-
1 vasthouden aan
гл.общ. придерживаться(чего-л.) (напр.: договоренности) -
2 vasthouden aan
beibehalten [festhalten an] -
3 vasthouden aan de letter van de wet
vasthouden aan de letter van de wetVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vasthouden aan de letter van de wet
-
4 hardnekkig blijven vasthouden aan zijn plannen
hardnekkig blijven vasthouden aan zijn plannenDeens-Russisch woordenboek > hardnekkig blijven vasthouden aan zijn plannen
-
5 vasthouden
1 [beethouden] tenir2 [sport en spel] bloquer3 [in zijn bezit houden] garder4 [blijven aanhangen] maintenir♦voorbeelden:1 iemands aandacht vasthouden • retenir l'attention de qn.houd het touw goed vast • tenez bien la corde〈 figuurlijk〉 hou je vast! • tiens-toi bien!hou me goed vast! • tiens-moi bien!1 [+ aan][vast blijven zitten] tenir (à)2 [figuurlijk][+ aan] persister (dans)♦voorbeelden:hardnekkig blijven vasthouden aan zijn plannen • persévérer dans ses projets -
6 vasthouden
2 [sport] hold(ing)4 [blijven aanhangen] hold (on) to♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 hou je vast! • brace yourself (for the shock)!, hold onto your hat/seat!1 [vast blijven zitten] stick to2 [figuurlijk] hold (on) to♦voorbeelden: -
7 aan een beginsel vasthouden
aan een beginsel vasthoudenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan een beginsel vasthouden
-
8 vasthouden
задержать; запомнить; хранить в памяти* * **крепко держать, удерживатьzich vásthouden aan iets — придерживаться чего-л.
* * *гл.общ. задерживать, крепко держать, удерживать -
9 onverzettelijk aan iets vasthouden
onverzettelijk aan iets vasthoudens'obstiner dans qc., à 〈+ onbepaalde wijs〉Deens-Russisch woordenboek > onverzettelijk aan iets vasthouden
-
10 strak aan iets vasthouden
strak aan iets vasthoudens'obstiner dans qc. -
11 streng aan zijn beginselen vasthouden
streng aan zijn beginselen vasthoudenDeens-Russisch woordenboek > streng aan zijn beginselen vasthouden
-
12 zich krampachtig aan iemand, iets vasthouden
zich krampachtig aan iemand, iets vasthoudense cramponner à qn., à qc.Deens-Russisch woordenboek > zich krampachtig aan iemand, iets vasthouden
-
13 strak aan iets vasthouden
strak aan iets vasthoudenstick to something, keep rigidly to somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > strak aan iets vasthouden
-
14 zich aan de lus vasthouden
zich aan de lus vasthoudenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich aan de lus vasthouden
-
15 zich krampachtig aan iemand/iets vasthouden
zich krampachtig aan iemand/iets vasthoudencling to someone/something for dear lifeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich krampachtig aan iemand/iets vasthouden
-
16 zich vasthouden
гл.общ. держаться, придерживаться (aan-за) -
17 zich aan een strohalm vasthouden
гл.погов. хвататься за соломинку -
18 hold
n. houvast; invloed--------v. vasthouden; inhouden; bewaren; geloven; schatten; houden; eigenaar zijn vanhold1[ hoold] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 catch/get/grab/take hold of • (vast)grijpen, (vast)pakkenget hold of • te pakken krijgenget a hold on • vat krijgen ophave a hold over someone • macht over iemand hebbenlose hold of • zijn greep verliezen opkeep hold of • vasthoudenleave/quit hold of • loslaten¶ on hold • uitgesteld, vertraagd, in afwachtingput a project on hold • een project opschortenno holds barred • alle middelen zijn toegestaan————————hold21 houden ⇒ het uithouden, stand houden2 van kracht zijn ⇒ gelden, waar zijn♦voorbeelden:→ hold aloof hold aloof/, hold back hold back/, hold forth hold forth/, hold off hold off/, hold on hold on/, hold on to hold on to/, hold out hold out/, hold up hold up/, hold with hold with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 hebben5 doen plaatsvinden ⇒ beleggen, houden♦voorbeelden:will you hold the line? • wilt u even aan het toestel blijven?hold one's nose • zijn neus dichtknijpenhold together • bijeenhoudenhold someone to his promise • iemand aan zijn belofte houden3 hold a title • een titel dragen/bezittenhold in • in bedwang houdenhold under • onderdrukken7 hold everything! • stop!hold something cheap/dear • weinig/veel waarde aan iets hechtenhold something against someone • iemand iets verwijten¶ hold it! • houen zo!; stop!hold one's own with • opgewassen zijn tegen→ hold aloof hold aloof/, hold back hold back/, hold down hold down/, hold forth hold forth/, hold off hold off/, hold on hold on/, hold out hold out/, hold over hold over/, hold up hold up/ -
19 придерживаться
v -
20 steady
adj. stevig; vast; solide--------interj. vast--------n. vaste vriend--------v. vasthouden; neerzettensteady1[ steddie] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————steady2〈bijvoeglijk naamwoord; steadiness〉1 vast ⇒ vaststaand, stabiel2 gestaag ⇒ bestendig, geregeld; vast 〈 van baan, inkomen e.d.〉; regelmatig 〈 van leven〉; sterk 〈 van zenuwen〉5 betrouwbaar ⇒ oppassend, solide♦voorbeelden:(as) steady as a rock • rotsvast3 steady on! • kalm aan!, langzaam!〈 scheepvaart〉 steady on! • recht zo!————————steady3〈 steadied〉1 vast/bestendig worden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 kalmeren♦voorbeelden:————————steady4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:————————steady5
См. также в других словарях:
Baum — 1. Alte Bäum lassen sich nicht (oder: eher brechen als) biegen. – Lehmann, 8, 27. 2. Alte Bäum leiden s nicht, dass sie die jungen wollen überschatten. – Lehmann, 57, 13. 3. Alte Bäume ersticken mit jhrem überschatten die jungen auffschösslinge.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon