-
1 het zwemmen
het zwemmen -
2 zich oefenen in het zwemmen
zich oefenen in het zwemmen -
3 zwemmen
1 [algemeen] nager2 [zich in water baden] se baigner♦voorbeelden:haar ogen zwommen in tranen • ses yeux étaient baignés de larmesin het geld zwemmen • être cousu d'orin zijn kleren zwemmen • nager dans ses vêtementsop de rug zwemmen • nager sur le dosop de buik zwemmen • nager la brasseover een rivier zwemmen • traverser une rivière à la nagehet zwemmen • la natationzwemmen als een vis • nager comme un poisson -
4 het is zwemmen of verzuipen!
het is zwemmen of verzuipen!(c'est) marche ou crève! -
5 het was zijn geluk dat hij zwemmen kon
het was zijn geluk dat hij zwemmen konDeens-Russisch woordenboek > het was zijn geluk dat hij zwemmen kon
-
6 zwemmen in het geld
zwemmen in het geld -
7 in het geld zwemmen
in het geld zwemmen -
8 binnenkrijgen
-
9 oefenen
1 [algemeen] exercer2 [m.b.t. deugd, plicht] mettre en pratique♦voorbeelden:zijn spieren oefenen • faire travailler ses muscleszich oefenen in het zwemmen • faire des exercices de natationkinderen oefenen in het lezen • former des enfants à la lecture1 [trainen, repeteren] s'entraîner -
10 water binnenkrijgen
water binnenkrijgen -
11 slag
I 〈de〉♦voorbeelden:de slagen van het noodlot • les coups du destineen harde slag • un coup violentdat was een harde slag voor hem • c'était un coup dur pour luihij viel met een zware slag tegen de grond • il est tombé lourdement sur le solde klok gaf vier slagen • l'horloge a sonné quatre coupsmet één slag sloeg hij het aan stukken • il l'a brisé d'un seul coupmet elke slag van de hamer • à chaque coup de marteaude deur met een slag dichtdoen • claquer la porteop slag van tienen • à dix heures sonnantesmijn pendule is van slag • ma pendule décomptezonder slag of stoot • sans coup férirde slag bij Nieuwpoort • la bataille de Nieuport6 de slag van iets kwijtraken • perdre la main (pour faire qc.)de slag te pakken krijgen • prendre le coupeen slag maken • faire un pli12 iets een halve slag omdraaien • faire faire un demi-tour à qc.¶ iets met de Franse slag doen • faire qc. à la va-viteeen slag naar iets slaan • deviner qc.zijn slag slaan • réussir son coupaan de slag gaan • se mettre au travaildat boek maakte hem met één slag beroemd • ce livre l'a rendu célèbre d'un seul coupeen slag om de arm houden • se ménager une porte de sortiehij was op slag dood • il est mort sur le coupII 〈 het〉♦voorbeelden:mensen van hetzelfde slag • gens de la même espèce -
12 geld
♦voorbeelden:1 je geld of je leven! • la bourse ou la vie!baar geld • espècescontant geld • (argent) liquidein contant geld • en espècesgemunt geld • numérairemet gepast geld betalen • faire l'appointgrof geld verdienen • gagner grosgroot geld • billetskinderen betalen half geld • les enfants paient demi-tarifklein geld • monnaiepapieren geld • papier-monnaievals geld • fausse monnaiehet volle geld • (le) plein tarifvuil geld • argent gagné malhonnêtementzwart geld • argent noirzijn geld erdoor jagen • brûler la chandelle par les deux boutsergens (veel) geld tegenaan gooien • investir (des sommes folles) dans qc.het geld groeit mij niet op de rug • je ne suis pas Crésushet geld voor het grijpen hebben • rouler sur l'orgeen geld hebben • être sans le souzijn geld erbij inschieten • en être pour son argent〈 figuurlijk〉 iemand geld uit de zak kloppen • soutirer de l'argent à qn.zijn geld er uit krijgen • rentrer dans son argentgeld laten rollen • faire valser l'argentgeld door de vingers laten slippen • ne pas regarder à la dépenseveel geld opleveren • rapporter grosgeld slaan • battre monnaiesmijten met geld • jeter l'argent par les fenêtresgeld in iets steken • placer son argent en, dans qc.er geld op moeten toeleggen • en être de sa pochegeld wisselen • faire de la monnaiebovenop zijn geld zitten • être près de ses souszwemmen in het geld • rouler sur l'orniet goed? geld terug • remboursement garanti en cas de non-satisfactiondik in het geld zitten • être cousu d'ormet zijn geld geen raad weten • ne savoir que faire de son argentom geld vragen • demander de l'argentom geld verlegen zijn • être à court d'argentiets te gelde maken • faire argent de qc.van zijn geld leven • vivre de ses rentesvoor geld • pour de l'argentvoor geen geld ter wereld • pour rien au mondevoor geen geld • à aucun prixtwee voor hetzelfde geld • deux pour le prix d'ungeld als water verdienen 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 geld als slijk verdienen • faire beaucoup d'argentdat brengt geld in 't laatje • ça fait des soushet geld niet over de balk gooien • ne pas jeter l'argent pas les fenêtres -
13 geluk
♦voorbeelden:een pril geluk • un bonheur naissantgeluk brengen • porter bonheurhopen op geluk • espérer trouver le bonheuriemand geluk wensen • souhaiter du bonheur à qn.iemand deelgenoot maken van zijn geluk • partager son bonheur avec qn.niet voor het geluk geschapen zijn • ne pas être né pour le bonheuruw geluk staat op het spel • il y va de votre bonheurstom geluk • un coup de chancezijn geluk beproeven • courir sa chanceik heb geluk gehad • j'ai eu de la chanceze hebben ook niet veel geluk! • ils ne sont pas gâtés!het geluk is met hem • la chance lui souritdat is een geluk bij een ongeluk • c'est encore une chanceer komt een beetje geluk bij • il y a une petite part de chancehet was zijn geluk dat hij zwemmen kon • il a eu la chance de savoir nagerik zou ook wel eens zo'n gelukje willen hebben • j'aimerais bien avoir une telle aubainegeluk ermee! • bonne chance!bij geluk • par chancegeluk hebben in de liefde • être heureux en amourgeluk hebben in het spel • être heureux au jeuhij mag van geluk spreken • il peut se féliciterdat is meer geluk dan wijsheid • il, elle a plus de chance que de méritezijn geluk niet op kunnen • se pâmer d'aisenog een geluk dat … • encore heureux que … -
14 afzwemmen
1 [wegzwemmen] s'éloigner en nageant2 [de zwemtocht beginnen] partir4 [m.b.t. het zwemdiploma] passer son brevet de natation♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [ten einde zwemmen] parcourir à la nage -
15 baan
4 [sport en spel] piste ⇒ 〈 tennis〉 court 〈m.〉 ⇒ 〈 bij zwemmen, atletiek〉 couloir 〈m.〉 ⇒ 〈 auto〉 circuit 〈m.〉7 [techniek] voie♦voorbeelden:wat een baan! • quel métier!een baan bij de overheid • un emploi dans l'Administration2 iets op de lange baan schuiven • reporter qc. indéfiniment〈 figuurlijk〉 ruim baan geven • donner carte blanche (à qn.)〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 met iemand over de baan kunnen • s'entendre avec qn.dat is van de baan • il n'en est plus question4 een baantje trekken • 〈m.b.t. schaatsen〉 faire un tour de piste; 〈m.b.t. zwemmen〉 faire une longueur de bassin -
16 lust
♦voorbeelden:1 tijd en lust ontbreken me om … • le temps et l'envie me manquent pour …de lust bekroop haar om … • l'envie la prit de …dat beneemt je de lust om … • c'est à vous dégoûter de …iemand de lust tot iets benemen • faire passer à qn. l'envie de qc.nergens lust in hebben • n'avoir goût à riende lust is mij vergaan • l'envie m'en est passéezijn lusten botvieren • assouvir ses passionswerken, dat het een (lieve) lust is • travailler de bon coeurhet is een lust om … • c'est un plaisir de …lust in het leven hebben • aimer la vieeen lust voor het oog zijn • être un régal pour les yeuxwel de lusten maar niet de lasten willen hebben • vouloir manger les raisins et laisser les pépins -
17 verzuipen
1 [verdrinken] se noyer♦voorbeelden:1 het is zwemmen of verzuipen! • (c'est) marche ou crève!zij verzuipt in het werk • elle a du travail par-dessus la têtemijn voeten verzuipen in die schoenen • je nage dans ces souliersII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [verdrinken; te veel van een vloeistof toevoegen] noyer2 [in drank verteren] boire♦voorbeelden:zich verzuipen • (aller) se noyerzich verzuipen • sombrer dans l'alcool -
18 vis
♦voorbeelden:1 iemand uitmaken, uitschelden voor rotte vis • engueuler qn. comme du poisson pourrier zit hier veel vis • il y a beaucoup de poisson par icihij kan zwemmen als een vis • il nage comme un poissonhij is zo gezond als een vis • il se porte comme un charmezich voelen als een vis in het water • se sentir comme un poisson dans l'eauzich voelen als een vis op het droge • être comme le poisson hors de l'eaustom als een vis • muet comme une carpe -
19 ander
ander11 [de, het tweede] autre⇒ second, deuxième2 [niet dezelfde] autre⇒ nouveau (nouvel, nouvelle)♦voorbeelden:de andere dag • le lendemainom de andere keer • une fois sur deuxeen en ander maal • à plusieurs reprisesten anderen male • pour la deuxième fois(de) een of andere voorbijganger • quelque passantde andere week • la semaine prochaineom de ander • alternativementvan de ene dag op de andere • d'un jour à l'autreeen andere maal • une autre fois————————ander22 [zaak] d'autres♦voorbeelden:voor hem tien anderen • un de perdu, dix de retrouvésmaak dat een ander wijs! • à d'autres!→ link=een een
См. также в других словарях:
Wasser — 1. Alle kleinen Wasser laufen in die grossen. – Simrock, 11227; Körte, 6528; Braun, I, 4928. »Die kleinen Wasser allgemein laufen in die grossen hinein.« Die Russen: Das Wasser, was die Ladoga der Newa gibt, gibt die Newa dem Finnischen Meerbusen … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Fisch — 1. Abgestandene Fisch will Gott nicht haben auf seinen Tisch. – Parömiakon, 2653. 2. Alle fische im Meere stehen Gott zu gebot. – Petri, II, 5. 3. Alle Fische schnellen den Schwanz, selbst das Alte Weib1. – Wullschlägel. 1) Name eines Fisches. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Glück — 1. Am Glück ist alles gelegen. Frz.: Il n y a qu heure et malheur en ce monde. Lat.: Fortuna homini plus quam consilium valet. 2. Bâr d s Glück hat, fürt di Braut hem. (Henneberg.) – Frommann, II, 411, 141. 3. Bei grossem Glück bedarf man gute… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wein — 1. Abgelegener Wein macht ungelegene Köpfe. 2. Allezeit Wein oder Wasser trinken ist nicht lustig. – Froschm., BVI. 3. Allkant Wein ist mein Latein, wirfft den Bawren vber die Zäun vnd stosst die Burger an die Schienbein. – Fischart, Gesch., in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Schiff — 1. Alle Schiffe sind gut, so lange sie auf der Werft liegen. Die Russen: So lange das Schiff auf der Werft ist, lobt es der Narr, wenn es vom Stapel lief, lobt es der Weise. (Altmann VI, 440.) 2. An Schiffen und Frauen ist immer was zu flicken. 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Schwimmen — 1. Da schwemmen wie Appel, seggt dei Rossappel, un schwemmt mit n Gravensteiner dei Bäck lang. (Mecklenburg.) – Raabe, 82. In Holstein: Dôr schwemmt wie Appeln, säd de Pierkötel, un swemmt mit n Borsdorfer de Bäk entlang. (Hoefer, 876d; Peik, 230 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Germanic strong verb — In the Germanic languages, a strong verb is one which marks its past tense by means of ablaut. In English, these are verbs like sing, sang, sung. The term strong verb is a translation of German starkes Verb , which was coined by the linguist… … Wikipedia
Spinvis — Infobox musical artist Name = Spinvis Background = group or band Origin = Genre = Experimental pop Years active = 2001 present Label = Excelsior Recordings URL = [http://www.spinvis.nl/ Official website] Current members = Erik de Jong Spinvis is… … Wikipedia
Apfel — 1. Ae Aeppel nohg Pfingesten un ä Mädel nohg dreissig Jahren hot weder Lack noch Geschmack. (Oberharz.) – Lohrengel. 2. Apfel hin, Apfel her, ich gehe gewiss nit dran. – Eiselein, 32. 3. Aepfel, Nüss und Mandelkern fressen d Auer Kinder gern.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Marcel Wouda — Personal information Full name Marcel Reinier Wouda Nationality Netherlands Born 23 January 1972 … Wikipedia
Blase — 1. Durchstochene Blase lässt sich nicht mehr flicken. 2. Eine aufgeblasene Blase schwimmt über sich. 3. Eine Blase, die ein Loch hat, wird nicht voll (prall). Holl.: Het kan altijd niet even stijf wezen, zei Goosen de varkenslager, en hij blies… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon