-
81 momentarm
• moment arm -
82 traagheidsmoment
• moment of inertia -
83 ogenblik
♦voorbeelden:geen ogenblik rust/vrij hebben • 〈 rust〉 not have a moment to oneself; 〈 vrij〉 not have a moment to spare/to call one's ownin een onbewaakt ogenblik • in an unguarded momentin een verloren ogenblik • in a spare momentin een ogenblik • in a moment(juist) op dat ogenblik • (just) at that (very) moment/instant(heeft u) een ogenblikje? • just a moment/minute; 〈 telefoon〉 hold on, please; 〈 beleefd〉 would you mind waiting a moment?2 hij kan ieder ogenblik aankomen • he can arrive (at) any moment/minuteop ieder ogenblik • (at) any timewachten tot het laatste ogenblik • wait till the last minute -
84 ogenblik
♦voorbeelden:hij kan elk, ieder ogenblik aankomen • il peut arriver d'un moment à l'autrehet gunstige ogenblik afwachten • attendre l'instant propicein een onbewaakt ogenblik • dans un moment d'inattentionop een ongelukkig ogenblik aankomen • arriver à contretempsin een verloren ogenblik • à un moment perduzonder een ogenblik te verliezen • sans perdre une secondein een ogenblik • en un clin d'oeiljuist op het ogenblik dat • à l'instant (même) oùop dat ogenblik • à ce moment-làop dit ogenblik • en ce momentop ieder ogenblik • à tout momentop het ogenblik van vertrek • au moment de partirop het ogenblik dat … • au moment où … 〈+ aantonende wijs〉voor het ogenblik • pour le momentgeen ogenblik vrij hebben • ne pas avoir un moment à soi -
85 tijd
♦voorbeelden:het grootste deel van zijn tijd doorbrengen met • passer le plus clair de son temps àhij heeft er tijd en geld voor over • il a du temps et de l'argent à y consacrerin een jaar tijd • en un anhet is een kwestie van tijd • c'est une question de tempsin een paar minuten tijd • en l'espace de quelques minutesu heeft een week de tijd om • vous avez une semaine pourbinnen afzienbare tijd • sous peude eerste tijd • les premiers tempseen flinke tijd • un bon bout de tempste gelegener, rechter tijd • en temps opportungeruime tijd • assez longtempswaar is de goede oude tijd gebleven? • où sont les neiges d'antan?een goede tijd maken • réaliser un bon tempsde goeie, ouwe tijd • le bon vieux tempsdat is al een hele tijd geleden • ça fait tout un tempsde hele tijd • tout le tempseen hele tijd geleden • il y a bien longtempshet is hoog tijd om • il est (grand) temps de 〈+ onbepaalde wijs〉; il est (grand) temps que 〈+ aanvoegende wijs〉in korte tijd • en peu de tempseen korte tijd duren • durer peu de tempsna kortere of langere tijd • tôt ou tardde laatste tijd • ces derniers tempsde meeste tijd • les trois-quarts du tempshij heeft een moeilijke tijd gehad • il a eu une période difficilevorig jaar om dezelfde tijd • l'année dernière à pareille époquevoor onbeperkte tijd • pour une durée illimitéeonvoltooid verleden tijd • imparfaitonvoltooid tegenwoordig toekomende tijd • futur simpleonvoltooid verleden toekomende tijd • futur du passéde oude tijd • les temps anciensde tijd is rijp • la poire est mûrehet zijn slechte tijden • les temps sont difficileseen stille tijd • une période creusedat is allemaal verleden tijd! • tout ça, c'est du passé!de vrije tijd • le temps librein vroegere tijden • au temps jadiswaar blijft de tijd? • où passe le temps?niemand weet wat de tijd ons brengen zal • personne ne sait ce que l'avenir nous réservehet zal mijn tijd wel duren! • après moi le déluge!de tijd gaat snel • le temps filede tijd gaat nu in! • top, chrono!zijn tijd goed gebruiken • faire un bon emploi de son tempszijn (beste) tijd gehad hebben • avoir fait son tempsiemand de tijd gunnen • donner du temps à qn.zich de tijd niet gunnen (om) • ne pas prendre le temps (de)wij hebben de tijd aan ons • nous avons tout le temps (devant nous)geen tijd hebben om … • n'avoir pas le temps de …tijd te over hebben • avoir du temps en troptijd genoeg hebben • avoir assez de tempsde tijd hebben • avoir le tempswe hebben onze familie een tijd niet gezien • il y a longtemps que nous n'avons pas vu notre famillede tijd aan zichzelf hebben • avoir du temps devant soidat heeft nog de tijd • cela ne presse pasdat heeft tijd tot morgen • cela peut attendre demainhet is er de tijd niet naar om te • ce n'est pas le moment deiemand geen tijd laten • presser qn.dat moet (zijn) tijd hebben • cela demande du tempsde tijd nemen voor iets • prendre le temps pour qc.tijd rekken • chercher à gagner du tempsveel tijd steken in iets • consacrer beaucoup de temps à qc.de tijd valt mij te lang • le temps me durezijn tijd verdoen • glanderde tijd verdrijven • faire passer le tempszijn tijd verpraten • perdre son temps à bavarderde tijd voor iets vinden • trouver le temps de faire qc.binnen de voorgeschreven tijd • dans les délais prescritszijn tijd met lezen vullen • passer son temps à lireeindelijk! het werd tijd • ce n'est pas trop tôttijd winnen • gagner du tempsde tijden zijn veranderd • les temps ont changémijn tijd zit erop • j'ai fait mon tempsbij de tijd zijn • ne pas être né d'hierhet heeft in tijden niet zo geregend • il y a bien longtemps qu'il n'a pas plu ainsiin geen tijden heb ik hem gezien • il y a un siècle que je ne l'ai pas vuin tijden van oorlog • en temps de guerremet de tijd • avec le tempsmet zijn tijd meegaan • vivre avec son tempstijd om te eten • l'heure de mangerdat komt juist op tijd • cela tombe bienik kon op tijd remmen • j'ai pu freiner à tempswe hebben de trein net op tijd gehaald • nous avons attrapé le train de justessealles op zijn tijd • il y a un moment pour chaque chosete allen tijde • à tout momentte zijner tijd • en temps voulutegen die tijd zullen we wel zien • d'ici-là, on verra bienten tijde van • à l'époque deten tijde van Napoleon • au temps de Napoléonterzelfder tijd • en même tempsuit de tijd raken • passer de modeuit de tijd • démodévan tijd tot tijd • de temps en tempseen kind van zijn tijd zijn • être (un enfant) de son époquein minder dan geen tijd • en moins de deuxeen tijdje • un moment〈 spreekwoord〉 de tijd zal het leren • qui vivra, verra〈 spreekwoord〉 tijd is geld • le temps, c'est de l'argent〈 spreekwoord〉 andere tijden, andere zeden • autres temps, autres moeursde plaatselijke tijd • l'heure localeheeft u de tijd? • avez-vous l'heure?het is tijd • c'est l'heurede tijd vergeten • oublier l'heureom de hoeveel tijd komt de bus langs? • tous les combien passe le car?bij tijd en wijle • de temps en tempsmorgen om deze tijd • demain à la même heurehij is altijd op tijd • il est toujours à l'heurehet wordt tijd voor school • c'est l'heure d'aller à l'écolede slappe tijd • la saison mortehet wordt mijn tijd • il faut que je partein de tijd van de oogst • à l'époque des moissons -
86 even
1 [door twee deelbaar] pair♦voorbeelden:II 〈 bijwoord〉1 [in dezelfde, gelijke mate] aussi2 [een korte tijd] un moment4 [een weinig] un peu♦voorbeelden:hij is even oud als ik • il est aussi vieux que moiik kom maar even langs • je ne fais qu'entrer et sortirkun je even komen? • peux-tu venir un moment?zich even laten zien • montrer le nezzij moet er even uit • elle a besoin de changer d'airheel even • un tout petit momenthet is even voor vijven • il est près de cinq heures3 iets even aanraken • effleurer qc.4 iets even afborstelen • donner un coup de brosse à qc.nog even doorzetten • encore un petit efforteven buiten de stad gelegen • situé juste en dehors de la villezij is even in de twintig • elle a dans les vingt ans¶ dat is even mooi! • voilà qui est beau!gooi hem even de deur uit • fiche-le donc à la porteeven mijn hoed opzetten, dan kunnen wij gaan • le temps de mettre mon chapeau et nous partonsho eens even! • ta, ta, ta! -
87 poos
♦voorbeelden:dat is al een hele poos geleden • cela fait déjà un bon bout de tempsze wandelden een poos(je) • ils se sont promenés un moment -
88 even
1 [door twee deelbaar] even♦voorbeelden:¶ het is mij om het even • it's all the same/all one to meom het even wat je doet • whatever you doom het even wie/welke • whoever/whichever, no matter who/whichII 〈 bijwoord〉1 [in dezelfde/gelijke mate] (just) as2 [als versterkende bevestiging] just3 [een korte tijd] just ⇒ (just) (for) a moment/while/bit4 [in korte tijd, met weinig moeite] just6 [een weinig] just (a bit)♦voorbeelden:in even grote aantallen/hoeveelheden • in equal numbers/quantitieshij is even oud als ik • he is (just) as old as I amhet is er nog altijd even rommelig • it's as untidy as everhij is even slim als sterk • he is as clever as he is strong2 dat is even mooi! • isn't that something!zij is altijd even opgewekt • she's always nice and cheerfulwas (me) dat even lachen • what a laugh that was!een salaris van maar even drie ton • a salary of no less than Dfl300,0003 het duurt nog wel even • it'll take a bit/while longerhoor eens even • (just) listenmag ik u even storen? • may I disturb you just for a moment?wacht eens even • just wait a momenteens even zien • let me seeheel even • just for a second/minuteeven later/daarna • shortly afterwardsnog even doorzetten • go on for just a bit longerje was net even te laat • you were just a bit too latedit moet toch even worden gezegd • this (just) needs to be saidzij is even in/over de twintig • she is just in her twenties/over twentyals ze het maar even niet hoeven te doen, dan … • if they can possibly manage without doing it, …ho eens even! • whoa! -
89 gegeven
gegeven1〈 het〉1 [geval, feit] data 〈 enkelvoud of meervoud〉; datum ⇒ fact, information, 〈 computer〉 data, 〈 computer〉 entry, 〈 computer〉 item3 [wiskunde] given♦voorbeelden:1 (gebrek aan) feitelijke gegevens • (lack of) factual information/factsnadere gegevens • further information〈 computer〉 gegevens opslaan/invoeren/opvragen • store/input/retrieve data————————gegeven22 [zich voordoend] given3 [wiskunde] given♦voorbeelden:op een gegeven moment begin je je af te vragen … • there comes a time when you begin to wonder …op een gegeven moment kan het je niets meer schelen • you reach a stage where you no longer care2 in de gegeven omstandigheden • in/under the circumstances¶ zich aan zijn gegeven woord houden • keep/stick to one's word -
90 nippertje
♦voorbeelden:¶ op het nippertje • at the (very) last moment/secondzij kwam net op het nippertje • she came just in time/(just) in the (very) nick of timedat was op het nippertje • that was a close/near thing; 〈 met betrekking tot ontsnapping ook〉 that was a close shave/callop het nippertje ontsnappen • have a narrow escapede student haalde op het nippertje zijn examen • the student (just) scraped through (his exam)/only passed by the skin of his teethhij kwam op het laatste nippertje • he came at the (very) last moment/the last (possible) moment -
91 punt
2 [muziek] dot3 [waarde-eenheid] point5 [drukwezen] point♦voorbeelden:de dubbelepunt • the colonergens een punt achter zetten • 〈 figuurlijk〉 put a stop to something; 〈 met betrekking tot werk〉 call it a dayik was gewoon kwaad, punt, uit! • I was just angry, full stopje gaat (er) wel heen, punt, uit! • you're going, and that's final!hoeveel punten hebben jullie? • what's your score?hij werd verslagen met drie punten • he was beaten by three pointszij had de meeste punten • she had the highest number of pointshij is twee punten vooruitgegaan • he has gone up (by) two marksII 〈 het〉2 [wiskunde] point4 [onderdeel] point ⇒ 〈 van programma, agenda ook〉 item, 〈 van aanklacht ook〉 count, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 matter, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 question, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 issue♦voorbeelden:1 we zijn op het dode punt gekomen • we've reached a stalemate/an impassewanneer de zon haar hoogste punt bereikt heeft • when the sun has