-
1 to assert
beweren -
2 allege
v. aanvoeren; beweren♦voorbeelden:he is alleged to have committed ten murders • hij zou tien moorden gepleegd hebben -
3 assert
v. verklaren; er op staan dat; beweren[ əsə:t]♦voorbeelden:assert oneself • op zijn recht staan, zich laten gelden -
4 aver
-
5 claim
n. aanspraak; vordering; bewering--------v. beweren; vorderen; aanspraak maken opclaim1[ kleem] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 aanspraak ⇒ recht, claim, eis♦voorbeelden:have a claim on/to • verdienen, recht hebben oplay claim/make a claim to • aanspraak maken op————————claim21 een vordering indienen ⇒ een eis instellen, genoegdoening/schadevergoeding eisen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opeisen ⇒ aanspraak maken op, rechten doen gelden op2 beweren ⇒ verkondigen, stellen3 recht hebben op ⇒ verdienen, nodig hebben♦voorbeelden:the accident claimed six lives • het ongeluk eiste zes levensclaim back • terugvorderen3 claim attention • aandacht opeisen/verdienen -
6 contend
v. wedijveren, strijden, twisten; betogen, beweren[ kəntend]1 wedijveren ⇒ strijden, twisten♦voorbeelden:contend for • strijden omcontend with difficulties • met problemen (te) kampen (hebben)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 betogen ⇒ (met klem) beweren, stellen -
7 profess
-
8 purport
-
9 submit
v. onderwerpen; aanvullen; voorstellen; indienen; beweren♦voorbeelden:submit to someone's wishes • iemands wensen inwilligen♦voorbeelden:submit to defeat • zich gewonnen gevenI will never submit to being parted from you • ik zal nooit toestaan dat we van elkaar gescheiden worden♦voorbeelden:submit a case to court • een zaak voor het gerecht brengenI submit that • ik meen te mogen beweren dat -
10 venture
n. onderneming; avontuurlijke reis/stap--------v. in gevaar brengen, een kans nemenventure1[ ventsjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (gevaarlijke) onderneming ⇒ gewaagd project, 〈 in het bijzonder〉 speculatie; avontuurlijke reis/stap————————venture2♦voorbeelden:venture out of doors • zich op straat wagen1 (aan)durven ⇒ wagen (iets te doen), durven (te beweren)♦voorbeelden:venture (up)on something • iets aandurven/wagen, zich wagen aan ietsventure that • durven te beweren dat2 inzetten♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 nothing ventured, nothing gained • wie niet waagt, die niet wint -
11 I submit that
-
12 assert oneself
-
13 call
n. roep; telefoontje; visite, bezoek; bel; uitnodiging; aanklacht; moeten--------v. roepen; schreeuwen; uitnodigen; telefoneren; bezoekencall1[ ko:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈 benaming voor〉 signaal ⇒ 〈 leger〉 verzamelsignaal 〈op bugel e.d.〉; 〈 jacht〉 hoornsignaal; (met lokfluitje) nagebootste dierenroep; 〈 brandweer〉 alarm4 (kort/formeel/zakelijk) bezoek5 beroep ⇒ aanspraak, claim6 oproep(ing) ⇒ sommatie, roep(ing); appel, voorlezing van presentielijst 〈 school, parlement e.d.〉; 〈 geldwezen〉 oproep tot aflossing van een schuld, aanmaning7 reden ⇒ aanleiding, noodzaak, behoefte10 telefoontje ⇒ (telefoon)gesprek, belletje♦voorbeelden:within call • binnen gehoorsafstandpay a call on someone • iemand een kort bezoek brengen, bij iemand langsgaanthe actors received a call for eight o'clock • de acteurs moesten om acht uur ophave at/on one's call • tot zijn (onmiddellijke) beschikking hebben〈 geldwezen〉 money at/on call, loan on call • callgeld, daggeldleningthere's no call for you to worry • je hoeft je niet ongerust te makenthere's not much call for figs • er is niet veel vraag naar vijgen→ close close/————————call21 (even) langsgaan/komen ⇒ (kort) op bezoek gaan, aanwippen; stoppen 〈 op station〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 call by • (even) aan/binnenwippenplease call in this afternoon • kom vanmiddag even langs alsjeblieftdo call round again • kom vooral nog eens langsthe ship calls at numerous ports • het schip doet talrijke havens aan3 roepen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ zijn roep uiten 〈 van vogel〉; lokken 