-
1 verteren
1 [als voedsel verwerken] digest2 [uitgeven] spend3 [doen vergaan, vernielen] consume, eat away♦voorbeelden:zwaar te verteren kost • strong meat1 [als voedsel verwerkt worden] (be) digest(ed)2 [vergaan] be consumed/eaten away3 [consumpties gebruiken] spend money♦voorbeelden: -
2 verteren
v. digest, consume, waste, corrode, devour, canker, calcine -
3 (de) pot verteren
(de) pot verterenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (de) pot verteren
-
4 dat boek is niet te verteren
dat boek is niet te verterenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat boek is niet te verteren
-
5 die graten verteren wel
die graten verteren welVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > die graten verteren wel
-
6 niet te verteren
niet te verterenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > niet te verteren
-
7 zwaar te verteren kost
zwaar te verteren kostVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zwaar te verteren kost
-
8 branden
2 [licht/warmte uitstralen] burn3 [smeulen] burn4 [met betrekking tot lichaamsdelen, ook figuurlijk] burn♦voorbeelden:uit zichzelf beginnen te branden • ignite spontaneouslyde zon brandt • the sun is burning/blazingde kachel laten branden • leave the (gas-)fire burningdit stelletje brandt op hout • this stove burns wood3 een brandende pijp/sigaar • a burning/lit pipe/cigarcognac brandt in de keel • brandy burns the throat〈 figuurlijk〉 branden van nieuwsgierigheid/van verlangen • burn with curiosity/desireik ben er niet op gebrand • I'm not crazy about itze was het huis niet uit te branden • there was no way of getting her out of the househij is niet vooruit te branden • you can't get him to shiftII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door vuur doen verteren] burn2 [schroeien, door middel van vuur bewerken] burn ⇒ scald 〈aan heet water/stoom〉, roast 〈 noten, koffie e.d.〉, distil 〈 tot alcohol〉♦voorbeelden:glas branden • stain glasszich aan de kachel branden • burn one's hand on the (gas-)fire -
9 invreten
♦voorbeelden:1 roest vreet in • rust corrodes/is corrosiveII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 ingevreten ijzerwerk • corroded/rusty ironwork -
10 opeten
3 [verteren, ook figuurlijk] eat (up/away) ⇒ consume♦voorbeelden: -
11 opnemen
2 [op zich nemen] take on3 [weer opvatten] resume4 [laten afschrijven] withdraw5 [beoordelen] take6 [opvatten] take8 [nauwkeurig opmeten] measure (up)10 [weghalen] take/pull/tear up17 [opvegen] mop/wipe up♦voorbeelden:het vloerkleed opnemen • take up the carpet4 ƒ200,- opnemen • withdraw Dfl200,-een lening opnemen • take out a loaneen snipperdag opnemen • take the/a day offiets goed opnemen • take something wellhoe zou hij het opnemen? • how would he take it?iets hoog opnemen • not take kindly to somethingiets verkeerd opnemen • take something the wrong way7 iets goed opnemen • take a good look at/stock of somethingiemand nauwkeurig opnemen • observe/look at someone closelyiemand onderzoekend opnemen • scrutinize someonescherp/wantrouwend opnemen • eye sharply/keenly/suspiciouslyzij nam hem op van top tot teen • she looked him up and downop de band opnemen • tape, recordop de video opnemen • (video-)recordde tijd opnemen (van) • time a personin de stukken/notulen opnemen • enter in the documents/minutesnieuwe woorden opnemen in een woordenboek • enter new words in a dictionarylaten opnemen in een ziekenhuis • hospitalizeiets niet opnemen • leave out, omiteen clausule in een contract opnemen • insert a clause in a contractin het ziekenhuis opgenomen worden • be admitted to hospitalopnemen in een catalogus • put in a cataloguenamen in een lijst opnemen • include names on a list, list namesopnemen onder de rubriek …/in een rubriek • include under the heading …/in a columniemand als lid in een club opnemen • admit someone as a member of a club15 hij neemt alles heel snel/gemakkelijk op • he's very receptive/quick on the uptakeiets goed in zich opnemen • take something in18 deze spons neemt veel water op • this sponge takes up a lot of water/is very absorbenthet tegen iemand opnemen • take someone onhij kan het tegen iedereen opnemen • he can hold his own against anyonehet tegen anderen moeten opnemen • have to compete against othershet voor iemand/iets opnemen • make a stand for someone/something, speak/stick up for someone/something -
