-
21 the crown of one's labours
-
22 these goods fall to the Crown
these goods fall to the Crown -
23 to crown (it) all
-
24 weave a crown of flowers
-
25 dental crown
tandkroon (een laagje op de tand,inplaats van de tand) -
26 half-crown
halve kroon (engelse munt die twee shiling waard is) -
27 jewel in the crown
het juweel in de kroon (het mooiste,het beste) -
28 royal crown
koninklijke kroon -
29 the Crown
de Kroon -
30 the Northern Crown
de Noordelijke Kroon (groep van sterren aan het noordelijke gehemelte te zien) -
31 CPS
tekens per seconde, maat van de snelheid waarmee tekens afgedrukt worden op de printerCPS (Characters Per Second)〈 afkorting〉1 〈 Brits-Engels〉 [Crown Prosecution Service] -
32 fall
n. buiteling; afgang, val; ineenstorting; lawine; herfst; waterval; verleiding; afdaling; (gedurende aanval) landing van elke raket (geworpen gedurende het conflict tussen Israël en de Hizbollah in juli-augustus 2006)--------v. vallen; dalen; verminderen; omkeren, dichtbij komen; ruimte makenfall1[ fo:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:ride for a fall • zijn ondergang tegemoet gaanthe Fall (of man) • de zondeval————————fall21 vallen ⇒ om/neervallen, invallen 〈 van duisternis〉; afnemen, dalen 〈 van prijzen, barometer, stem〉; aflopen, afhellen 〈 van land〉2 ten onder gaan ⇒ vallen; sneuvelen; ingenomen worden 〈 van stad, fort〉; zijn (hoge) positie verliezen; 〈 religie〉 zondigen, onteerd worden 〈 van vrouw〉6 raken♦voorbeelden:fall to pieces • in stukken/kapot vallen 〈 ook figuurlijk〉fall on one's sword • zich op zijn zwaard stortenit fell on my way • het kwam op mijn padthe wind fell • de wind nam af, ging liggen〈 informeel〉 fall about (laughing/with laughter) • omrollen/omvallen (van het lachen)something to fall back on • iets om op terug te vallenfall over • omvallen〈 informeel〉 fall over backwards • zich uitsloven, zich in allerlei bochten wringenfall through • mislukkenthe town fell to the enemy • de stad viel in handen van de vijandfall for • zich laten overtuigen door, erin trappen; vallen op, verliefd worden opit fell to me to put the question • het was aan mij de vraag te stellenfall from grace • uit de gratie rakenNick's name fell • Nicks naam viel/werd genoemdfall asleep • in slaap vallenfall flat • niet inslaan, mislukkenfall short (of) • tekortschieten (voor), niet voldoen (aan)fall in love (with) • verliefd worden (op)→ fall away fall away/, fall down fall down/, fall in fall in/, fall into fall into/, fall in with fall in with/, fall off fall off/, fall out fall out/, fall to fall to/, let let/1 worden♦voorbeelden:fall silent • stil worden/vallen -
33 forfeit
n. verbeuren; verbeurde, boete, pand; pand verbeuren--------v. het verbeurde, boete; verbeurdforfeit1[ fo:fit] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 het verbeurde ⇒ boete, straf♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 divorce was the forfeit he had to pay • echtscheiding was de prijs die hij moest betalenplay (at) forfeits • pandverbeuren————————forfeit21 verbeurd♦voorbeelden:————————forfeit3〈 werkwoord〉1 verbeuren ⇒ verspelen, verbeurd verklaren -
34 minister
n. minister; gezant; geestelijke, predikant--------v. verzorgen; voorzien in; bevredigen; helpen[ minnistə]♦voorbeelden: -
35 petition
n. verzoek, smeekbede; petitie--------v. petitioneren; verzoeken (schriftelijk)petition1[ pittisjn] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 petitie ⇒ smeekschrift, verzoek(schrift)♦voorbeelden:file a petition for divorce • een aanvraag tot echtscheiding indienen————————petition21 petitioneren ⇒ een petitie indienen, smekenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 petitioneren ⇒ bij petitie verzoeken, een petitie richten tot -
36 recorder
n. bandrecorder[ rikko:də]1 〈 benaming voor〉 rechter ⇒ 〈 Amerikaans-Engels〉 stadsrechter; 〈 Brits-Engels〉 voorzitter van Crown Court 〈 ongeveer arrondissementsrechtbank〉 -
37 set
adj. vast; strak; klaar--------n. set; toestel; groep; houding; serie; bergplaats; plaats waar gefilmd wordt; kant; het hard worden--------v. zetten; vaststellen; neerzetten; veroorzaken; klaarmaken; vast worden; richtenset1[ set]1 stel ⇒ span, servies, set 〈pannen enz.〉; reeks 〈 gebouwen, vertrekken, postzegels〉; serie, suite; set 〈 van liedjes〉2 kring ⇒ gezelschap, groep, kliek4 stek ⇒ loot, jonge plant♦voorbeelden:the smart set • de chic♦voorbeelden:2 the set of public opinion is against tolerance • er is een neiging bij het publiek tegen tolerantie————————set21 vast ⇒ bepaald, vastgesteld; stereotiep, routine-, onveranderlijk♦voorbeelden:1 set formula • stereotiepe/vaste formuleset hours of work • vaste werkurenset phrase • stereotiepe uitdrukkingset price/time • vast(e) prijs/tijdstipset purpose • vast vooropgesteld doelset smile • strakke glimlachset in one's ways • met vaste gewoonten4 ready, set, go • aan de lijn, klaar, start〈 sport〉 (get) set! • klaar!〈 informeel〉 be all set for something/to do something • (helemaal) klaar zijn voor iets/om iets te doenset piece • groot vuurwerk op stellage; doorwrocht(e) stuk/compositie 〈 in kunst en literatuur〉; 〈 toneel〉 zetstuk; zorgvuldig vooraf geplande militaire operatie • 〈Brits-Engels; sport〉 spelhervatting 〈 hoekschop, vrije schop〉set square • tekendriehoekset teeth • op elkaar geklemde tanden♦voorbeelden:1 set dinner • dagschotel, dagmenu♦voorbeelden:her mind is set on pleasure • ze wil alleen plezier makenhe's very set (up)on becoming an actor • hij wil absoluut acteur worden————————set31 vast worden ⇒ stijf/hard worden 〈 van cement, gelei〉; verharden, stollen, een vaste vorm aannemen; bestendig worden 〈 van weer〉3 afnemen ⇒ verminderen, achteruitgaan♦voorbeelden:→ set about set about/, set forth set forth/, set in set in/, set off set off/, set on set on/, set out set out/, set to set to/, set up set up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zetten ⇒ plaatsen, stellen, leggen, doen zitten3 opleggen ⇒ opdragen, opgeven 〈 taak〉; geven 〈 voorbeeld〉; stellen 〈 voorbeeld, probleem〉; opstellen, (samen)stellen 〈vragen e.d.〉4 bepalen 〈 datum〉 ⇒ voorschrijven 〈 de mode〉; aangeven 〈 maat, pas, toon, tempo〉; vaststellen 〈 limiet, tijd, prijs〉5 brengen ⇒ aanleiding geven tot, veroorzaken9 aanhitsen ⇒ aanzetten, ophitsen♦voorbeelden:set free • vrijlaten, bevrijdenset ashore • aan land zettenset something before someone • iemand iets voorzetten/voorleggenset flowers in water • bloemen in water zettenset on the shore • aan land zettenset pen to paper • beginnen te schrijvenset spurs to the horse • het paard de sporen gevenset the alarm clock • de wekker zetten1set eggs • eieren laten uitbroeden1set a hen • een hen op eieren zetten3set a fire • een vuur aansteken3 who will set the examination papers? • wie stelt de examenvragen op?set someone a good example • iemand het goede voorbeeld gevenset a problem • een probleem stellenset questions • vragen stellenset someone a task • iemand een taak opleggenset someone to write a report • iemand een rapport laten opstellenset oneself a difficult task • zichzelf een moeilijke taak opleggenset something in motion • iets in beweging zettenset something in order • iets in orde brengenset the fashion • de mode bepalenset a price on something • de prijs van iets bepalenset a high value on something • veel waarde aan iets hechtenset the wedding-day • de trouwdag bepalenset someone laughing • iemand aan het lachen brengenthat set me thinking • dat bracht me aan het denkenset oneself to do something • zich erop toeleggen/zijn best doen om iets te doenset the table • de tafel dekken9 set a dog at/(up)on someone • een hond tegen iemand ophitsen/op iemand loslaten10 set one's teeth/lips • zijn tanden/lippen op elkaar klemmen13 set jewels • juwelen (in)zetten/kassenset a crown with gems • een kroon met juwelen bezetten18 the novel is set in nineteenth-century London • de roman speelt zich af in het Londen van de negentiende eeuwset little/much by something • iets geringschatten/hoogschatten, weinig/veel geven omset about rumours • geruchten verspreidenset (up)on someone • iemand aanvallen/overvallenagainst that fact you must set that … • daartegenover moet je stellen dat …public opinion is setting against him • de publieke opinie kant zich tegen hemset someone against someone • iemand opzetten tegen iemandset someone beside someone else • iemand met iemand anders vergelijkenset someone over someone • iemand boven iemand (aan)stellenset someone over something • iemand aan het hoofd stellen van iets -
38 weave
n. weven; vlechten; spinnen--------v. wegen; vlechten, samenvlechten; komplot smedenweave1[ wie:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 weefsel————————weave2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zich slingerend/zigzaggend banen♦voorbeelden:1 they were weaving their way through the full hall • zij baanden zich zigzaggend een weg door de volle hal————————weave31 weven♦voorbeelden:→ get get/II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 bedenken♦voorbeelden: -
39 Brosnan
n. familienaam, Brosnan; Brosnan, Pierce (geboren 1953), Iers geboren toneel- en filmacteur, ster van "The Crown Affair" en "Tomorrow Never Dies"
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Crown — or The Crown may refer to: Crown (anatomy), a part of the head or of a hat Headgear Coronet, a small crown consisting of ornaments fixed on a metal ring. Unlike a crown, a coronet never has arches.[citation needed] Crown (headgear), ceremonial… … Wikipedia
Crown — (kroun), n. [OE. corone, coroun, crune, croun, OF. corone, corune, F. couronne, fr. L. corona crown, wreath; akin to Gr. korw nh anything curved, crown; cf. also L. curvus curved, E. curve, curb, Gael. cruinn round, W. crwn. Cf. {Cornice},… … The Collaborative International Dictionary of English
Crown F.C. — Crown FC Founded 1994 Ground Ogbomosho Township Stadium/ Ilaro Stadium (Capacity: 5,000) Chairman Gabriel Babalola Manager Niyi Akande … Wikipedia
Crown — index culminate, culmination, honor, maximum (pinnacle), pinnacle, surmount Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton … Law dictionary
crown — [kroun] n. [ME coroune < OFr corone < L corona, a garland, crown < Gr korōnē, curved object, wreath < IE base * (s)ker , to turn, bend > L curvus, crux] 1. a garland or wreath worn on the head as a sign of honor, victory, etc. 2. a … English World dictionary
Crown — (kroun), v. t. [imp. & p. p. {Crowned} (kround); p. pr. & vb. n. {Crowning}.] [OE. coronen, corunen, crunien, crounien, OF. coroner, F. couronner, fr. L. coronare, fr. corona a crown. See {Crown}, n.] 1. To cover, decorate, or invest with a… … The Collaborative International Dictionary of English
crown — crown; crown·al; crown·ation; crown·et; crown·less; de·crown; dis·crown; un·crown; crown·er; crown·ing; … English syllables
Crown J — Birth name 김계훈 (Kim Kye Hoon) Also known as Crown Jewel Born November 12, 1979 (1979 11 12) (age 31) Origin South Korea … Wikipedia
crown — early 12c., royal crown, from Anglo Fr. coroune, from O.Fr. corone (13c., Mod.Fr. couronne), from L. corona crown, originally wreath, garland, related to Gk. korone anything curved, kind of crown. (O.E. used corona, directly from Latin) Extended… … Etymology dictionary
crown — [n1] top; best acme, apex, climax, crest, culmination, fastigium, head, meridian, peak, perfection, pinnacle, roof, summit, tip, top, ultimate, vertex, zenith; concepts 706,836 Ant. bottom, worst crown [n2] tiara for royalty chaplet, circlet,… … New thesaurus
Crown J — Surnom Crown Jewel Nom 김계훈 (Kim Kye Hoon) Naissance 12 novembre 1979 (1979 11 12) (32 ans) Pays d’origine Corée du Sud Activité principale … Wikipédia en Français