-
1 cher
〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉2 duur3 best ⇒ geacht, waard♦voorbeelden:être cher à qn. • iemand na aan het hart liggenmon cher collègue • waarde collega————————cher2 [sĵer]〈 bijwoord〉1 duur♦voorbeelden:1 coûter cher • duur zijn, veel kostenne pas donner cher de la vie de qn. • geen cent meer voor iemands leven gevenpayer cher qc. • iets duur betalen, veel voor iets betalen; 〈 figuurlijk〉iets duur moeten betalen, zwaar voor iets boetenil me le payera cher • dat zal ik hem zwaar betaald zetten〈 informeel〉 pour pas cher • voor een schijntje, een prikjeI adv II 1. m (f - chère)beste, schat2. = chère; adj1) dierbaar, lief2) duur3) best, geacht, waard -
2 libérer
libérer [liebeeree]♦voorbeelden:♦voorbeelden:se libérer d'une hypothèque • een hypotheek aflossenv1) bevrijden3) ontslaan [dienst]4) storten, betalen5) vrijmaken6) uitstorten [hart]7) uiten [gedachten]8) liberaliseren [handel]9) vrijlaten -
3 payer
payer [pejjee]1 betalenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 betalen ⇒ voldoen, vergoeden2 belonen4 schenken ⇒ trakteren op, uitnodigen voor♦voorbeelden:4 viens, je te paie un verre • kom, drink er een van me1 zichzelf trakteren op ⇒ zich veroorloven, voor zichzelf kopen♦voorbeelden:v1) betalen2) lonend zijn4) belonen5) schenken -
4 payer cher qc.
payer cher qc.iets duur betalen, veel voor iets betalen; 〈 figuurlijk〉iets duur moeten betalen, zwaar voor iets boeten -
5 resquiller
resquiller [reskiejee]2 iets nemen, krijgen zonder dat men er recht op heeft ⇒ klaplopenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 acquitter
acquitter [aakietee]1 vereffenen ⇒ voldoen, betalen1 zich kwijten (van) ⇒ vervullen, vereffenen♦voorbeelden:v1) betalen, voldoen2) vrijspreken3) kwiteren [factuur] -
7 compte
compte [kõt]〈m.〉1 berekening ⇒ telling, (het) aftellen, (het) opsommen♦voorbeelden:compte rond • rond getalle compte est bon • de berekening kloptfaire le compte • de rekening opmaken, de optelling makenfaire le compte de qc. à qn. • iemand iets voorrekenencompte à rebours • (het) aftellen2 〈 figuurlijk〉 compte d'apothicaire • overdreven gespecificeerde, ondoorzichtige gepeperde rekeningun compte en banque • een bankrekeningcompte chèque postal • (post)girorekeningcompte en participation • gezamenlijke rekeningcompte des pertes et profits, compte des profits et des pertes • winst-en-verliesrekeningcompte courant • rekening-courantcompte courant postal • (post)girorekeningcompte joint • gezamenlijke rekening, en/of-rekeningpasser en compte • op de rekening boeken〈 informeel, figuurlijk〉 avoir son compte • zijn portie gehad hebben 〈 mishandeld, dood of dronken zijn〉〈 figuurlijk〉 demander son compte • zijn loon verlangen, zijn baan opzeggendonner son compte à qn. • iemand betalen; iemand ontslaanle compte n'y est pas • de rekening klopt nietil n'a pas touché son compte • hij heeft niet gekregen waar hij recht op heefty trouver son compte • aan zijn trekken komens'installer, s'établir à son compte • voor zichzelf beginnenêtre à son compte • zelfstandig zijnprendre qc. à son compte • de verantwoording op zich nemenpour mon propre compte • voor mezelfacheter pour son propre compte • voor eigen rekening kopenpour le compte de • voor rekening van, in opdracht vanmettre qc. sur le compte de qn. • iets op iemands rekening schrijven, iemand iets verwijtenrendre compte de qc. • verslag uitbrengen over iets, iets vermeldense rendre compte de qc. • zich rekenschap geven van iets, iets beseffentu te rends compte! • stel je eens voor!compte rendu • verslag, recensie, beoordelingtenir compte de • rekening houden metêtre loin du compte • ver van de werkelijkheid verwijderd zijn, er ver naast zittenà bon compte • goedkoopil s'en est tiré à bon compte • hij is er goedkoop, zonder kleerscheuren vanaf gekomenà ce compte-là • zo beschouwd, als je zo redeneert, als iedereen zo zou denkenprendre en compte • rekening houden metpour mon compte • wat mij betreftlaisser pour compte • laten zitten, links laten liggenun laissé pour compte • een door iedereen in de steek gelaten persoon; 〈 van dingen〉 een afdankertjem1) berekening, telling2) rekening3) voordeel4) rekenschap, verantwoording -
8 compter
compter [kõtee]2 meetellen ⇒ in tel zijn, belangrijk zijn, gelden♦voorbeelden:à compter de • vanafcompter de tête • uit het hoofd rekenencompter parmi, au nombre de • behoren tot, gerekend worden totcomptez sur moi • reken op mijcompter sur les doigts • op de vingers natellenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tellen ⇒ optellen, uittellen3 verwachten ⇒ willen, van plan zijn4 berekenen ⇒ uitbetalen, betalen♦voorbeelden:on peut compter ses lettres • men kan zijn brieven op de vingers van een hand tellensans compter que • afgezien daarvan dat3 compter que • verwachten dat, ermee rekenen datv1) rekenen2) meetellen, belangrijk zijn3) (op)tellen4) (mee)rekenen5) verwachten, van plan zijn6) berekenen, betalen -
9 contribuer
-
10 honorer
-
11 matraquer
matraquer [maatraakee]〈 werkwoord〉v2) erin hameren, steeds herhalen3) afzetten, te veel laten betalen -
12 payable
-
13 régler
régler [reeglee]1 betalen ⇒ regelen, vereffenen2 regelen ⇒ vaststellen, bepalen3 regelen ⇒ bij-, af-, instellen6 liniëren♦voorbeelden:régler un tir • inschietenv1) betalen, vereffenen2) regelen3) instellen4) beslechten6) liniëren -
14 rémunérer
-
15 cotiser
cotiser [kottiezee]♦voorbeelden:1 geld bijeenbrengen ⇒ botje bij botje leggen, met elkaar betalen♦voorbeelden: -
16 rétribuer
rétribuer [reetriebuu.ee]〈 werkwoord〉 -
17 y mettre le prix
-
18 accessible
accessible [aaksessiebl]2 gevoelig ⇒ vatbaar, ontvankelijk♦voorbeelden:exposé accessible au profane • voor een niet-ingewijde begrijpelijke uiteenzettingadj1) toegankelijk, bereikbaar2) gevoelig, ontvankelijk -
19 aligner
-
20 appoint
См. также в других словарях:
betalen — pay … Woordenlijst Sranan
Bezahlen — 1. Bald bezahlt, ist gut bezahlt. 2. Bezahle, was du schuldig bist, so wirst du wissen, was dein ist. 3. Bezahlen und wenig haben, ist besser als schuldig sein bei vollem Beutel. It.: E meglio pagare, e poco havere, che molto havere, e più dovere … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Phonologie du néerlandais — Pour plus d information sur la langue néerlandaise, rapportez vous à l article principal. Ci dessous se trouve la prononciation du néerlandais, transcrite en symboles de l Alphabet phonétique international. Voyelles API SAMPA Exemples /a/ /a/ … Wikipédia en Français
Maurice de Hond — (born 8 October 1947, Amsterdam) is a Dutch pollster and entrepreneur. Career De Hond studied social geography at the University of Amsterdam, obtaining a degree in 1971. He worked for the university, as assistant with the Sociaal Geografisch… … Wikipedia
Rabo Mobiel — [http://www.rabomobiel.nl Rabo Mobiel] is a Dutch Enhanced Service Provider operating nationally, launched on the 15th of November 2006 in the highly competitive NL MVNO market (over 50 ESPs/MVNOs in the marketplace). Rabo Mobiel runs in… … Wikipedia
IDEAL — is an Internet payment method in The Netherlands, based on online banking. Introduced in 2005, this payment method allows customers to buy securely on the Internet using direct online transfers from their bank account. iDEAL processed in 2007 15… … Wikipedia
Phonologie du neerlandais — Phonologie du néerlandais Pour plus d information sur la langue néerlandaise, rapportez vous à l article principal. Ci dessous se trouve la prononciation du néerlandais, transcrite en symboles de l Alphabet phonétique international. Sommaire 1… … Wikipédia en Français
Prononciation du néerlandais — Phonologie du néerlandais Pour plus d information sur la langue néerlandaise, rapportez vous à l article principal. Ci dessous se trouve la prononciation du néerlandais, transcrite en symboles de l Alphabet phonétique international. Sommaire 1… … Wikipédia en Français
List of Occupy movement protest locations — Protesters during day fourteen of Occupy Wall Street (September 30, 2011) The Occupy Wa … Wikipedia
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hausmiethe — 1. Die Hausmiethe mit dem Bettstroh bezahlen. Holl.: Den huiswaard betalen met bedstroo. (Harrebomée, I, 340.) 2. Hausmiethe und Erbmiethe gehen vor aller Schuld. – Graf, 116, 288. Von dem Vorrecht, das dem Verpächter oder Vermiether an der… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon