-
1 Gold
〈o.; Gold(e)s〉♦voorbeelden:1 ein Gold führender Fluss • een goudhoudende, goud bevattende rivierdas ist Gold(es) wert! • dat is goud waard!das ist nicht in, mit Gold zu bezahlen, aufzuwiegen • dat is met geen goud te betalenGold in der Kehle haben • een gouden, prachtige stem hebbentreu, zuverlässig wie Gold • trouw, eerlijk als goud -
2 Gold in der Kehle haben
Gold in der Kehle habeneen gouden, prachtige stem hebben -
3 Edelsteine in Gold fassen
Edelsteine in Gold fassenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > Edelsteine in Gold fassen
-
4 Morgenstunde hat Gold im Munde
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Morgenstunde hat Gold im Munde
-
5 aus etwas Gold münzen
-
6 ein Gold führender Fluss
een goudhoudende, goud bevattende rivierWörterbuch Deutsch-Niederländisch > ein Gold führender Fluss
-
7 eine Auflage aus Gold
eine Auflage aus Gold -
8 eine Schüssel in Gold arbeiten
eine Schüssel in Gold arbeitenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Schüssel in Gold arbeiten
-
9 eine Stange Gold
-
10 Auflage
-
11 Morgenstunde
Morgenstunde〈v.〉♦voorbeelden: -
12 Mund
〈m.; Mund(e)s, Münder〉2 opening, ingang, mond♦voorbeelden:〈 informeel〉 Mund zu! • mond houden!aus berufenem Munde • uit betrouwbare bronjemandem das Wort aus dem Mund nehmen • iemand de woorden uit de mond nemenein Wort dauernd im Mund führen • een woord voortdurend in de mond hebben, gebruikenin aller Munde sein • op ieders lippen zijnin aller Leute Munde sein • bij iedereen over de tong gaanjemandem nach dem, zum Mund reden • iemand naar de mond pratenvon der Hand in den Mund leben • van de hand in de tand leven¶ 〈 informeel〉 sich 〈 3e naamval〉 den Mund fransig, fusselig reden • zich de blaren op de mond praten, (vergeefs) op iemand inpratenjemandem den Mund verbieten • iemand beletten te spreken -
13 Stange
Stange〈v.; Stange, Stangen〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 jemanden bei der Stange halten • (a) iemand warm voor iets houden; (b) iemand achter zich scharen〈informeel; figuurlijk〉 von der Stange • doorsnee-, eenvoudigeine Stange Gold • een staaf goudeine Stange Zimt • een pijpje kaneelein paar Stangen Spargel • een paar asperges〈 informeel〉 eine ganze Stange • een hele hoop, heel wat -
14 arbeiten
arbeiten♦voorbeelden:seine Brust arbeitet • zijn borst gaat heftig op en neerGeld arbeitet • geld wint gelddas Holz arbeitet • het hout werktsein Geld arbeiten lassen • zijn geld winstgevend beleggenan sich arbeiten • aan zichzelf werkenauf dem Bau, Feld arbeiten • in de bouw, op het veld werkenfür ein bessere Welt arbeiten • voor een betere wereld werken, ijverender Bildhauer arbeitet in Sandstein • de beeldhouwer werkt met zandsteeneinander in die Hand, Hände arbeiten • elkaar in de hand werkendie Kränkung arbeitet in ihm • die krenking zit hem dwarsüber einen Autor arbeiten • over een auteur schrijvenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 jacht, sport en spel〉africhten, dresseren♦voorbeelden:eine Schüssel in Gold arbeiten • een schaal in goud werken2 zich werken ⇒ door te werken … geraken3 zich werken ⇒ door te werken … (doen) worden♦voorbeelden:2 sich durch das Gebüsch, den Schnee arbeiten • zich door het struikgewas, de sneeuw heen werken〈 figuurlijk〉 sich in die Höhe, nach oben arbeiten • zich op-, omhoogwerken -
15 das ist Goldes wert
das ist Gold(es) wert!dat is goud waard! -
16 fassen
fassenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 pakken, grijpen ⇒ vat krijgen♦voorbeelden:der Wind fasst ins Segel • de wind krijgt vat in het zeilII 〈 overgankelijk werkwoord〉8 meepakken, grijpen♦voorbeelden:jemanden an, bei seiner schwachen Seite, Stelle fassen • iemand op zijn zwakke plek raken〈 figuurlijk〉 jemanden bei seiner Ehre zu fassen versuchen • op iemands eer(gevoel) proberen te werkeneinen Weg mit Bäumen fassen • een weg met bomen omzomenetwas in Worte fassen • iets onder woorden brengen7 das ist nicht zu fassen! • je houdt het niet voor mogelijk!Vertrauen zu jemandem fassen • vertrouwen in iemand krijgeneinen Vorsatz fassen • zich iets voornemenetwas ins Auge fassen • iets onder ogen zienjemanden ins Auge fassen • iemand op het oog hebben10 Angst, Entsetzen fasste mich • angst, ontzetting greep mij aan1 tot bedaren komen, zich beheersen ⇒ opnieuw zijn evenwicht vinden♦voorbeelden:1 fass dich! • beheers je! -
17 gelten
gelten3 doelen, slaan op ⇒ bedoeld zijn voor, gemunt zijn op♦voorbeelden:etwas gelten lassen • iets laten gelden, iets ook goed vindenandere gelten lassen • anderen in hun recht latenes gilt! • afgesproken!das gilt nicht! • dat telt, geldt niet!als, für dumm gelten • als dom gelden, voor dom doorgaandeine Liebe gilt mir viel • jouw liefde betekent veel voor mij3 diese Bemerkung galt mir • deze opmerking sloeg, doelde op mij4 sein Interesse galt der Politik • zijn belangstelling gold de politiek, ging uit naar de politiekII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉3 gelegen zijn, hechten aan♦voorbeelden:es gilt, uns zu entscheiden • we moeten een beslissing nemen -
18 münzen
-
19 schwer
2 moeilijk, zwaar, lastig♦voorbeelden:1 schweres Gold, schweres Silber • massief goud, zwaar zilveretwas schwer nehmen • iets ernstig, zwaar opvatten, opnemen, zwaar tillen aan ietsdas Leben schwer nehmen • zwaar op de hand, zwaartillend zijn2 schwer erziehbar • moeilijk opvoedbaar, lastigschwer verständlich • moeilijk (te begrijpen, te vatten)schwer verträglich • moeilijk, slecht verteerbaarder Schüler begreift schwer • de leerling is traag van begripSchweres durchmachen • een moeilijke tijd doormakenschwer fallen, halten • zwaar, moeilijk vallen, niet meevallenschwer hören • slecht horenschwer machen • moeilijk maken, moeilijkheden veroorzakenjemandem schwer zu schaffen machen • het iemand moeilijk makensich schwer tun (mit etwas) • moeite hebben, het moeilijk hebben (met iets)ein schwerer Seufzer • een grote, diepe zuchteine schwere Wunde • een lelijke wondschwer behindert • invalide, zwaar gehandicaptschwer betrunken • stomdronkenschwer krank • zwaar, ernstig ziekschwer verletzt, verwundet • zwaargewondsich schwer ärgern • zich gruwelijk ergerenschwer aufpassen • (erg) goed oplettendas will ich schwer hoffen! • dat zou ik hopen!ich werde mich schwer hüten! • ik kijk wel uit!schwer im Irrtum sein • zich vreselijk, deerlijk, danig vergissen4 schweres Geld • veel, grof geld -
20 sein Interesse galt der Politik
zijn belangstelling gold de politiek, ging uit naar de politiekWörterbuch Deutsch-Niederländisch > sein Interesse galt der Politik
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Gold — (et) … Kölsch Dialekt Lexikon
Gold — Gold … Hochdeutsch - Plautdietsch Wörterbuch
Gold — (g[=o]ld), n. [AS. gold; akin to D. goud, OS. & G. gold, Icel. gull, Sw. & Dan. guld, Goth. gul[thorn], Russ. & OSlav. zlato; prob. akin to E. yellow. [root]49, 234. See {Yellow}, and cf. {Gild}, v. t.] [1913 Webster] 1. (Chem.) A metallic… … The Collaborative International Dictionary of English
GOLD — steht allgemein für: Gold (Au), ein Edelmetall und chemisches Element Gold (Farbe), einen warmer Gelbton Gold, ein heraldisches Metall Goldene Schallplatte, einen Musikpreis In der Kunst steht Gold für: einen Film von Karl Hartl aus dem Jahr 1934 … Deutsch Wikipedia
Gold — (Aurum), nächst Eisen und Aluminium das am weitesten verbreitete, meist aber in geringer Menge vorkommende Metall. 1) Vorkommen (mineralogisch und geologisch). G. findet sich meist gediegen und dann fast immer legiert mit Silber, auch mit Eisen,… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Gold [2] — Gold Au (Atomgew. 197, spez. Gew. 19,3) ist ein gelbes, stark glänzendes, sehr zähes, höchst dehnbares Metall (das dehnbarste aller Metalle). Aeußerst dünne Goldblättchen sehen im durchfallenden Lichte blau bis grünlich aus. Wegen der geringen… … Lexikon der gesamten Technik
gold — gold; gold·berg·ian; gold·en·ness; gold·en·pert; gold·i·locks; gold·ish; gold·ite; gold·less; gold·schmidt·ine; gold·schmidt·ite; gold·schmidt s; gold·sin·ny; gold·smith; gold·smith·ery; gold·smith·ing; gold·spink; gold·wyn·ism; man·gold;… … English syllables
Gold — puede referirse a: Contenido 1 Música 2 Apellidos 2.1 Autores de nombres científicos 3 Televisión … Wikipedia Español
gold — [gəʊld ǁ goʊld] noun [uncountable] 1. a valuable soft metal used to make jewellery, coins etc, and formerly used in a system in which the value of the standard unit of a currency is equal to a fixed weight of gold of a particular quality: • On… … Financial and business terms
gold — [gōld] n. [ME < OE, akin to Ger gold, ON goll < IE base * ĝhel , to shine, gleam > GLOW, YELLOW] 1. a heavy, yellow, inert, metallic chemical element that is highly ductile and malleable: it is a precious metal and is used in the… … English World dictionary
gold — Symbol: Au Atomic number: 79 Atomic weight: 196.96655 Gold is gold colored. It is the most malleable and ductile metal known. There is only one stable isotope of gold, and five radioisotopes of gold, Au 195 being the most stable with a half life… … Elements of periodic system