-
1 gemeen
baho -
2 gemein
gemein♦voorbeelden:sich mit jemandem gemein machen • zich met iemand afgeven, zich met iemand encanailleren〈 verouderd〉 das gemeine Volk • het gewone volk, de goegemeente -
3 vache
vache1 [vaasĵ]〈v.〉1 koe♦voorbeelden:les sept vaches grasses, les sept vaches maigres • de zeven vette jaren, de zeven magere jarengros comme une vache • zo rond als een ton〈 informeel〉 être là comme une vache qui regarde passer les trains • wezenloos, met open mond staan te kijkenla vache! • verduiveld!, bliksems! 〈 uitroep van spijt〉→ métier3 c'est une vieille vache, une belle vache • het is een rotvent, rotwijfne fais pas la vache • doe niet zo gemeen————————vache2 [vaasĵ]1 rottig ⇒ gemeen, krengerig♦voorbeelden:1 c'est vache • da's gemeen; da's pech, pech gehad1. f1) koe2) smeris3) smeerlap4) rundleer2. adj1) gemeen, rot2) verdomd [mooi] -
4 mean
adj. gemiddeld; door middel; gemeen, verachtelijk; armoedig, arm, pover; bedelaar; minderwaardig--------n. middelmaat, middenweg; gemiddelde (waarde)--------v. bedoelen; menen; weten; betekenenmean1[ mie:n]II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:by means of • door middel/bemiddeling vanby no means, not by any (manner of) means • in geen gevala means to an end • een middel om een doel te bereikenlive beyond one's means • boven zijn stand leven→ fair fair/————————mean2〈 meanness〉♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:mean price • middenprijs————————mean3♦voorbeelden:1 mean ill/well (to/towards/by someone) • het slecht/goed menen (met iemand)II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bedoelen4 menen6 betekenen ⇒ beduiden, neerkomen op♦voorbeelden:2 what do you mean by that? • wat bedoel je daarmee?; wat heeft dat te betekenen?he means you no harm/no harm to you • hij wil je geen kwaad doenI mean to leave tomorrow • ik ben van plan morgen te vertrekken4 get out, and I mean it! • eruit, en ik meen het! -
5 vile
adj. gemeen, verachtelijk -
6 villainous
adj. laag, snood, gemeen; slecht, afschuwelijk[ villənəs]1 schurkachtig ⇒ gemeen, doortrapt♦voorbeelden: -
7 vilain
vilain [vielẽ]1 lelijk ⇒ onfatsoenlijk, gemeen2 ondeugend ⇒ stout, vervelend4 naar ⇒ lelijk, smerig, gemeen♦voorbeelden:2 un(e) vilaine • stouterik, deugnietil fait vilain • het is hondenweeril va y avoir du vilain • er komt hommeles→ jeuadj1) lelijk2) ondeugend3) gemeen -
8 рядовой
-
9 bawdy
adj. schuine praat, gemeenbawdy1[ bo:die] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————bawdy2〈bijvoeglijk naamwoord; bawdiness〉1 schuin -
10 common
adj. gemeen, gemeenschappelijk; gewoon; algemeen--------n. openbaar gebiedcommon1[ kommən]♦voorbeelden:2 out of the common • ongewoon, ongebruikelijk¶ in common • gemeenschappelijk, gezamenlijkin common with • evenals, op dezelfde manier alsII 〈 meervoud〉————————common2〈bijvoeglijk naamwoord; commonness〉1 gemeenschappelijk ⇒ gemeen, gemeenzaam3 gewoon ⇒ algemeen, gebruikelijk, gangbaar4 ordinair♦voorbeelden:Common Market • gemeenschappelijke markt, Europese (Economische) Gemeenschapcommon property • gemeenschapsgrond, gemeenschappelijk eigendomit's very common • het komt heel vaak voorfor the common good • in het algemeen belang3 the common herd • de meute/massathe common man • de gewone man, Jan met de petcommon people • gewone/doorsnee mensen¶ common carrier • vervoersbedrijf, busondernemingmake common cause with • gemene zaak maken metcommon divisor, common factor • gemene delercommon ground • overeenstemming, punt van overeenkomstcommon law • gewoonterecht, ongeschreven recht(The Book of) Common Prayer • anglicaanse liturgiecommon sense • gezond verstand〈Brits-Engels; juridisch〉 Common Serjeant • 〈 ongeveer〉 advocaat-generaal 〈 bij Londens gerechtshof〉common time • (doorgeslagen) vierkwartsmaatcommon viper • adder -
11 dirty
adj. vuil, vies, smerig; stormachtig--------v. vies, vuil; vies worden, vervuilendirty1[ də:tie] 〈bijvoeglijk naamwoord; dirtily〉1 vies ⇒ vuil, smerig2 obsceen ⇒ vuil, schunnig3 verachtelijk ⇒ laag, gemeen, oneerlijk4 sterk radioactief ⇒ met veel radioactiviteit/radioactieve neerslag, vuil♦voorbeelden:2 dirty words • obscene/vieze woordenplay a dirty trick on someone • iemand een gemene streek leveren¶ 〈 informeel〉 get the dirty end of the stick • oneerlijk behandeld worden, opgezadeld worden met het vervelendste werkwash one's dirty linen in public • de vuile was buiten hangendirty money • vuil werk toeslag————————dirty2〈 dirtied〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bevuilen ⇒ vuil/smerig maken————————dirty3♦voorbeelden: -
