 〈 voornamelijk Brits-Engels〉gestaag stijgend/vooruitgaand; 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉eerlijk, openhartig————————up21 omhoog- ⇒ op-, opgaand♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 (om)hoog ⇒ hoger(geplaatst), op, rechtstaand2 op ⇒ uit bed, wakker5 gestegen9 om ⇒ op, voorbij♦voorbeelden:that matter is up for discussion • die zaak is voor discussie vatbaar9 time's up • de/je tijd is om/verstreken10 be well up in/on • veel afweten van, goed op de hoogte zijn vanI'm not up on this subject • ik weet geen snars van dit onderwerp af¶ what's up? • wat gebeurt er (hier)?up and about/around • weer op de been, (druk) in de weer♦voorbeelden:1 the road up • de weg omhoog/naar boven————————up3〈 upped〉♦voorbeelden:1 she upped and left • zij vertrok plotseling/zomaar1 (plotseling) de hoogte in jagen ⇒ verhogen, (abrupt) doen stijgen♦voorbeelden:————————up4[ up] 〈bijwoord; vaak predicatief〉1 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉 omhoog ⇒ op, naar boven, sterker, hoger, meer, verder 〈enz.〉, op-, uit-2 te voorschijn ⇒ zichtbaar, voor, uit-, over-4 〈 plaats of richting〉in/naar ⇒ 〈 Brits-Engels in het bijzonder〉 in/naar de universiteit(sstad)/Londen♦voorbeelden:hands up! • handen omhoog!face up • met de bovenkant omhoogup the republic • leve de republiekcome up for air • aan de oppervlakte komen om lucht te happenhelp her up • help haar opstaanlive up in the hills • boven in de bergen wonenpuffed up • opgeblazensail up against the wind • tegen de wind in zeilenshe tore up the flowers • ze rukte de bloemen uit de grondturn up the music • zet de muziek harderhe went up north • hij ging naar het noordenup and down • op en neer, heen en weerup through history • door heel de geschiedenis heenup till/to now • tot nu toeup to and including • tot en metsums of up to sixty pounds • bedragen tot zestig pondfrom £4 up • vanaf vier pondfrom then on up • van dan af aanchildren from six years up • kinderen van zes jaar en ouderown up • bekennenit will turn up • het zal wel aan het licht komendrink up • drink je glas uitall sold up • helemaal uitverkochtup and down • overalI don't feel up to it • ik voel er mij niet toe in staat————————up5〈 voorzetsel〉1 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉op ⇒ boven in/op, omhoog♦voorbeelden:up the coast to Edinburgh • langs de kust omhoog naar Edinburghit's up the coast from here • het is hier vandaan verder langs de kustup (the) river • stroomopwaartsup the stairs • de trap opup the street • verderop in de straatup the valley • (verder) het dal in¶ up and down the country • door/in het gehele land→ yours yours/ -
59 waisted
-
60 wallow
n. rond rollen; plaats om te rond rollen (voor varkens, vee, etc.)--------v. waden, baden, rollen (in de modder); genietenwallow1[ wolloo] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 (modder)poel/plas 〈bijvoorbeeld van varkens; ook figuurlijk〉————————wallow2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Etc...TV — Saltar a navegación, búsqueda Etc...medios S.A. Nombre público Etc...TV Eslogan Todo pasa x ETC Tipo Television por cable Programación Infantil y Juvenil Propietario Telefilms Ltda. Inicio de tr … Wikipedia Español
Etc — Etc. Pour les articles homonymes, voir Cetera (homonymie). Le Canada, ou Nouvelle France, c … Wikipédia en Français
Etc... — Etc. Pour les articles homonymes, voir Cetera (homonymie). Le Canada, ou Nouvelle France, c … Wikipédia en Français
/etc — (от лат. et cetera и так далее) директория стандарта FHS, содержащая конфигурационные файлы большинства системных утилит и программ UNIX подобных ОС. Редактирование этих файлов влечёт за собой изменения для всех пользователей… … Википедия
etc — 1. This is an abbreviation of the Latin phrase et cetera meaning ‘and other things of the same kind’, and is pronounced et set ǝr ǝ or et set rǝ, despite the temptation to articulate the first syllable ek on the analogy of words such as ecstasy… … Modern English usage
Etc. — etc. У этого термина существуют и другие значения, см. Etc. Иное название этого понятия «Et cetera»; см. также другие значения. Le Canada, ou Nouvelle France, c … Википедия
Etc... — Etc... Saltar a navegación, búsqueda etc. es un canal de televisión canadiense. Este canal se ve por televisión por cable canadiense y tiene su página de internet,tiene diferentes secciones y se puede encontrar en inglés o en francés. Su insignia … Wikipedia Español
etc. — etc. also etc BrE [et ˈsetərə] adv et cetera used in writing after a list to show that there are many other similar things or people that you could have added ▪ a shop which sells cards, calendars, wrapping paper etc etc etc (=used when you are… … Dictionary of contemporary English
ETC — Pays Québec Langue français, Périodicité trimestrielle … Wikipédia en Français
Etc — etc: В Викисловаре есть статья «etc» etc. сокращение латинского выражения et cetera, означающего «и другие», «и тому подобное», «и так далее». Ставится в конце … Википедия
etc. — etc. [ et set(ə)rə ] abbreviation used after a list of things to mean and others of the same type, when you do not want to mention everything: The children can try playing music, dancing, painting etc. etc. etc. used as a way of avoiding… … Usage of the words and phrases in modern English