-
1 stone removal
verwijderen van stenen (schoonmaken van stenen, verwijdering van stenen) -
2 rip-up/retry
verwijderen en opnieuw proberen -
3 comb out
n. uitkammen, het verwijderen van klitten in het haar met een kam; het verwijderen van dingen of mensen die niet gewenst zijn--------v. uitkammen, doorzoeken, onderzoeken; klitten uit het haar halen met een kam; verwijderen van dingen of mensen die niet gewenst zijncomb out〈 informeel〉1 uitkammen ⇒ doorzoeken, onderzoeken -
4 debug
v. zuiveren, schoonmaken; fouten verwijderen; (in computers); bugs (programmeringsfouten) opsporen en verwijderen -
5 descale
-
6 eliminate
-
7 expunge
v. uitwissen, verwijderen[ ikspundzj] 〈formeel; ook figuurlijk〉♦voorbeelden:expunge an event from memory • een gebeurtenis uit de herinnering wegvagen -
8 purge
n. zuiveren, verwijderen (ook in computers); (in computers) het wissen van bestanden van de harde schijf; (in computers) een bestand wissen zonder mogelijkheid deze terug te halen--------v. zuiveren, uitwissen; purgerenpurge1[ pə:dzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————purge2〈 werkwoord〉4 purgeren♦voorbeelden:1 purge metal • metaal louteren/zuiverenpurge someone from/of guilt • iemand van schuld vrijspreken -
9 remove
n. fase; overgaan (van klas); graad (v. bloedverwantschap); afstand--------v. verwijderen, afnemen, uittrekken; afzettenremove1[ rimmoe:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ be but one remove/a few removes from anarchy • maar één stap/een paar stappen verwijderd zijn van de anarchie————————remove2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verwijderen ⇒ wegnemen, opheffen 〈 twijfel, vrees〉; afnemen 〈 hoed〉; afruimen 〈 tafel〉; uitwissen 〈 sporen〉; schrappen, afvoeren 〈 van een lijst〉; op straat zetten 〈 huurder〉; uitnemen, uittrekken2 afzetten ⇒ ontslaan, wegzenden3 verhuizen ⇒ verplaatsen, overplaatsen, overbrengen♦voorbeelden: -
10 rusticate
v. landelijk leven leiden; tijdelijk verwijderen (als straf)[ rustikkeet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
11 scour
-
12 spot
adj. op staande voet; present zijnde--------adv. precies (slang)--------n. vlek; stippel; plek; scheutje; plek; ; weinig--------v. opsporen; identificeren, onderscheiden; uitvinden; vlekken; stippelen; vlekken verwijderen; vuil worden; plaatsenspot1[ spot] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 puistje4 positie ⇒ plaats, functie♦voorbeelden:8 a spot of bother • een probleem, onenigheid¶ change one's spots • van richting/overtuiging veranderen, een ander leven gaan leiden〈 Brits-Engels〉 knock spots off • gemakkelijk verslaan, de vloer aanvegen methe had to leave on the spot • hij moest op staande voet/onmiddellijk vertrekkenput someone on the spot • iemand in het nauw brengen————————spot2〈 spotted〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 herkennen ⇒ eruit halen/pikken, ontdekken4 plaatsen ⇒ situeren, neerzetten♦voorbeelden:I spotted him right away as a Dutchman • ik wist meteen dat hij een Nederlander was————————spot3〈 bijwoord〉 〈Brits-Engels; informeel〉1 precies♦voorbeelden: -
13 stain remover
vlekkenwater (speciale stof voor het verwijderen v. vlekken die met gewoon water niet te verwijderen zijn)stain remover -
14 strip
n. strook, reep; striptease(nummer)--------v. zich uitkleden; een striptease opvoeren; verwijderen, aftrekken, afscheurenstrip1[ strip] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 strook ⇒ strip, reep♦voorbeelden:————————strip2〈 stripped〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈ook +off〉 van iets ontdoen ⇒ pellen, (af)schillen; ontbloten; verwijderen; aftrekken, afscheuren; aftuigen 〈 scheepvaart〉; afhalen 〈 bed〉; afkrabben 〈 verf〉♦voorbeelden: -
15 take off
v. opstijgen; stijgen; uitkleden (kleding); ervan afhalen, naar beneden halen; verminderen; verwijderentake off♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 afhalen ⇒ weghalen, verwijderen♦voorbeelden:¶ take oneself off • ervandoor gaan, zich uit de voeten maken -
16 weed
n. onkruid; lange slap Janus; marihuana, hasj--------v. wieden, verwijderen, zuiverenweed1[ wie:d]1 onkruid————————weed2〈 werkwoord〉1 wieden ⇒ verwijderen, schoffelen♦voorbeelden:2 the manager weeded out the most troublesome employees • de manager zette de lastigste werknemers aan de kant -
17 dewatering
n. het verwijderen van water uit vaste stof; ontwatering, het verwijderen van water uit aarde of uit lichaam van water (via natuurlijke of chemische middelen) -
18 uninstall
n. een installatie verwijderen, de mogelijk om een geïnstalleerd programma van de harde schijf te verwijderen -
19 absent
adj. afwezig; in gedachten verzonken--------v. afwezig, afwezig zijnabsent1[ æbsnt] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:absent from school • niet op school————————absent2 -
20 aspirate
n. aspireren, streven naar iets, aanblazen, de `h` uitspreken--------v. met hoorbare h of aanblazing uitspreken; wegzuigen (in geneeskunde)[ æspirreet]
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский