-
1 drank
-
2 drank to
toasten op -
3 drank in his words
dronk zijn woorden in -
4 drank too much
teveel gedronken -
5 they drank his health
-
6 spat into the well he drank off
spuwde in het water waarvan hij dronk (kwetste iemand die goed voor hem was) -
7 be fond of the bottle
Drank liefhebber, van een drankje houden -
8 beverage giant
Drank koning -
9 stand drinks
drank serveren; betalen voor drankjes -
10 drink
n. drank, drankje--------v. drinkendrink1[ dringk] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (iets te) drinken ⇒ slok, teug2 drank ⇒ sterkedrank, alcohol♦voorbeelden:2 food and drink • eten en drinken, spijs en drank————————drink21 drinken ⇒ leegdrinken, op/uitdrinken♦voorbeelden:drink away all one's money • al zijn geld verdrinkendrink down/off • in een teug op/leegdrinkendrink up • opdrinken, (het glas) leegdrinken♦voorbeelden: -
11 bootleg
adj. illegaal geproduceerd of gedistribueerd, op illegale wijze gemaakt of verkocht--------n. marktkraam; verboden drank--------v. smokkelen, clandestien (drank) stokenbootleg1————————bootleg2〈werkwoord; bootlegged〉1 smokkelen ⇒ clandestien (drank) stoken/verkopen -
12 liquor
n. alcoholische drank, sterke drank; (kook)vocht, jus--------v. Alcoholische drank, sterkedrank; kookvocht[ likkə]♦voorbeelden:→ spirituous spirituous/, worse worse/1 (kook)vocht ⇒ (groente)nat, jus -
13 tipple
n. (sterke) drank--------v. (sterke) drank drinkentipple1————————tipple2 -
14 soft
adj. zacht; soort drank ("softdrink"); zachtaanvoelend; aangenaam; rustig; ontspannen; mild; domoor (i. d. spreektaal)9 zwak ⇒ gek, verliefd♦voorbeelden:soft iron • weekijzersoft nothings • mooie praatjes(have) a soft spot for someone • een zwak voor iemand hebben9 be soft about/on • gek/verliefd zijn op, een zwak hebben voorsoft loan • lening op gunstige voorwaardensoft mark • dupe, willig slachtoffersoft money • papiergeld -
15 absinth
-
16 absinthe
-
17 beverage
-
18 booze
-
19 bottle
n. fles--------v. een fles vullen met-bottle1[ botl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 crack a bottle • een fles aanspreken, een fles soldaat makena bottle of rum • een fles rummy baby is brought up on the bottle • mijn baby wordt met de fles grootgebrachtthe boss is on the bottle • de baas is aan de drank————————bottle2〈 werkwoord〉2 inmaken♦voorbeelden:→ bottle up bottle up/ -
20 fizz
См. также в других словарях:
Drank — may refer to: Drank (soda), a grape flavored anti energy drink sold in some U.S. states. Purple drank, a recreational drug See also Drink Drunk This disambiguation page lists articles associated with the same title. If an … Wikipedia
Drank — Drank, imp. of {Drink}. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Drank — Drank, n. [Cf. 3d {Drake}.] Wild oats, or darnel grass. See {Drake} a plant. [Prov. Eng.] Halliwell. [1913 Webster] || … The Collaborative International Dictionary of English
drank — past and past part of DRINK … Medical dictionary
drank — [dræŋk] the past tense of ↑drink … Dictionary of contemporary English
drank — the past tense of DRINK … Usage of the words and phrases in modern English
Drank — Sm Spülwasser, Schweinefutter per. Wortschatz ndd. (20. Jh.) Stammwort. Eigentlich niederdeutsche Form von Trank zu trinken. Bezeichnet das flüssige Schweinefutter, in das Küchenabfälle usw. gegeben werden. deutsch s. trinken … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
drank — O.E. dranc, sing. past tense of DRINK (Cf. drink). It also became pp. 17c. 19c., probably to avoid the pejorative associations of DRUNK (Cf. drunk) … Etymology dictionary
drank — see drink … Modern English usage
drank — [draŋk] vt., vi. pt. & often informal pp. of DRINK … English World dictionary
Drank — Drink Drink (dr[i^][ng]k), v. i. [imp. {Drank} (dr[a^][ng]k), formerly {Drunk} (dr[u^][ng]k); & p. p. {Drunk}, {Drunken} ( n); p. pr. & vb. n. {Drinking}. Drunken is now rarely used, except as a verbal adj. in sense of habitually intoxicated; the … The Collaborative International Dictionary of English