-
1 tong
1 [orgaan; vlees] tongue2 [persoon] 〈zie voorbeelden 2〉3 [vis] sole♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 een scherpe tong hebben • have a sharp tongue, be sharp-tonguedhij had zijn tong wel kunnen afbijten • he could have bitten his tongue off/kicked himselfheb je je tong verloren/ingeslikt? • have you lost/swallowed your tongue?, has the cat got your tongue?zijn tong hing hem op de schoenen • he was dog-tired/deadbeat/fagged outde tongen kwamen los/in beweging • the tongues were loosened, tongues were waggingde wijn maakte haar tong los • the wine loosened her tonguedat streelt de tong • that is pleasing to the palatezijn tong uitsteken tegen iemand • put out one's tongue at someone〈 figuurlijk〉 over de tong gaan • be on many lips, be talked aboutrap van tong zijn • have a glib/ready tongue -
2 mond
♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 een grote mond opzetten tegen iemand, iemand een grote mond geven • talk back at/to someone, give someone liphij kan zijn grote mond niet houden • he can't keep his big mouth shutdat is een hele mond vol • that's quite a mouthful〈 figuurlijk〉 iedereen heeft er de mond van vol • everybody is full of it, it is on everybody's lips〈 figuurlijk〉 zij hebben de mond vol over ontwapening, maar … • they have a lot to say about/make a great song and dance about disarmament, but …doe je mond dan open • say something (for goodness' sake)〈 figuurlijk〉 zijn mond voorbijpraten • let one's tongue run away with one, blab, spill the beansbij monde van • through/from〈 figuurlijk〉 bepaalde woorden in de mond nemen • use/utter certain words〈 figuurlijk〉 met de mond vol tanden staan • be at a loss for words/tongue-tiedde vinger op de mond leggen • put one's finger to one's lipsiets uit zijn eigen mond sparen • 〈 letterlijk〉 save some of one's food for someone else; 〈 bezuinigen〉 go without food to buy something for someone else(als) uit één mond • with one voice, unanimouslyuit zijn mond klinkt het ongeloofwaardig • it sounds unbelievable coming from himhet gerucht ging van mond tot mond • the rumour went roundhij antwoordde wat hem voor de mond kwam • he said the first thing that came into his headgeen mond opendoen • keep one's mouth shut, never open one's mouthhij heeft een mond als een hooischuur • he's got a mouth big enough for two people -
3 verspreken
〈wederkerend werkwoord; zich verspreken〉1 [klanken verwisselen] make a mistake/slip (of the tongue)2 [zich iets laten ontvallen] let one's tongue run away with one ⇒ 〈 iets verklappen〉 let the cat out of the bag, 〈door praten in moeilijkheden komen; informeel〉 put one's foot in it -
4 spraak
1 [vermogen om te spreken] speech2 [wijze van spreken] language♦voorbeelden:zijn spraak hervinden • find one's tongue (again)zijn spraak verloren hebben • have lost one's tongue2 iemand aan zijn spraak herkennen • know/recognize someone by his language -
5 branden
2 [licht/warmte uitstralen] burn3 [smeulen] burn4 [met betrekking tot lichaamsdelen, ook figuurlijk] burn♦voorbeelden:uit zichzelf beginnen te branden • ignite spontaneouslyde zon brandt • the sun is burning/blazingde kachel laten branden • leave the (gas-)fire burningdit stelletje brandt op hout • this stove burns wood3 een brandende pijp/sigaar • a burning/lit pipe/cigarcognac brandt in de keel • brandy burns the throat〈 figuurlijk〉 branden van nieuwsgierigheid/van verlangen • burn with curiosity/desireik ben er niet op gebrand • I'm not crazy about itze was het huis niet uit te branden • there was no way of getting her out of the househij is niet vooruit te branden • you can't get him to shiftII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door vuur doen verteren] burn2 [schroeien, door middel van vuur bewerken] burn ⇒ scald 〈aan heet water/stoom〉, roast 〈 noten, koffie e.d.〉, distil 〈 tot alcohol〉♦voorbeelden:glas branden • stain glasszich aan de kachel branden • burn one's hand on the (gas-)fire -
6 slof
2 [pak met pakjes sigaretten] carton4 [trage voortgang] shuffle♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 zij kan het op haar sloffen af • she has plenty of time to do it 〈 alle tijd〉; she can do it with one hand tied behind her back 〈 het is gemakkelijk voor haar〉〈 figuurlijk〉 ze haalde het op haar sloffen • she sailed/breezed through it¶ uit zijn slof schieten • 〈 kwaad worden〉 hit the roof; 〈extra veel zeggen/doen/uitgeven〉 go to town; 〈 te veel zeggen〉 let one's tongue run away with one -
7 uit zijn slof schieten
uit zijn slof schieten〈 kwaad worden〉 hit the roof; 〈extra veel zeggen/doen/uitgeven〉 go to town; 〈 te veel zeggen〉 let one's tongue run away with oneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uit zijn slof schieten
-
8 zijn mond voorbijpraten
zijn mond voorbijpratenlet one's tongue run away with one, blab, spill the beansVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn mond voorbijpraten
-
9 zijn mond houden
v. hold one's tongue -
10 zijn spraak hervinden
zijn spraak hervindenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn spraak hervinden
-
11 zijn spraak verloren hebben
zijn spraak verloren hebbenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn spraak verloren hebben
-
12 zijn tong branden
zijn tong brandenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn tong branden
-
13 zijn tong uitsteken tegen iemand
zijn tong uitsteken tegen iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn tong uitsteken tegen iemand
-
14 hart
1 [spier, hartstreek; innerlijk gemoed] heart2 [gezindheid, vriendschap] heart4 [als voedsel; iets met hartvorm] heart♦voorbeelden:in de grond van mijn hart • in my heart of heartsuit de grond van zijn hart • from the bottom of one's hearthij is een jager in hart en nieren • he is a hunter in heart and soulde stem van zijn hart volgen • follow (the voice of) one's heartmet hart en ziel • with all one's heart, with heart and soulzich met hart en ziel wijden aan iets • put one's heart and soul into something, devote one's heart and soul to somethingmet een gerust hart • with an easy mindhet komt uit een goed hart • it's meant wellhet heilig hart • the Sacred Hearteen zwak hart hebben • have a weak heartiemands hart breken • break someone's heart〈 figuurlijk〉 ik hield mijn hart vast • my heart missed a beat, my heart was in my mouth〈 figuurlijk〉 je houdt je hart vast bij de gedachte dat • it's just too awful to think what might happen ifmet kloppend hart • with pounding heart〈 figuurlijk〉 het hart klopte hem in de keel • his heart was in his throat/mouthje kunt je hart ophalen • you can enjoy it to your heart's contenthaar hart stond even stil/sloeg over • her heart missed a beatzijn hart uitstorten • pour out/unburden/open one's heart (to someone)zijn hart aan iemand verloren hebben • have lost one's heart to someonezijn hart aan iets verpanden • lose one's heart to somethinghet aan het hart hebben • have a heart conditioniemand na aan het hart liggen • be very dear to someone hearthet gaat mij toch aan het hart • it really touches medat gaat hem aan het hart • it (really) hurts/grieves him(diep) in zijn hart hield hij nog steeds van haar • in his heart (of hearts) he still loved herdat is een man naar mijn hart • he's a man after my heartiets op zijn hart hebben • have something on one's mindiemand iets op het hart drukken • impress something on someone('s mind)zeg maar wat je op het hart hebt • get it off your chesthet hart op de tong hebben/dragen • wear one's heart on one's sleevemet de hand over het hart strijken • show mercyvan zijn hart geen moordkuil maken • make no disguise of one's feelingsdat moet mij toch van het hart • I just have to get this off my chest〈 spreekwoord〉 waar het hart van vol is, loopt de mond van over • what the heart thinks, the tongue speaksiemand geen kwaad hart toedragen • bear someone no ill williets een warm hart toedragen • be well disposed towards somethinghart voor een zaak hebben • have one's heart in a matterde harten van de mensen veroveren • capture people's hearts3 heb het hart eens! • don't you dare!, just you try it!iemand een hart onder de riem steken • hearten someone, buck someone uphet hart zonk hem in de schoenen • he lost heart, his heart sank into his bootsde schrik sloeg hem om het hart • his heart missed a beat/was in his mouth5 in het hart(je) van de stad wonen • live in the heart/centre of the cityiets van ganser harte doen • do something wholeheartedlyhet ging niet van ganser harte • it was only halfheartedlyiets niet over zijn hart kunnen verkrijgen • not find it in one's heart to do somethingiets ter harte nemen • take something to heartdat gaat mij zeer ter harte • I have that very much at heartvan harte gefeliciteerd • my warmest congratulationshij deed het, maar het ging niet van harte • he did it, but his heart wasn't in it -
15 haar
haar11 [haarvezel] hair2 [meervoud] [haardos] hair♦voorbeelden:zich de haren uit het hoofd trekken • tear one's hair, kick oneselfiets met de haren erbij slepen/trekken • drag something in (by the head and shoulders)geen haar op m'n hoofd die eraan denkt • I would not dream of itiemand geen haar krenken • not touch a hair of someone's headberouw/spijt hebben als haren op z'n hoofd • feel as sorry as could beelkaar in de haren vliegen • fly at each other, be at each other's throatsiemand tegen de haren instrijken • rub someone up the wrong wayiemand de haren te berge doen rijzen • make someone's hair stand on endm'n haren rezen te berge (van schrik) • my hair stood on end (with fear)het scheelde maar een haar of ik had haar geraakt • I just missed hitting herop een haar na • very nearlygeen haar beter zijn • not be a whit/one bit better1 [al de lichaamsharen] hair2 [het hoofdhaar] hair♦voorbeelden:z'n haar kammen/borstelen • comb/brush one's hairz'n haar laten knippen • have a haircutz'n haar verven • dye one's hairgoed in z'n haar zitten • have a thick head of hair————————haar2♦voorbeelden:hij gaf het haar • he gave it to herdie van haar is wit • hers is whiteII 〈bezittelijk voornaamwoord; vrouwelijk enkelvoud〉♦voorbeelden:zij doet het hare • she does her share -
16 lip
1 [deel van de mond] lip2 [op een lip gelijkende zaak] 〈 ook plantkunde〉 lip ⇒ 〈 techniek, technologie ook〉 joggle, 〈 van anker〉 bill, 〈 van hoefijzer〉 clip, 〈 van schoen〉 tongue♦voorbeelden:1 dikke lippen • thick/full lipsgesprongen lippen • chapped/cracked lipsmet opeengeklemde lippen • tight-lippedzijn lippen ergens bij aflikken • lick/smack one's lipsde lip laten hangen, een lipje trekken • hang one's lips, poutde lippen tuiten/samentrekken • pout, purse one's lips〈 figuurlijk〉 op aller lippen zijn • be on everybody's lips, be on every lipzich op de lippen bijten • bite one's lipsik zou het niet over mijn lippen kunnen krijgen • I couldn't bring myself to say such a thing -
17 zwijgen
zwijgen1〈 het〉1 silence♦voorbeelden:het zwijgen verbreken • break the silence————————zwijgen21 [niet spreken] be silent2 [niet melding maken van] not record/mention, keep silent about3 [geen geluid meer geven] keep silent/still♦voorbeelden:hij bleef zwijgen • he remained silentik kan niet langer zwijgen • I can't keep it to myself any longer〈 figuurlijk〉 niet weten te zwijgen • not know how to keep one's mouth shut, blabde stem van zijn geweten tot zwijgen brengen • silence the voice of one's consciencezwijg! • hold your tongue!, be quiet!om nog te zwijgen van • to say nothing of, not to mentionvan/over iets zwijgen • not record/mention something, keep silent about something -
18 aflikken
v. lick, draw tongue across over a surface; lick one's lips -
19 bijten
1 [de tanden in iets zetten] bite♦voorbeelden:van zich af bijten • give as good as one gets, stick up for oneselfpeper bijt op de tong • pepper burns the tongue1 [de tanden zetten in] bite♦voorbeelden:1 [door bijten in een toestand brengen] bite♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
one's tongue — To keep silence ● hold … Useful english dictionary
one's tongue is hanging out — ► one s tongue is hanging out one is very eager for something. Main Entry: ↑tongue … English terms dictionary
one's tongue is hanging out — one is very eager for something. → tongue … English new terms dictionary
one could have bitten one's tongue off — one profoundly regrets having said something. → bite … English new terms dictionary
on the tip of one's tongue — {adv. phr.} About to say something, such as a name, a telephone number, etc., but unable to remember it for the moment. * / His name is on the tip of my tongue, Tom said. It will come to me in a minute. / … Dictionary of American idioms
on the tip of one's tongue — {adv. phr.} About to say something, such as a name, a telephone number, etc., but unable to remember it for the moment. * / His name is on the tip of my tongue, Tom said. It will come to me in a minute. / … Dictionary of American idioms
at\ the\ tip\ of\ one's\ tongue — • on the tip of one s tongue • at the tip of one s tongue adv. phr. informal 1. Almost spoken; at the point of being said. It was at the tip of my tongue to tell him, when the phone rang. John had a rude answer on the tip of his tongue, but he… … Словарь американских идиом
on\ the\ tip\ of\ one's\ tongue — • on the tip of one s tongue • at the tip of one s tongue adv. phr. informal 1. Almost spoken; at the point of being said. It was at the tip of my tongue to tell him, when the phone rang. John had a rude answer on the tip of his tongue, but he… … Словарь американских идиом
on the tip of one's tongue — phrasal 1. : about to be uttered or blurted out 2. : just eluding recall had his name on the tip of my tongue but it s gone now * * * on the tip of one s tongue 1. Almost, but not (yet) quite, remembered 2. On the very point of being spoken • • • … Useful english dictionary
at the tip of one's tongue — or[on the tip of one s tongue] {adv. phr.} {informal} 1. Almost spoken; at the point of being said. * /It was at the tip of my tongue to tell him, when the phone rang./ * /John had a rude answer on the tip of his tongue, but he remembered his… … Dictionary of American idioms
at the tip of one's tongue — or[on the tip of one s tongue] {adv. phr.} {informal} 1. Almost spoken; at the point of being said. * /It was at the tip of my tongue to tell him, when the phone rang./ * /John had a rude answer on the tip of his tongue, but he remembered his… … Dictionary of American idioms