-
61 charge
charge [sĵaarzĵ]〈v.〉1 last ⇒ vracht, lading2 lading ⇒ (het) laden, (het) vullen4 opdracht ⇒ last, taak6 aanklacht ⇒ beschuldiging, bezwarende feiten8 charge ⇒ aanval, bestorming♦voorbeelden:charge utile d'un véhicule • nuttig laadvermogen van een voertuigrompre charge • een vracht lossencharge de travail • werkdrukcharge foncière • grondbelastingcharges sociales • sociale lastenavoir charge d'âmes • verantwoordelijk zijn voor het zielenheil van (enkele) personenavoir la charge de qn. • de verantwoordelijkheid voor iemand dragenêtre à charge à qn. • iemand tot last zijnêtre à la charge de qn. • van iemand afhankelijk zijnà la charge de la collectivité • ten laste van de gemeenschapavoir qn. à charge • voor iemand moeten zorgenles frais sont à sa charge • de kosten zijn voor zijn rekeningprendre qn. en charge • de zorg voor iemand op zich nemenrevenir à la charge • hernieuwde pogingen ondernemenf1) last, lading2) last, verplichting3) opdracht4) ambt5) aanklacht6) aanval, bestorming7) overdrijving9) doping -
62 chargé
charge [sĵaarzĵ]〈v.〉1 last ⇒ vracht, lading2 lading ⇒ (het) laden, (het) vullen4 opdracht ⇒ last, taak6 aanklacht ⇒ beschuldiging, bezwarende feiten8 charge ⇒ aanval, bestorming♦voorbeelden:charge utile d'un véhicule • nuttig laadvermogen van een voertuigrompre charge • een vracht lossencharge de travail • werkdrukcharge foncière • grondbelastingcharges sociales • sociale lastenavoir charge d'âmes • verantwoordelijk zijn voor het zielenheil van (enkele) personenavoir la charge de qn. • de verantwoordelijkheid voor iemand dragenêtre à charge à qn. • iemand tot last zijnêtre à la charge de qn. • van iemand afhankelijk zijnà la charge de la collectivité • ten laste van de gemeenschapavoir qn. à charge • voor iemand moeten zorgenles frais sont à sa charge • de kosten zijn voor zijn rekeningprendre qn. en charge • de zorg voor iemand op zich nemenrevenir à la charge • hernieuwde pogingen ondernemenadj1) belast, beladen2) overladen, vol (met)3) aangetekend [brief] -
63 prendre
prendre [prãdr]1 dik, hard worden ⇒ bevriezen, stollen5 lukken ⇒ aanslaan, succes hebben6 afslaan ⇒ richting, weg nemen♦voorbeelden:prendre à travers champs • dwars door de velden gaanprendre sur soi de • op zich nemen om teII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 opvatten ⇒ opnemen, beschouwen4 (aan)nemen ⇒ zich verschaffen, krijgen5 aannemen ⇒ veronderstellen 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:prendre une femme de force • een vrouw verkrachten, aanrandence tissu prend bien la teinture • deze stof kan gemakkelijk geverfd worden〈 informeel〉 ça te prend souvent? • heb je daar vaker last van?〈 informeel〉 qu'est-ce qui te prend? • wat mankeert jou?, wat is er nou ineens met jou aan de hand, ben je nou helemaal?c'est à prendre ou à laisser • graag of nietil y a à prendre et à laisser • niet alles kloptprendre une personne pour une autre • iemand voor iemand anders aanzienpour qui me prenez-vous? • waar ziet u me voor aan?prendre qn. pour un savant • iemand voor een geleerde houdenle prendre de haut • het hoog opnemenprendre en bonne, en mauvaise part • goed, slecht opnemen→ temps〈 spreekwoord〉 tel est pris qui croyait prendre • die een kuil graaft voor een ander valt er zelf inon ne m'y prendra plus! • dat zal me niet meer overkomen!je vous y prends • nu heb ik je (betrapt)bien lui a pris de • hij heeft er goed aan gedaan te2 genomen, gepakt worden♦voorbeelden:s'y prendre bien, mal • het goed, slecht aanpakken, aanleggense prendre d' amitié pour • vriendschap opvatten voorpour qui te prends-tu? • wie denk je wel dat je bent?1. v1) bevriezen, stollen2) vastkoeken4) aangaan [vuur]6) afslaan7) (mee)nemen, grijpen8) opvatten9) kosten10) aannemen2. se prendrev1) bevriezen -
64 doux
doux [doe],douce [does]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord, m., v.〉♦voorbeelden:préférer le doux au sec • de zoete (wijn) prefereren boven de droge2 lumière douce • zacht, gedempt lichtpente douce • licht glooiende hellingprix doux • zacht prijsjeêtre doux au toucher • zacht aanvoelenil fait doux • het is zacht weerla solitude lui est douce • hij houdt van de eenzaamheiddoux à l'oreille • aangenaam voor het oorun doux, une douce • zachtmoedig, vriendelijk mensen douce il a mieux réussi que quiconque • ondertussen heeft hij het wel verder gebracht dan menigeenfiler en douce • 'm piepen, ertussenuit knijpen= douce; adj1) zoet, zacht, flauw2) aangenaam3) zachtaardig, lief -
65 vis-à-vis
vis-à-vis1 [viezaavie]♦voorbeelden:¶ 〈 voorzetsel〉 vis-à-vis de • tegenover, aan de overkant van; 〈 figuurlijk〉tegenover, ten aanzien van, ten opzichte van; 〈 ook〉 in vergelijking met————————vis-à-vis2 [viezaavie]〈m.; ook bijwoord〉1 vis-à-vis ⇒ positie van twee personen, dingen tegenover elkaar♦voorbeelden:se trouver vis-à-vis • plotseling tegenover elkaar (komen te) staan, zittenavoir un parc pour vis-à-vis • op een park uitkijken -
66 couvert
couvert1 [koever]〈m.〉♦voorbeelden:dresser, mettre le couvert • de tafel dekkenmettre à couvert • veilig stellen, beschermenmettre sa responsabilité à couvert • zich indekkense mettre à couvert • schuilen; zich indekkenà couvert (de qc.) • beschut (tegen), veilig (voor iets)sous (le) couvert de • onder bescherming van; onder de dekmantel, voorwendsel van→ vivre————————couvert2 [koever]♦voorbeelden:1 ciel couvert • betrokken, bewolkte lucht, hemelà mots couverts • in bedekte termenadj1) gedekt, bedekt, overdekt3) gekleed -
67 incruster
incruster [ẽkruustee]2 met ketelsteen, kalkaanslag bedekken -
68 prenons une famille de 4 personnes
prenons une famille de 4 personnesDictionnaire français-néerlandais > prenons une famille de 4 personnes
-
69 amitié
amitié [aamietjee]〈v.〉2 gunst ⇒ genoegen, groet♦voorbeelden:se lier d'amitié avec qn. • vriendschap met iemand sluitenprendre qn. en amitié • vriendschap voor iemand opvattenpar amitié • uit vriendschapfaites-moi l'amitié d' assister à ma fête • doe me een genoegen en kom op mijn feestje→ cadeau1. f 2. amitiésf pl -
70 collège
collège [kollezĵ]〈m.〉♦voorbeelden:m -
71 confusion
confusion [kõfuuzjõ]〈v.〉1 verwarring ⇒ ontsteltenis, verlegenheid♦voorbeelden:jeter la confusion • verwarring zaaienf1) verwarring2) chaos4) verwisseling -
72 importance
importance [ẽportãs]〈v.〉♦voorbeelden:événement de première importance • zeer belangrijke gebeurtenisquelle importance? • wat doet het er toe?attacher de l'importance à qc. • gewicht hechten aan ietsse donner de l'importance • gewichtig doenêtre pénétré de son importance • verwaand zijnprendre de l'importance • belangrijk wordend' importance • veel, belangrijkusine de moyenne importance • middelgrote fabriekf1) belang, gewicht(igheid)2) aanzien3) omvang, grootte -
73 truc
-
74 amitié particulière
amitié particulière -
75 avoir charge d'âmes
avoir charge d'âmes -
76 cavalcader
См. также в других словарях:
Van Buren County (Tennessee) — Van Buren County Courthouse in Spencer Verwaltung US Bundesstaat: Tennessee … Deutsch Wikipedia
Van Wert County — Courthouse in Van Wert, gelistet im NRHP mit der Nr. 74001639[1] Verwaltung … Deutsch Wikipedia
Van Zandt County — Courthouse in Canton Verwaltung US Bundesstaat: Texas … Deutsch Wikipedia
Van Dyke — ist der Familienname folgender Personen: Barry Van Dyke (* 1951), US amerikanischer Schauspieler Carl Van Dyke (1881–1919), US amerikanischer Politiker Dick Van Dyke (* 1925), US amerikanischer Fernseh und Filmschauspieler Jerry Van Dyke (* 1931) … Deutsch Wikipedia
Van Loo — ist der Familienname folgender Personen: Französische Maler Jacob van Loo (1614–1670) Louis Abraham van Loo (1656 1712) Charles André van Loo (1705–1765) Jean Baptiste van Loo (1684–1745) Charles Amédée Philippe van Loo (1719–1795) François van… … Deutsch Wikipedia
Van Velde — van de Velde oder van Velde ist der Familienname folgender Personen: Adriaan van de Velde (1636–1672), niederländischer Maler Bram van Velde (1895–1981), niederländischer Maler Carl Franz van der Velde (1779–1824), deutscher Stadtrichter und… … Deutsch Wikipedia
Van de Velde — oder van Velde ist der Familienname folgender Personen: Adriaan van de Velde (1636–1672), niederländischer Maler Bram van Velde (1895–1981), niederländischer Maler Carl Franz van der Velde (1779–1824), deutscher Stadtrichter und Dichter Charles… … Deutsch Wikipedia
Van — steht für: das olympische Länderkürzel für Vanuatu Vereinigte Arbeitsgemeinschaft der Naziverfolgten Bund der Antifaschisten, Hamburg. Landesorganisation der VVN. Value Added Network, ein Datennetz mit Mehrwertdienstangebot IATA Code des… … Deutsch Wikipedia
Van Foreest — ist der Geschlechtername eines Uradelsgeschlechts aus der ehemaligen Grafschaft Holland, seine erste Erwähnung fand es mit der Edelfrau Machteld van Foreest am 27. Juli 1250. Jene wird aber schon im Jahre 1241 als die Witwe des W. de Foresto… … Deutsch Wikipedia
Van Buren — ist der Familienname folgender Personen: Angelica Van Buren (1818–1877), First Lady der USA, Ebert Van Buren (* 1924), US amerikanischer American Football Spieler Hannah Van Buren (1783–1819), First Lady der USA Martin Van Buren (1782–1862), 8.… … Deutsch Wikipedia
Van Gogh (Kreuzfahrtschiff) — Van Gogh „Delphin“, ein Schwesterschiff der „Van Gogh“ Übersicht der Schiffsdaten Schiffstyp: Passagierschiff ex Namen: Club I Club Cruise I Odessa Sky Gruziya Vermessung: 15.402 BRZ / 6.057 NRZ T … Deutsch Wikipedia