-
1 great deal of
adv. een grote hoeveelheid -
2 a great deal
heel wat (bv: "We hebben heel wat genoten op het feestje"); niet vaak of in grote hoeveelheden (bv., Ik drink niet veel alcohol") -
3 cause a great deal of controversy
English-Dutch dictionary > cause a great deal of controversy
-
4 come in for a great deal of criticism
English-Dutch dictionary > come in for a great deal of criticism
-
5 have a great deal of pull with someone
have a great deal of pull with someoneEnglish-Dutch dictionary > have a great deal of pull with someone
-
6 there's a great deal of wear in it
English-Dutch dictionary > there's a great deal of wear in it
-
7 this job asks a great deal of me
this job asks a great deal of me -
8 entertain a great deal
veel gasten hebben, gastvrij ontvangen -
9 great
adj. groot; belangrijk; groots; uitstekendgreat1[ greet]♦voorbeelden:II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord voornamelijk meervoud; the〉1 groten ⇒ vooraanstaande/prominente figuren♦voorbeelden:1 great and small • iedereen, uit alle lagen van de bevolkingIII 〈meervoud; Greats〉1 eindexamen (voor Bachelor of Arts) 〈 in Oxford, in het bijzonder in klassieke letteren en wijsbegeerte〉————————great2〈 greatness〉♦voorbeelden:1 a great man • een groot/nobel manI'm the greatest! • ik ben de allergrootste!II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 groot ⇒ belangrijk, vooraanstaand6 groot ⇒ ijverig, enthousiast♦voorbeelden:Greater London • Groot Londena great occasion • een belangrijke gelegenheidthe Great Powers • de grote mogendhedenthe Great Wall of China • de Chinese Muura great loss • een zwaar verliesa great many • heel wat, een heleboelGreat Dane • Deense dogGreat Divide • hoofdwaterscheiding 〈 in het bijzonder Rocky Mountains〉; 〈 figuurlijk〉 grens tussen leven en doodgreat crested grebe • fuut〈 slang〉 go great guns • veel succes hebben, als een trein lopenat great length • uitvoeriggo to great lengths • erg ver gaan, erg zijn best doenhe's a great one for forgetting his diary • hij vergeet altijd maar zijn agendano great shakes • niets bijzonders, niet iets om over naar huis te schrijvenbe in great spirits • opgewekt zijnset great store by/on • grote waarde hechten aanthe greatest thing since sliced bread • iets fantastischgreat tit(mouse) • koolmeesthe Great War • de Eerste Wereldoorlog1 goed ⇒ bedreven, handig♦voorbeelden:————————great3♦voorbeelden: -
10 ask
v. vragen; verzoeken; uitnodigen[ a:sk]1 vragen ⇒ informeren, navraag doen♦voorbeelden:1 ask about/after/for someone/something • naar iemand/iets vragenask for advice • om raad vragen〈 informeel〉 ask for it • erom vragen, het uitlokkenask for nothing better • niets liever willenask for trouble • om moeilijkheden vragenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:it's yours for the asking • je hebt er maar om te vragenask a favour of someone • iemand om een gunst vragenthis job asks a great deal of me • deze baan vergt veel van mijn krachtenask someone out/over for dinner • iemand voor een etentje uitnodigenask someone round • iemand thuis uitnodigen¶ stop it, I ask you! • hou ermee op, alsjeblieft!〈 informeel〉 if you ask me • volgens mij, als je het mij vraagt -
11 come in for
ontvangen; het onderwerp zijn van, aantrekken (bv. "De acteur was het onderwerep van veel commentaar")come in for2 aantrekken ⇒ het voorwerp zijn van, uitlokken♦voorbeelden: -
12 controversy
n. controversie; woorden hebben[ kontrəvə:sie, kəntrovvəsie] 〈meervoud: controversies〉1 onenigheid ⇒ wrijving, verdeeldheid♦voorbeelden:beyond controversy • buiten kijf -
13 pull
n. trekken; invloed; aankomst; lezen (in druk); handvat (om te trekken)--------v. trekken; slepen; eruit trekken; aanspannen; scheurenpull1[ poel]4 (trek)knop ⇒ trekker, handvat♦voorbeelden:a long pull across the hills • een hele klim over de heuvels♦voorbeelden:2 have a pull on someone • invloed/macht over iemand hebben♦voorbeelden:————————pull21 trekken ⇒ getrokken worden, plukken, rukken4 bewegen♦voorbeelden:this table pulls apart easily • deze tafel gaat gemakkelijk uit elkaarpull at/on a pipe • aan een pijp trekken3 the bus pulled away • de bus reed weg/trok opthe car pulled ahead of us • de auto ging voor ons rijdenthe car pulled alongside ours • de auto kwam naast de onze rijden, de auto stopte naast de onzepull for the shore • naar de kust varenthe train pulled into Bristol • de trein liep Bristol binnen→ pull back pull back/, pull in pull in/, pull off pull off/, pull out pull out/, pull over pull over/, pull round pull round/, pull through pull through/, pull together pull together/, pull up pull up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 trekken (aan) ⇒ (uit)rukken, naar zich toetrekken; uit de grond trekken; tappen; zich verzekeren van, (eruit) halen♦voorbeelden:pull a chair up to the table • een stoel bijschuiven (aan tafel)pull customers • klandizie trekkenhe pulled a gun on her • hij richtte een geweer op haarpull a tooth • een kies trekkenpull votes • stemmen trekken/winnenhe pulled on his shirt • hij trok zijn overhemd aanthe current pulled him under • de stroming sleurde hem mee2 what's this man trying to pull? • wat probeert deze man me te leveren?→ pull back pull back/, pull down pull down/, pull in pull in/, pull off pull off/, pull out pull out/, pull over pull over/, pull round pull round/, pull through pull through/, pull together pull together/, pull up pull up/ -
14 wear
n. dracht; het gedragen worden; kledingstuk; kleding; lompen; slijtage; sterkte--------v. aanhebben, dragen; uitgaan; volhouden; uitdragenwear1[ weər] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 slijtage♦voorbeelden:→ worse worse/————————wear2♦voorbeelden:the week wears to its end • de week loopt (langzaam) ten einde1 verslijten ⇒ (af)slijten, uitslijten♦voorbeelden:you've worn holes in your elbows • je ellebogen zijn versleten/door♦voorbeelden:wear a smile • glimlachen4 they won't wear it • zij nemen/pikken het niet (langer)
См. также в других словарях:
great\ deal — • good deal • great deal noun informal A large amount; much. Used with a . Mrs. Walker s long illness cost her a good deal. George spends a great deal of his time watching television. Often used like an adverb. Cleaning up after the party took a… … Словарь американских идиом
great deal — noun (often followed by of ) a large number or amount or extent (Freq. 10) a batch of letters a deal of trouble a lot of money he made a mint on the stock market see the rest of the winners in our huge passel of photos it must have cost plenty … Useful english dictionary
great deal — See: GOOD DEAL … Dictionary of American idioms
great deal — See: GOOD DEAL … Dictionary of American idioms
great deal — Synonyms and related words: a deal, a great deal, a lot, abundantly, as all creation, as all get out, batch, beaucoup, considerable, considerably, deal, ever so, ever so much, galore, gobs, good deal, greatly, heap, heaps, highly, in great… … Moby Thesaurus
great deal of — • good deal of • great deal of much; a lot of (+ uncountable noun) … Idioms and examples
a great deal — adverb 1. to a very great degree or extent (Freq. 1) I feel a lot better we enjoyed ourselves very much she was very much interested this would help a great deal • Syn: ↑a lot, ↑lots, ↑ … Useful english dictionary
(a) great deal of — a great deal (of (something)) a large amount of something. He offered me a great deal of money. Keeping the house really meant a good deal to me … New idioms dictionary
(a) great deal — a great deal (of (something)) a large amount of something. He offered me a great deal of money. Keeping the house really meant a good deal to me … New idioms dictionary
a great deal — to a very much extent (e.g., we enjoyed ourselves a great deal at the party ); not often or in large quantities (e.g., I don t drink a great deal of alcohol ) … English contemporary dictionary
a great deal — a good deal under a great deal of pressure there s a good deal of unfinished work here Syn: a lot, a large amount, a fair amount, much, plenty; informal lots, loads, heaps, bags, masses, tons, stacks … Thesaurus of popular words