12 fiendish
adj. duivels, demonisch; wreed, gemeen; enorm, groots (platte taal)[ fie:ndisj] 〈 fiendishness〉 -
13 ordinary
adj. gewoon--------n. kerkelijk rechter; ordinaris (bv. aartsbisschop in een kerkprovincie)ordinary1[ o:dnrie] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈vaak meervoud; Brits-Engels; geldwezen〉 (gewoon) aandeel 〈in tegenstelling tot preferent/uitgesteld aandeel〉♦voorbeelden:physician in ordinary to Her Majesty • lijfarts van Hare Majesteitout of the ordinary • ongewoon, bijzonderthe ordinary • de gewone gang van zaken→ lord lord/————————ordinary2〈bijvoeglijk naamwoord; ordinariness〉1 gewoon ⇒ gebruikelijk, normaal, vertrouwd♦voorbeelden:ordinary seaman • (rang van) lichtmatroos, gemeen matroos2 the ordinary run of things • de doorsnee/middelmaat -
14 rascally
-
15 scurvy
adj. schunnig, gemeen, min--------n. scheurbuikscurvy1————————scurvy2〈bijvoeglijk naamwoord; scurvily〉1 gemeen -
16 shabby
adj. armoedig, armzalig, armetierig; versleten; gescheurd; gemeen, oneerlijk[ sjæbie] 〈 shabbiness〉1 versleten ⇒ af(gedragen), kaal -
17 sordid
adj. vuil, goor, smerig; armoedig; gemeen, verachtelijk; egoïstisch, kleinzielig[ so:did] 〈 sordidness〉1 gemeen ⇒ laag, verachtelijk3 armzalig♦voorbeelden:3 sordid living conditions • zeer slechte levens/woonomstandigheden -
18 squalid
adj. smerig, vuil, vies, gemeen, laag; beroerd[ skwollid] 〈 squalidness〉1 smerig ⇒ vuil, vies; gemeen, laag -
19 vicious
adj. slecht, wreed; slechtaardig[ visjəs] 〈 viciousness〉1 wreed ⇒ boosaardig, gemeen♦voorbeelden: -
20 wicked
adj. slecht, gemeen; stout; moeilijk; ernstig; niet te rechtvaardigen; overdreven; gevaarlijk; onaangenaam[ wikkid] 〈 wickedness〉1 slecht ⇒ verdorven, zondig♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
gemeen — lagi / saka saka … Woordenlijst Sranan
List of vegetarians — This is a list of notable people with articles in Wikipedia who are known to be vegetarians. AustraliaVegans*Andrew Bartlett *Peter Brock *Tom Crease *Bernard Fanning *Andrew G *Jay and the Doctor *Steve Kilbey *Fiona Nash *Peter Singer *Peter… … Wikipedia
Gut (Subst.) — 1. Alles gut ist eines andern. – Petri, II, 7. 2. Altes Gut hinter rost gem Schloss macht neuen Adel mit blankem Tross. (Böhm.) 3. An eines Gutes Ansprach ist kein Verlust. – Klingen, 48 a, 1; Graf, 441, 332. Wer einen Rechtsanspruch an eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Freek de Jonge — Frederik Jan Georg Freek de Jonge (born 30 August 1944) is a Dutch cabaret performer.BiographyHe was born in the village Westernieland as son of a pastor. His family moved to Workum, and later to Zaandam and Goes. At age 11, Freek had his first… … Wikipedia
Frederik Jan Georg de Jonge — Freek de Jonge Freek de Jonge Frederik Jan Georg (Freek) de Jonge est un artiste néerlandais, né le 30 août 1944 Sommaire … Wikipédia en Français
Freek De Jonge — Frederik Jan Georg (Freek) de Jonge est un artiste néerlandais, né le 30 août 1944 Sommaire … Wikipédia en Français
Freek de Jonge — … Wikipédia en Français
Freek de jonge — Frederik Jan Georg (Freek) de Jonge est un artiste néerlandais, né le 30 août 1944 Sommaire … Wikipédia en Français
Deventer — Original name in latin Deventer Name in other language Daventria, Deventer, Deventeris, Deyventer, Dimter, Gemeen Deventer, Gemeen Dventer, QYV, dai fen te er, de wen texr, debenteoleu, defenteru, dfntr, Девентер State code NL Continent/City… … Cities with a population over 1000 database
Unglück — 1. Allein vnglück vnd armut ist vor den Neidhard gut. – Gruter, III, 4; Lehmann, II, 33, 21; Simrock, 7478. 2. Alles Vnglück fahet sich in Gottes namen an (in nomine Domini). – Gruter, III, 4; Henisch, 1697, 30; Petri, II, 8; Blum, 2; Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mean — (m[=e]n), a. [Compar. {Meaner} (m[=e]n [ e]r); superl. {Meanest}.] [OE. mene, AS. m[=ae]ne wicked; akin to m[=a]n, a., wicked, n., wickedness, OS. m[=e]n wickedness, OHG. mein, G. meineid perjury, Icel. mein harm, hurt, and perh. to AS.… … The Collaborative International Dictionary of English