-
1 summons
n. oproep, aanmaning; dagvaardiging--------v. sommeren, dagvaarden; ontbieden, oproepen, opeisen; bijeenroepensummons1[ summənz] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 oproep♦voorbeelden:serve a summons on someone • iemand dagvaarden————————summons2〈 werkwoord〉1 sommeren -
2 serve
n. opdienen (met tennis)--------v. bedienen; dienen; opscheppen; serveren; uitzitten (straf etc.); bevruchtenserve1[ sə:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————serve2♦voorbeelden:→ serve on serve on/3 dienen ⇒ dienst doen, helpen, baten♦voorbeelden:serve as a clerk • werken als kantoorbediendehe served in North Africa • hij heeft in Noord-Afrika gediendserve at table • bedienen, opdienen£50 serves him for a week • aan vijftig pond heeft hij een week genoegit will serve • daarmee lukt het welas occasion serves • al naar gelang de gelegenheid zich voordoetare you being served? • wordt u al geholpen?the sky serve him for a roof • de hemel diende hem als dak1 dienen ⇒ voorzien in/van, volstaan, vervullen3 ondergaan ⇒ vervullen, (uit)zitten♦voorbeelden:serve the purpose of • dienst doen alsbuses serve the suburbs • de voorsteden zijn per bus bereikbaarthis recipe will serve four people • dit recept is genoeg voor vier personenthe house is served with water • het huis is aangesloten op de waterleiding2 that serves him right! • dat is zijn verdiende loon!, net goed!he served me shamefully • hij heeft me schandelijk behandeld -
3 subpoena
n. dagvaarding--------v. dagvaardensubpoena1————————subpoena2 -
4 ajourner
-
5 assigner
-
6 citer
-
7 laden
laden♦voorbeelden:ich habe es auf mich geladen • ik heb het op me geladen, genomen -
8 вызывать в суд
vgener. in rechte oproepen, dagen, dagvaarden, indagen -
9 cite
v. ciiteren, aanhalen; onderscheiden; oproepen (om voor de rechtbank te verschijnen)[ sajt]♦voorbeelden: -
10 convene
v. bijeenkomen; verzamelen[ kənvie:n]1 bijeen/samenkomen ⇒ (zich) vergaderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bijeen/samenroepen ⇒ convoceren2 (voor het gerecht) dagen ⇒ dagvaarden, oproepen -
11 serve a summons on someone
-
12 sue
v. voor het gerecht dagen; smeken[ soe:]1 (gerechtelijk) vervolgen ⇒ dagvaarden, in rechte(n) aanspreken♦voorbeelden: -
13 summon
v. op het matje geroepen worden; samenbrengen; oproepen, voor het gerecht dagen; verplicht verschijnen; eisen[ summən]1 bijeenroepen ⇒ oproepen, ontbieden, sommeren→ summon up summon up/ -
14 subpena
n. dagvaardiging (naar gerecht)--------v. dagvaarden (voor het gerecht) -
15 suer
n. dagvaarden in rechten -
16 summoning a witness
een getuige dagvaarden (iem. oproepen om te getuigen voor de rechtbank) -
17 poursuivre
poursuivre [poersŵievr]1 achtervolgen ⇒ vervolgen, najagen2 nastreven ⇒ najagen, bejagen, uit zijn op3 voortzetten ⇒ vervolgen, voortgaan met♦voorbeelden:1 poursuivre qn. de • iemand vervolgen met, iemand lastig vallen metpoursuivre sa voisine de ses assiduités • zijn buurvrouw het hof makenpoursuivre qn. au pénal • een strafrechtelijke procedure tegen iemand aanspannen2 voortgezet worden ⇒ voortduren, doorgaan♦voorbeelden:1 jouer à se poursuivre • krijgertje, tikkertje spelenv1) achtervolgen2) nastreven, najagen4) voortzetten -
18 intimer
-
19 sommer
-
20 anslå
1) dagvaarden2) dagen3) betekenen
Страницы
- 1
- 2