12 pot
I 〈 de (mannelijk)〉6 [marihuana] pot7 [doel] goal♦voorbeelden:een pot koffie • a pot of coffeeeen Keulse pot • a Cologne potnaast de pot pissen/piesen • miss out(de) gewone pot • plain cookingHollandse pot • solid Dutch cookingeten wat de pot schaft • eat what's cooked/going¶ dat is één pot nat • you can't really tell the difference; 〈 met betrekking tot personen〉 they're birds of a featherII 〈 de (vrouwelijk)〉 -
13 slopen
1 [afbreken] demolish3 [bij afbraak verkrijgen] salvage♦voorbeelden:4 slopend werk • exhausting/back-breaking workeen slopende ziekte • a wasting disease -
14 verbruiken
2 [verspillen] waste♦voorbeelden: -
15 vergaan
1 [voorbijgaan] fare3 [verteren] perish, decay ⇒ rot4 [ten onder gaan] perish ⇒ 〈 figuurlijk〉 be consumed with, 〈 scheepvaart ook〉 be wrecked/lost, 〈 scheepvaart ook〉 founder♦voorbeelden:1 vergane glorie • lost/faded gloryhoe is het jou vergaan? • how have you fared/been?horen en zien vergaat je erbij • the noise is enough to waken the dead3 dat hout is vergaan • that wood has rotted/moulderedvergaan van (de) honger/dorst • 〈 letterlijk〉 perish with/die of hunger/thirst; 〈 figuurlijk〉 be starving to death/dying of thirst -
16 verzuipen
〈 informeel〉♦voorbeelden:1 eruitzien als een verzopen kat • look like a drowned rat, look bedraggledII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Grafengut — Man kann wol n Grafengôd vertêren. (Ostfries.) Bueren, 864; Hauskalender, III. Holl.: Zoo kan men wel graven goed verteren. (Harrebomée, I, 255.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leipzig — 1. Aus Leipzigs Kindern wird entweder nichts oder etwas Grosses. Aus einem Tableau von Leipzig, 1783, als altes leipziger Sprichwort angeführt. Bei Diezmann, Leipzig, Skizzen aus Vergangenheit und Gegenwart, Leipzig 1856, S. 17. 2. Leipzig die… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Pfennig — 1. An einem Pfennig sieht man wie ein Gulden gemünzt (geschlagen) ist. – Simrock, 7836. Holl.: Aan een penning ziet men, hoe een gulden gemunt is. (Harrebomée, II, 178a.) 2. Auch der Pfennig ist blank, wenn er aus der Münze kommt. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Todte (der) — 1. A Toda is no net z ruck kema. (Wien.) 2. A Todten trugt män nit zurück. (Jüd. deutsch. Warschau.) Nämlich vom Friedhof. 3. An einem Todten muss man ein Schwert nicht versuchen. Abwesende und Todte nicht in verleumderischer Weise angreifen.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Verzehren — Verzehren, verb. regul. act. durch Zehren alle machen, der Menge nach erschöpfen. 1. In engerm Verstande, so fern zehren, essen, fressen, ist, auf solche Art alle machen, wie die gemeinen aufzehren, aufessen, und das niedrige auffressen. Die… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
sparen — Sparen, wenn man am Boden ist: wenn es bereits zu spät ist, eigentlich: wenn alle Vorräte aufgebraucht sind, so daß der Boden des Gefäßes sichtbar wird. Vergleiche lateinisch ›Post rem devoratam ratio‹.{{ppd}} Hierzu gibt es eine weithin… … Das Wörterbuch der Idiome
tot — Mehr tot als lebendig sein: ziemlich erschöpft, ausgepumpt sein.{{ppd}} Etwas ist tot und begraben: eine Angelegenheit ist längst vergessen.{{ppd}} Etwas ist zum Totlachen: etwas ist ungeheuer komisch, lustig.{{ppd}} Den Toten vertrinken … Das Wörterbuch der Idiome
Toter — Mehr tot als lebendig sein: ziemlich erschöpft, ausgepumpt sein.{{ppd}} Etwas ist tot und begraben: eine Angelegenheit ist längst vergessen.{{ppd}} Etwas ist zum Totlachen: etwas ist ungeheuer komisch, lustig.{{ppd}} Den Toten vertrinken … Das Wörterbuch der Idiome
Ding — 1. Acht Dinge bringen in die Wirthschaft Weh: Theater, Putzsucht, Ball und Thee, Cigarren, Pfeife, Bierglas und Kaffee. 2. Acht Dinge haben von Natur Feindschaft gegeneinander: der Bauer und der Wolf, Katze und Maus, Habicht und Taube, Storch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Frankfurt — 1. Aus Frankfurt hinaus, die Seele (jüdisch: Neschóme) aus. – Tendlau, 294. 2. Es is nur aan Frankfurt. – Tendlau, 294. In Bezug auf den grossen Wohlthätigkeitssinn der Frankfurter. 3. Wenn Frankfurt mein wäre, wolt jchs zu Maintz verzehren. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon