-
1 to examen
uitzoekenverifiëren -
2 hold water
-
3 exam schedule
examen programma (een lijst met datums van examens) -
4 midterm exam
examen halverwege het semester -
5 examination
n. examen, proefwerk, onderzoek[ igzæminneesjn]1 examen♦voorbeelden:an examination in mathematics • een wiskunde-examen1 onderzoek ⇒ inspectie, analyse♦voorbeelden:his affairs won't bear examination • zijn zaken kunnen het daglicht niet verdragenon closer examination • bij nader onderzoekunder examination • nog in onderzoek -
6 pass
n. pas; stand van zaken; doorgang; slagen bij een examen; doorgeven van een bal; handbeweging--------v. voorbijgaan, passeren; aangeven; slagen; inhalen; goedkeurenpass1[ pa:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 passage ⇒ (berg)pas; doorgang, vaargeul♦voorbeelden:it/things had come to such a pass that • het was zo ver gekomen dat————————pass21 (verder) gaan ⇒ (door)lopen, voortgaan2 voorbijgaan ⇒ passeren; voorbijkomen; overgaan, eindigen3 passeren ⇒ er door(heen) (ge)raken/komen6 aanvaard/aangenomen worden ⇒ slagen 〈 voor examen(onderdeel)〉; door de beugel kunnen 〈 grove taal bijvoorbeeld〉10 overgemaakt/overgedragen worden♦voorbeelden:pass from a solid to an oily state • van een vaste in een olieachtige stof overgaanpass to other matters • overgaan naar/tot andere zakenpass on the left • s inhalenpass unnoticed • niet opgemerkt wordeneverything must pass • aan alles moet een einde komenno passing (permitted) • geen doorgangplease, let me pass • mag ik er even langswe are only passing through • we zijn enkel op doorreispass as/for • doorgaan voor, dienen alscome to pass • gebeuren〈 juridisch〉 pass on/upon a constitutional question • een uitspraak doen/vonnis vellen over een grondwettelijke kwestie→ pass away pass away/, pass between pass between/, pass by pass by/, pass into pass into/, pass off pass off/, pass on pass on/, pass out pass out/, pass over pass over/, pass through pass through/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 passeren ⇒ voorbijlopen, voorbijtrekken2 oversteken ⇒ gaan/lopen door, komen over4 goedkeuren ⇒ aanvaarden, bevestigen5 slagen in/voor6 komen door ⇒ aanvaard/bekrachtigd worden door♦voorbeelden:pass the salt • het zout doorgevenpass the word (a)round • vertel het verderpass in • inleverenpass an opinion • een oordeel/idee geven -
7 flunk
v. (doen) zakken, (doen) stralen (voor examen); weggestuurd worden (v. school of universiteit)[ flungk] 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 -
8 exam
-
9 oral
adj. mondeling; in de mond; mondelijk--------n. mondeling (examen)oral1[ o:rəl] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉————————oral21 mondeling ⇒ oraal, gesproken2 oraal ⇒ door de mond, mond-♦voorbeelden:oral history • geschiedschrijving gebaseerd op orale overlevering, oral historyoral tradition • mondelinge overlevering -
10 quiz
-
11 sat
n. psychometrisch examen (in Amerika), standaard examen aan alle studenten die dat aanvragen afgelegd om te worden ingeschreven op universiteit van de V.S.→ sit sit/ -
12 sit
v. zitten; zich neerzetten; neerzetten; vinden; als voorbeeld dienen (bij modeltekenen); passen (kleren)1 zitten2 zijn ⇒ zich bevinden, liggen, staan7 zitting hebben/houden♦voorbeelden:sit through a meeting • een vergadering uitzittenthat idea doesn't sit well with me • dat idee zit me niet lekkersit about/around • lanterfantensit by • lijdelijk toekijkensit down • gaan zittensit down under • lijdelijk ondergaan, slikkensit in on • als toehoorder bijwonensit with • helpen verplegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉→ sit out sit out/ -
13 viva
-
14 General Certificate of Education
(Brits) examen van de middelbare school, Engels openbaar examen in verscheidene vakken afgenomen rond het 16-de jaar (voor 1988 in gebruik) -
15 comparative test
vergelijkend examen (een examen gebaseerd op vergelijking van mogelijkheden bij verschillende groepen) -
16 John's teacher pushed him through
English-Dutch dictionary > John's teacher pushed him through
-
17 a qualifying exam
-
18 advanced supplementary level
A/S-examen(niveau) 〈vanaf 1989 nemen vwo-eindexamenkandidaten 2 vakken op A-niveau en 2 op A/S-niveau in plaats van 3 op A-niveau〉 -
19 advanced
adj. vooruitgegaan; gevorderd[ ədva:nst]2 geavanceerd ⇒ modern, vooruitstrevend♦voorbeelden:〈 Brits-Engels〉 advanced supplementary level 〈ook: A/S level〉 • A/S-examen(niveau) 〈vanaf 1989 nemen vwo-eindexamenkandidaten 2 vakken op A-niveau en 2 op A/S-niveau in plaats van 3 op A-niveau〉advanced studies • studies voor gevorderdenadvanced techniques • geavanceerde technieken -
20 an examination in mathematics
an examination in mathematics
См. также в других словарях:
examen — [ ɛgzamɛ̃ ] n. m. • 1339; mot lat. « aiguille de balance », de exigere « peser » 1 ♦ Action de considérer, d observer avec attention. ⇒ considération (1o), étude, inspection, investigation, observation, recherche. Examen destiné à apprécier (⇒… … Encyclopédie Universelle
examen — EXÁMEN, examene, s.n. 1. Mijloc de verificare şi de apreciere a cunoştinţelor dobândite de elevi, de studenţi, de candidaţi pentru ocuparea unui loc, a unui post etc. ♢ Examen de diplomă = examen susţinut în faţa unei comisii speciale, după… … Dicționar Român
examen — EXAMEN. s. m. Recherche exacte, soigneuse, discussion exacte. Faites l examen de ce livre. examen de conscience. On appelle aussi, Examen, Les questions qu on fait à quelqu un pour sçavoir s il est capable du degré, de l employ où il veut estre… … Dictionnaire de l'Académie française
Examen — Saltar a navegación, búsqueda Examen se puede referir a los siguientes artículos Exploración física o examen físico Exploración complementaria, parte de un examen médico Examen de sangre Examen genético Examen (evaluación estudiantil) Examen… … Wikipedia Español
examen — (Del lat. exāmen). 1. m. Indagación y estudio que se hace acerca de las cualidades y circunstancias de una cosa o de un hecho. 2. Prueba que se hace de la idoneidad de una persona para el ejercicio y profesión de una facultad, oficio o ministerio … Diccionario de la lengua española
examen — sustantivo masculino 1. Prueba que se hace para demostrar la aptitud en una cosa: Aprobó el examen de conducir. Mañana tenemos un examen de inglés. He suspendido el examen. Sinónimo: ejercicio. 2. Observación, estudio o análisis que se hace para… … Diccionario Salamanca de la Lengua Española
Examen — Sn std. (16. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. exāmen Prüfung (eigentlich: das Zünglein an der Waage ), einer Ableitung aus l. exigere (exāctum) abwägen, untersuchen , zu l. agere treiben, betreiben und l. ex . Also eigentlich: das Austarieren,… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
examen — m. med. Cualquier investigación, observación o inspección llevada a cabo con un fin diagnóstico, ya sea mediante los sentidos o con el apoyo de instrumentos concretos. Según el método que se utiliza se habla de un examen radiológico, endoscópico … Diccionario médico
Examen — Ex*a men, n. [L., the tongue of a balance, examination; for exagmen, fr. exigere to weigh accurately, to treat: cf. F. examen. See {Exact}, a.] Examination; inquiry. [R.] A critical examen of the two pieces. Cowper. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Examen — bezeichnet: eine Prüfung Examen (Film), einen US amerikanischen Horrorfilm von Jimmy Huston von 1981 (Originaltitel: Final Exam) Diese Seite ist eine Begriffsklärung zur Unterscheidung mehrerer mit demselben Wort bezeichneter Begriffe … Deutsch Wikipedia
Exāmen — (lat), 1) Untersuchung, Prüfung; 2) Prüfung der Kenntnisse Jemands; so Schul , Candidaten , Prediger , Offizier E. etc.; es heißt, wenn es bes. streng ist, E. rigorōsum. Derjenige, welcher examinirt, heißt Examinator; welcher examinirt wird,… … Pierer's Universal-Lexikon