-
1 Stange
Stange〈v.; Stange, Stangen〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 jemanden bei der Stange halten • (a) iemand warm voor iets houden; (b) iemand achter zich scharen〈informeel; figuurlijk〉 von der Stange • doorsnee-, eenvoudigeine Stange Gold • een staaf goudeine Stange Zimt • een pijpje kaneelein paar Stangen Spargel • een paar asperges〈 informeel〉 eine ganze Stange • een hele hoop, heel wat
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский