-
101 opgaan
3 [zich begeven naar] go4 [examen afleggen] sit (for)5 [opgegeten/opgedronken worden] go, be finished6 [juist zijn] hold good/true ⇒ apply7 [in beslag genomen worden] be wrapped up (in)♦voorbeelden:1 er ging een gemompel op in de zaal • a murmer arose in the hall/roomde trap opgaan • go up/climb the stairsdezelfde kant opgaan • go the same wayals het die kant opgaat met de maatschappij dan … • if that is the way society is going …al zijn geld is opgegaan aan de inrichting van het huis • all his money went to decorating the househet is helemaal opgegaan • it's all gone6 die stelling/vergelijking gaat niet op • that hypothesis/comparison does not hold good/waterdit gaat niet op voor arme mensen • this doesn't apply to/is not true of poor people7 zij gaan op in hun werk • they are wrapped up/absorbed in their workhelemaal opgaan in zichzelf • be totally wrapped up in oneselfbeide teams zijn in elkaar opgegaan • the two teams have mergeddoen opgaan in • merge into -
102 oppeppen
-
103 oprichten
2 [overeind zetten] raise (up), set up (right)♦voorbeelden:1 een onderneming oprichten • establish/start a companyII 〈wederkerend werkwoord; zich oprichten〉1 [zich verheffen] raise oneself (up) ⇒ 〈 opstaan〉 rise (to one's feet), 〈 opzitten〉 sit up, 〈 rechtstaan of zitten〉 straighten up♦voorbeelden: -
104 opwerpen
2 [opperen] raise3 [doen verrijzen] raise, erect ⇒ put up♦voorbeelden:2 een vraag opwerpen • raise/put forward a question3 een barricade opwerpen • erect/raise/put up a barrier/barricadeII 〈wederkerend werkwoord; zich opwerpen〉1 [zich maken tot] set up♦voorbeelden:zich opwerpen als expert • set oneself up as an expert -
105 oriënteren
〈wederkerend werkwoord; zich oriënteren〉2 [informatie vergaren] look around♦voorbeelden:onze handel is op Frankrijk georiënteerd • our trade is orient(at)ed towards France2 voordat ik mijn pc gekocht heb, heb ik me eerst goed georiënteerd • before I bought my PC I first had a good look around -
106 overeind komen
overeind komen -
107 overmatig
overmatig♦voorbeelden:door overmatig gebruik van tabak/alcohol • from excessive indulgence in tabacco/alcoholhij is niet overmatig ijverig • he is not unduly hard-working -
108 overwerken
overwerken♦voorbeelden:ik moet vanavond overwerken • I have to work late tonight————————overwerken〈wederkerend werkwoord; zich overwerken〉♦voorbeelden:1 overwerk je niet • don't drive/push yourself too hard -
109 partij
2 [politiek] party3 [met betrekking tot personen die een overeenkomst aangaan] (contracting) party4 [onbepaalde hoeveelheid] set ⇒ bunch, 〈 met betrekking tot goederen〉 batch, 〈 met betrekking tot goederen〉 lot, 〈 zending〉 consignment, 〈 zending〉 shipment5 [muziek] part6 [spel] game7 [feest] party8 [huwelijkspartner] match♦voorbeelden:de strijdende partijen • the warring partiesbeide partijen horen • hear both sidespartij kiezen • take sidesook partij kiezen voor/tegen iemand • side with/against someonegeen partij kiezen • not take sides〈 ook figuurlijk〉 partij zijn in een conflict • be involved in/be party to a conflictboven de partijen staan • be impartial3 de partijen komen overeen dat … • the (contracting) parties agree that …in grote partijen aankopen • purchase in bulk5 zijn partij(tje) meeblazen • 〈 zijn aandeel bijdragen〉 pull one's weight, do one's share/bit; 〈 zijn mannetje staan〉 stand up for oneself7 een partijtje geven • give/throw a party¶ goed/slecht partij geven • give a good/poor account of oneselfvan de partij zijn • join in (with something) -
110 profileren
♦voorbeelden:zich profileren als • present oneself as, present an image as -
111 rusten
1 [uitrusten] rest, relax ⇒ take/have a rest3 [begraven liggen] rest, lie6 [niet gebruikt worden] be left untouched/unused8 [stil liggen] rest♦voorbeelden:1 even rusten • have/take a break7 ik zal de zaak nu laten rusten • I'll let the matter drop/rest nowwe moeten het verleden laten rusten • we've got to let bygones be bygoneser rust een zware hypotheek op • there is a heavy mortgage on it♦voorbeelden:1 zich ten strijde rusten • prepare (oneself) for battle/the fray -
112 schminken
-
113 schransen
1 gorge (oneself), stuff oneself♦voorbeelden:1 zij kunnen geweldig schransen • they can really put/pack it away -
114 terugtrekken
1 [achterwaarts gaan] withdraw2 [terugkrabbelen, inbinden] back out (of)♦voorbeelden:het verslagen leger trok naar het zuiden terug • the defeated army withdrew/retreated to the southII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [achteruit verplaatsen] withdraw2 [weer naar de plaats van herkomst trekken] draw/pull back3 [intrekken] withdraw♦voorbeelden:1 zijn arm terugtrekken • withdraw/draw back one's armtroepen terugtrekken • withdraw/pull back troopsIII 〈wederkerend werkwoord; zich terugtrekken〉1 [naar een rustige plaats gaan] retire2 [niet meer deelnemen, terugtreden] withdraw (from)♦voorbeelden:zich in/op zichzelf terugtrekken • withdraw into oneself, turn inwards upon oneselfzich terugtrekken op het platteland • retreat to the country2 zich bij/voor een examen/sollicitatie terugtrekken • withdraw from an exam/applicationzich uit de zaken terugtrekken • retire/withdraw from businesszich als kandidaat terugtrekken • withdraw as a candidate/from a candidacy -
115 tooien
♦voorbeelden: -
116 verbeteren
1 [beter maken] improve♦voorbeelden:1 zijn Engels verbeteren • improve/brush up one's Englishde levensstandaard verbeteren • improve/raise the standard of livingzich verbeteren • improve oneself; 〈 met betrekking tot positie〉 better oneself; 〈 zedelijk〉 mend one's ways, turn over a new leaf♦voorbeelden: -
117 verbinden
1 [samenvoegen] join (together) ⇒ connect (to/with)3 [omzwachtelen] bandage4 [door een overeenkomst/band koppelen aan] connect, attach ⇒ join (up)♦voorbeelden:1 verbinden met • join to, connect to/with, link (up) to/wither zijn geen kosten aan verbonden • there are no expenses involvedeen man met een vrouw in de echt verbinden • join a man to a woman in marriagehet verbindt u tot niets • it does not commit you to anythingkunt u mij met de heer X. verbinden? • could you put me through to Mr X?II 〈wederkerend werkwoord; zich verbinden〉1 [zich verplichten] commit oneself (to)2 [scheikunde] combine (together)♦voorbeelden:1 zich verbinden om werk te doen • undertake/agree to do workzich voor twee jaar aan een baan verbinden • tie oneself to a job for two years -
118 verfrissen
♦voorbeelden:1 zich verfrissen • 〈 iets gebruiken〉 take some refreshment, refresh oneself; 〈zich wassen/verkleden〉 freshen up, refresh (oneself) -
119 vergewissen
〈wederkerend werkwoord; zich vergewissen〉♦voorbeelden:¶ zich van iets vergewissen • make certain/persuade oneself of somethingzich ervan vergewissen dat • ascertain/make certain/make sure that, persuade oneself that -
120 verklaren
♦voorbeelden:een tekst verklaren • interpret/elucidate a textzoiets kan ik niet verklaren • it beats me, it's beyond meiemand krankzinnig verklaren • certify someone insaneiets nietig/ongeldig verklaren • declare something void/invalideen huis onbewoonbaar verklaren • condemn a house〈 formeel〉 hierbij verklaar ik dat … • this is to certify that …II 〈wederkerend werkwoord; zich verklaren〉1 [zijn mening te kennen geven] declare (oneself)2 [zijn bedoeling duidelijk maken] explain oneself♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Oneself (artist) — Oneself Origin United States Genres Hip hop Years active 1995–present Members Oneself Oneself is an America … Wikipedia
oneself — [wun΄self′, wunz΄self′] pron. a person s own self: also one s self be oneself 1. to function physically and mentally as one normally does 2. to be natural or sincere by oneself alone; unaccompanied; withdrawn come to oneself 1 … English World dictionary
Oneself — One self (w[u^]n s[e^]lf ), pron. A reflexive form of the indefinite pronoun one. Commonly written as two words, one s self. [1913 Webster] One s self (or more properly oneself), is quite a modern form. In Elizabethan English we find a man s self … The Collaborative International Dictionary of English
oneself — 1540s, one s self. Hyphenated 18c.; written as one word from c.1827, on model of himself, itself, etc … Etymology dictionary
oneself — ► PRONOUN (third person sing. ) 1) (reflexive ) used as the object of a verb or preposition when this is the same as the subject of the clause and the subject is ‘one’. 2) (emphatic ) used to emphasize that one does something individually or… … English terms dictionary
oneself to thank for — To be the cause of (one s own misfortune) ● thank … Useful english dictionary
oneself — [[t]wʌnse̱lf[/t]] (Oneself is a third person singular reflexive pronoun.) 1) PRON REFL A speaker or writer uses oneself as the object of a verb or preposition in a clause where oneself meaning me or any person in general refers to the same person … English dictionary
oneself */ — UK [wʌnˈself] / US pronoun formal Summary: Oneself is a reflexive pronoun, which can be used in the following ways: as an object that refers back to the pronoun one when it is the subject of the sentence: One should be careful not to hurt oneself … English dictionary
oneself — one|self [ wʌn self ] pronoun MAINLY BRITISH FORMAL Oneself is a reflexive pronoun, which can be used in the following ways: as an object that refers back to the pronoun one when it is the subject of the sentence: One should be careful not to… … Usage of the words and phrases in modern English
oneself — /wun self , wunz /, pron. 1. a person s self (used for emphasis or reflexively): One often hurts oneself accidentally. 2. be oneself, a. to be in one s normal state of mind or physical condition. b. to be unaffected and sincere: One makes more… … Universalium
oneself, one's self — These expressions may be spelled and pronounced as oneself or one s self (wuhn SELF, wunz SELF). Oneself is generally preferred because it is shorter and easier to spell and pronounce: On this firing range, it is easy to hurt oneself. It s… … Dictionary of problem words and expressions