reached its zenith/its highest pointhet hoogste punt van de berg • the summit/top of the mountainhet laagste punt bereiken • reach rock bottomhet mooiste punt van ons land • the most beautiful place in our countryhet kritieke punt • the critical momenthij stond op het punt van vertrek/(om) te vertrekken • he was (just) about to leavehij was/stond op het punt om alles te verliezen • he was on the verge of losing everythingop het punt staan in tranen uit te barsten • be near to tearseen punt van overeenkomst • a (point of) similarityeen punt van overweging vormen • be a considerationtijd is geen punt van overweging • time is (of) no considerationeen belangrijk punt is … • an important point is …een bepaald punt ter sprake brengen • bring up a certain pointdat is niet zijn sterke punt • that is not his strong pointeen teer punt aanroeren • touch a sore pointeen teer/een netelig punt • a delicate/ticklish pointzijn zwakke punt • his weak pointtot in de puntjes verzorgd • 〈 uitstekend gekleed〉 spick and span; 〈 zeer goed georganiseerd〉 shipshapeiets tot in de puntjes kennen • know something inside-outop dat punt is hij zeer gevoelig • he's very sensitive on that pointop het punt van • in the matter ofschuldig bevonden op alle punten • be found guilty on all countseen zaak punt voor punt nagaan • check a matter point by pointhet punt waar het op aankomt, is … • the thing that really matters is …geen punt! • no problem!III 〈de〉2 [puntig gesneden part] 〈 ook van kaas〉 wedge, (wedge-shaped) piece♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 ik zie aan het puntje van je neus dat je jokt • I can see from your face you're lyingpunt van een pen • nib of a pende punt van een potlood • the point of a pencilpunt van een schoen • toe(cap) of a shoede punt van een speld/van een mes • the point of a pin/knifestoot niet tegen de punt van de tafel • mind the corner of the tablehet ligt op het puntje van mijn tong • it's on the tip of my tongueeen punt aan een potlood slijpen • sharpen a pencilop het puntje van zijn stoel zitten • be poised on the edge of his seat, be all attention/all ears -
92 tijdstip
♦voorbeelden:1 het tijdstip van vertrek • the time/moment of departureeen gunstig tijdstip kiezen • choose an opportune momentiets tot een later tijdstip uitstellen • postpone something (until later)op een onchristelijk tijdstip thuiskomen • come home at some ungodly hourop een bepaald tijdstip • at a certain point in time -
93 aanbreken
1 [beginnen] naître♦voorbeelden:het moment is aangebroken om • le moment est venu deII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [voorraden aanspreken] entamer♦voorbeelden: -
94 aankomen
1 [arriveren; naderen] arriver2 [het doel treffen] atteindre son but3 [komen aanzetten] s'amener4 [bij toeval aanraken] heurter (qc. contre qc.); 〈 zachtjes〉 effleurer (qc. de qc.)5 [in gewicht toenemen] prendre du poids7 [genezen] reprendre des forces♦voorbeelden:een botsing zien aankomen • prévoir un accidentde bus komt er aan • voilà le bus qui arriveeven bij iemand aankomen • faire un saut chez qn.je hoeft met dat plan bij hem niet aan te komen • inutile de lui soumettre ce projetmet een voorstel aankomen • présenter une propositioniets op het laatste ogenblik laten aankomen • attendre le dernier moment pour faire qc.het op een scheiding laten aankomen • risquer le divorceII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gelden, betreffen] s'agir (de)♦voorbeelden:1 nu komt het erop aan op te treden • maintenant, il s'agit, il importe d'intervenirnu komt het erop aan • c'est le moment ou jamaishet komt niet op vijf minuten aan • nous n'en sommes pas à cinq minutes près -
95 ieder
1 [bijvoeglijk] chaque2 [zelfstandig] chacun♦voorbeelden:hij kan ieder moment komen • il peut venir d'un moment à l'autreieder die … • tous ceux qui (que) …ieder van ons • chacun d'entre nouseen ieder • tout un chacunieder het zijne • à chacun son dû -
96 juist
1 [algemeen] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 juste ⇒ 〈 goed bedacht〉 heureux 〈v.: heureuse〉 〈 bijwoord〉 justement♦voorbeelden:de juiste woorden weten te vinden • savoir trouver les mots qu'il fautiets juist concluderen • déduire qc. avec justessejuist oordelen • juger justementjuist handelen • bien agirdaarom juist • pour ça justementjuist op het moment dat • au moment précis où -
97 kritiek
kritiek1〈de〉♦voorbeelden:felle kritiek leveren op iemand • critiquer vivement qn.goede kritieken krijgen • avoir de bonnes critiqueskritiek leveren op iemand • adresser une critique à qn.kritiek spuien • formuler des critiqueskritiek hebben op iets • critiquer qc.de kritiek is het erover eens dat … • la critique est d'accord pour dire que …————————kritiek21 critique♦voorbeelden: -
98 ongeschikt
♦voorbeelden:lichamelijk ongeschikt • physiquement inapte -
99 ongunstig
♦voorbeelden:ongunstig licht • éclairage désavantageuxop een ongunstig moment • à un moment inopportuniemand niet ongunstig gezind zijn • ne pas être hostile à qn.die straat staat ongunstig bekend • cette rue est mal faméezijn pion stond ongunstig • son pion était mal placézich ongunstig over iemand uitlaten • parler de qn. en termes défavorables→ link=betekenis betekenis -
100 ontroeren
См. также в других словарях:
moment — [ mɔmɑ̃ ] n. m. • 1119; lat. momentum, contract. de movimentum « mouvement » I ♦ 1 ♦ Espace de temps limité (relativement à une durée totale) considéré le plus souvent par rapport aux faits qui le caractérisent. ⇒ 2. instant, intervalle; heure,… … Encyclopédie Universelle
moment — 1. (mo man) s. m. 1° Partie petite, mais indéterminée, du temps. • Un moment donne au sort des visages divers, CORN. Cid, I, 1. • Un moment l a fait naître, un moment va l éteindre, CORN. ib. II, 3. • Un moment est bien long à qui ne sait … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Moment (magazine) — Moment Moment, September/October 2011 Editor Nadine Epstein Categories Jewish Politics Culture Frequency Bi monthly … Wikipedia
Moment Magnétique — Pour les articles homonymes, voir Moment. En physique, le moment magnétique est une grandeur vectorielle qui permet de mesurer l intensité d une source magnétique. La source peut être une distribution de courant, ou bien un matériau présentant un … Wikipédia en Français
Moment magnetique — Moment magnétique Pour les articles homonymes, voir Moment. En physique, le moment magnétique est une grandeur vectorielle qui permet de mesurer l intensité d une source magnétique. La source peut être une distribution de courant, ou bien un… … Wikipédia en Français
Moment 4 Life — Single by Nicki Minaj featuring Drake from the album Pink Friday Released December 7, 2010 Recorded 2010 … Wikipedia
Moment of Surrender — Song by U2 from the album No Line on the Horizon Released 27 February 2009 Recorded May – June 2007 at Riad Hotel Yacout in Fez, Morocco Genre … Wikipedia
Moment (mécanique) — Moment de force (mécanique) Pour les articles homonymes, voir Moment. Le moment de force est l aptitude d une force à faire tourner un système mécanique autour d un point donné, qu on nomme pivot. Sommaire 1 Translation d une force 1.1 … Wikipédia en Français
Moment (physique) — Moment de force (mécanique) Pour les articles homonymes, voir Moment. Le moment de force est l aptitude d une force à faire tourner un système mécanique autour d un point donné, qu on nomme pivot. Sommaire 1 Translation d une force 1.1 … Wikipédia en Français
Moment Angulaire — Pour les articles homonymes, voir Moment. Un gyroscope tournant sur un clou En physique, le moment angulaire ou mom … Wikipédia en Français
Moment cinetique — Moment angulaire Pour les articles homonymes, voir Moment. Un gyroscope tournant sur un clou En physique, le moment angulaire ou mom … Wikipédia en Français