〈 door nabootsing van dierengeluid〉; 〈 in het bijzonder〉 ritmisch roepen 〈 instructies〉; bij dans♦voorbeelden:call (something) (out) to someone • iemand (iets) toeroepenEdith will call (you) tonight • Edith belt (je) vanavondduty calls (me) • de/mijn plicht roept4 did Joan call (hearts) at all? • hééft Joan wel (harten) geboden?1 afroepen ⇒ oplezen, opsommen3 afkondigen ⇒ bijeenroepen, proclameren4 wakker maken ⇒ wekken, roepen7 het houden op ⇒ zeggen, (een bedrag) afmaken op♦voorbeelden:call to witness • als getuige oproepencall down/in/over • (naar) beneden/(naar) binnen/bij zich roepencall a meeting • een vergadering beleggen/bijeenroepenhow can you call yourself my friend? • hoe kun je beweren dat je mijn vriend(in) bent?call someone a liar • iemand uitmaken voor leugenaaryou call that hard? • noem/vind je dat moeilijk?call (something) one's own • (iets) bezitten, (iets) zijn eigendom (kunnen) noemen〈 informeel〉 what d'you call it? • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesbe called after one's grandfather • vernoemd zijn naar zijn grootvadercall away • wegroepencall forth • oproepen, (naar) boven brengencall forward • naar voren roepen -
14 declare
v. verklaren; opgeven; aangeven[ dikleə]1 een verklaring afleggen ⇒ een aankondiging/bekendmaking doen2 〈+against/for〉stelling nemen (tegen/voor) ⇒ zich (openlijk) uitspreken (tegen/voor)♦voorbeelden:¶ I (do) declare! • heb je (nou toch) ooit!, (wel) nu nog mooier!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bekendmaken ⇒ aankondigen, afkondigen♦voorbeelden:¶ declare oneself • zijn ware aard/bedoeling tonen -
15 have it (that)
zeggen (dat), beweren (dat) -
16 have
n. rijk, iemand die veel bezittingen heeft--------v. hebben; bezitten; verkrijgen; nodig hebben; veroorzakenhave1[ hæv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ the haves and the have-nots • de rijken en de armen, de bezitters en de niet-bezitters————————have2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hebben ⇒ bezitten, beschikken over, houden 〈 bezit, eigenschap, gelegenheid, plaats en tijd, verwanten en kennissen, iets dat toegezegd is〉5 hebben ⇒ genieten van, lijden aan6 hebben ⇒ laten liggen, leggen, zetten7 〈met naamwoord dat een activiteit uitdrukt; vaak te vertalen door werkwoord van dat naamwoord; informeel〉 hebben ⇒ maken, nemen 〈enz.〉8 toelaten ⇒ dulden, aanvaarden12 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 het moeten beleven dat ⇒ het overkomt/overkwam hem/haar/hun dat15 vrijen/slapen met♦voorbeelden:you can have that old car if you want • je mag die oude kar houden als je wilhe has an excellent memory • hij beschikt over een voortreffelijk geheugenhave mercy on us • heb medelijden met onsI've got no time • ik heb geen tijdyou have my word • je hebt mijn woord, mijn woord eropI've got it • ik heb het, ik weet het (weer)you have something there • daar zeg je (me) wat, daar zit wat inhe wouldn't have his wife back • hij wou zijn vrouw niet terug (hebben)do you have enough wine in? • heb je genoeg wijn in huis?have something about/on one • iets bij zich hebbenwhat does she have against me? • wat heeft ze tegen mij?2 the book has six chapters • het boek heeft/bestaat uit zes hoofdstukkenmay I have this dance from you? • mag ik deze dans van u?he had a splendid funeral • hij kreeg een schitterende begrafeniswe've had no news • we hebben geen nieuws (ontvangen)you can have it back tomorrow • je kunt het morgen terugkrijgenhave a cigarette • een sigaret nemen/rokenhave a good time • het naar zijn zin hebbenyou have it badly • je hebt het lelijk te pakkenlet's have the rug in the hall • laten we het tapijt in de hal leggenhave a discussion • discussiëren, een discussie hebbenhave a try • (het) proberenhave a walk • een wandeling makenI won't have you say such things • ik duld niet dat u zoiets zegtI'm not having any • ik pik het niet, ik pieker er niet overhe's finally had it done • hij heeft het eindelijk laten doenhave a tooth out • een tand laten trekken12 he's had his friends desert him • hij heeft het moeten meemaken dat zijn vrienden hem in de steek lietenhave someone (a)round/in/over • iemand (eens) uitnodigenwe are having the painters in next week • volgende week zijn de schilders bij ons in huis aan het werkhave someone up • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van beneden, uit het zuiden of van het platteland〉16 can you have the children tonight? • kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?〈 niet verouderd〉 have something off • iets uit het hoofd/van buiten kennenhave it (that) • zeggen (dat), beweren (dat)as the Bible has it • zoals het in de bijbel staatrumour has it that … • het gerucht gaat dat …have it (from someone) • het (van iemand) vernomen/gehoord hebben, het weten (van iemand)〈 informeel〉 have had it • hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan gevenhave it in for someone • een hekel hebben aan iemand, de pik hebben op iemandhave it in for someone • de pik hebben op iemandhave it/the matter out with someone • het (probleem) uitpraten/uitvechten met iemandhave something on someone • belastend materiaal tegen iemand hebbenyou have nothing on me • je kunt me niks makenhave nothing on • niet kunnen tippen aanhave something on/over • beter zijn dan, een streepje voor hebben op→ have on have on/III 〈 hulpwerkwoord〉2 〈alleen in aanvoegende wijs verleden tijd; formeel〉had(den)/was/waren ⇒ indien/als … zou(den) hebben/zijn♦voorbeelden:he has died • hij is gestorven2 had he claimed that, he would have been mistaken • had hij dat beweerd, dan zou hij zich vergist hebbenI had better/best forget it • ik moest dat maar vergeten, het zou beter/het beste zijn als ik dat vergatI'd just as soon die • ik zou net zo lief doodgaan -
17 how can you call yourself my friend?
how can you call yourself my friend?hoe kun je beweren dat je mijn vriend(in) bent?English-Dutch dictionary > how can you call yourself my friend?
-
18 maintain
v. onderhouden; doorgaan, verder gaan; zorgen voor-; passen op-; behouden; brood winnen; voorzien van-[ meenteen]1 handhaven ⇒ behouden, in stand houden♦voorbeelden:maintain a correspondence • een correspondentie aanhoudenmaintain life • in leven blijvenmaintain order • de orde bewarenmaintain war • oorlog (blijven) voeren -
19 make out
begrijpen; schrijven (cheque e.d.); zienmake out1 klaarspelen ⇒ het maken, zich redden3 vrijen♦voorbeelden:1 the European industry is not making out as bad as everybody says • met de Europese industrie gaat het niet zo slecht als iedereen zegt2 how are you making out with Leila? • hoe gaat het tussen jou en Leila?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitschrijven ⇒ opmaken, invullen5 begrijpen ⇒ snappen, hoogte krijgen van♦voorbeelden:1 make out a cheque to/in favour of • een cheque uitschrijven op naam van/ten gunste vanhe made out that … • hij beweerde dat …I can't make out this message • ik snap dit bericht nietwe couldn't make out if/whether they wanted to move or not • we konden er niet achter komen/wisten niet of ze nu wilden verhuizen of niet¶ how do you make that out? • hoe kom je daar bij? -
20 predicate
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Abbey of Benedictbeurn — Abbey of Benedictbeurn † Catholic Encyclopedia ► Abbey of Benedictbeurn Situated in the Bavarian Alps, about thirty miles south of Munich. It was formerly in the diocese of Augsburg, but some writers, including Mabillon, have wrongly… … Catholic encyclopedia
Bundesbrief von 1315 — Der Bundesbrief von Brunnen, datiert auf den 9. Dezember 1315, war der erste Bundesbrief, der in deutscher Sprache abgefasst wurde. Hier trat auch zum ersten Mal das Wort Eitgenoze in Erscheinung. Andere Namen für diesen Bundesbrief sind… … Deutsch Wikipedia
Ripsraps — 1. Ripsraps, alles in meinen Sack. »Alias D. Lutherus per tale signum notata, vocat. Ein anderer habe, was er machte. Mihi advocato.« 2. Ripsraps, Arschlochkrämer, Wiedernehmer. Unter Kindern üblich, wenn eins eine geschenkte Sache wieder… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon