-
1 amper
♦voorbeelden:1 ze had amper leren lezen toen ze Shakespeare kocht • she had scarcely learned to read when she bought Shakespearehij kon amper schrijven • he could barely write -
2 eventjes
3 [met weinig tijd, moeite; een klein beetje] just♦voorbeelden:1 eventjes aanraken • (only) just/barely touch3 als je nu nog eventjes doorredeneert, dan … • if you just follow that line of reasoning through, …laat mij dat nu eventjes doen • just let me do that -
3 nauwelijks
♦voorbeelden:1 hij kon nauwelijks lezen en schrijven • he could hardly/barely read or writehet verschil is nauwelijks te merken • the difference is hardly noticeablehet was niet of nauwelijks te merken • it was hardly noticeable, if at allnauwelijks of geen regen • hardly if any rain¶ ik was nauwelijks thuis, of … • I'd only just got home when … -
4 ternauwernood
♦voorbeelden:hij ontkwam ternauwernood • he had a narrow escape -
5 amper
adv. hardly, barely, scarcely -
6 hint
n. hint, subtle suggestion, intimation, clue; barely noticeable amount -
7 karig
adj. skimpy, scanty, meager; stingy, miserly--------adv. scantily, barely, deficiently; stingily -
8 kwalijk
adj. ill, bad--------adv. amiss, hardly, barely -
9 nauwelijks
adv. scarcely, scarce, hardly, hardily, barely, faintly -
10 ternauwernood
adv. hardly, scarcely, barely, narrowly, scantily -
11 beheersen
2 [kennis hebben van] have a (thorough) command of3 [feilloos kunnen uitvoeren] have mastered♦voorbeelden:de Japanners beheersen de markt • the Japanese dominate the markettaxi's beheersen het straatbeeld • taxis dominate the streetsde toestand beheersen • be in control of the situationhij kon zich nauwelijks beheersen • he could barely control himselfje moet je gevoelens beter leren beheersen • you should learn to control your feelings moreniet te beheersen • uncontrollable, unmanageableeen vreemde taal beheersen • have a thorough command of a foreign language -
12 dat is krap gemeten
dat is krap gemetenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is krap gemeten
-
13 even
1 [door twee deelbaar] even♦voorbeelden:¶ het is mij om het even • it's all the same/all one to meom het even wat je doet • whatever you doom het even wie/welke • whoever/whichever, no matter who/whichII 〈 bijwoord〉1 [in dezelfde/gelijke mate] (just) as2 [als versterkende bevestiging] just3 [een korte tijd] just ⇒ (just) (for) a moment/while/bit4 [in korte tijd, met weinig moeite] just6 [een weinig] just (a bit)♦voorbeelden:in even grote aantallen/hoeveelheden • in equal numbers/quantitieshij is even oud als ik • he is (just) as old as I amhet is er nog altijd even rommelig • it's as untidy as everhij is even slim als sterk • he is as clever as he is strong2 dat is even mooi! • isn't that something!zij is altijd even opgewekt • she's always nice and cheerfulwas (me) dat even lachen • what a laugh that was!een salaris van maar even drie ton • a salary of no less than Dfl300,0003 het duurt nog wel even • it'll take a bit/while longerhoor eens even • (just) listenmag ik u even storen? • may I disturb you just for a moment?wacht eens even • just wait a momenteens even zien • let me seeheel even • just for a second/minuteeven later/daarna • shortly afterwardsnog even doorzetten • go on for just a bit longerje was net even te laat • you were just a bit too latedit moet toch even worden gezegd • this (just) needs to be saidzij is even in/over de twintig • she is just in her twenties/over twentyals ze het maar even niet hoeven te doen, dan … • if they can possibly manage without doing it, …ho eens even! • whoa! -
14 eventjes aanraken
eventjes aanraken(only) just/barely touchVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > eventjes aanraken
-
15 half
half1〈de〉1 half♦voorbeelden:————————half21 [de helft zijnde] half2 [voor een (groot) deel; niet helemaal] half3 [met betrekking tot het punt waar de andere helft begint] halfway up/down/along/through♦voorbeelden:een halve cirkel • a semicirclehalve dagen werken • work half timevoor half geld/tegen de halve prijs • (for/at) half pricevier en een halve mijl • four and a half milesde klok slaat hele en halve uren • the clock strikes the (full) hours and the half hoursgeen halve maatregelen • no half measuresde halve stad spreekt ervan • half the town is talking about itiets met een half woord aanduiden • (barely) hint at somethinghij hoeft maar een half woord te zeggen • half a word is enougher is een bus telkens om vier minuten vóór het halve uur/vóór half • there is a bus every four minutes to the half hourhet is half elf • it is half (past) tenhet is vijf voor half elf • it is twenty-five past ten¶ een halve gare • a fool/halfwit/BtwitII 〈 bijwoord〉2 [voor een deel] half♦voorbeelden:het hek is half wit en half groen geverfd • the fence is painted half white, half greenje weet niet half hoe erg het is • little do you know how serious it ismijn werk is half af • my work is half donehalf zo groot als ik • half as tall as mehalf en half tot iets besloten zijn • have more or less decidediemand iets half en half beloven • half promise someone somethingik ben er half en half van op de hoogte • I have not yet been fully informedhalf en half/half om half • half and half2 met het raam half dicht • with the window halfway down/opende deur stond half open • the door was ajarik kan het maar half geloven • I can hardly believe ithalf lachend, half huilend • torn between laughing and cryingiets maar half verstaan • understand only half of it -
16 het is pas een jaar geleden
het is pas een jaar geledenit's only/barely a year since it happenedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is pas een jaar geleden
-
17 hij kon amper schrijven
hij kon amper schrijvenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kon amper schrijven
-
18 hij kon nauwelijks lezen en schrijven
hij kon nauwelijks lezen en schrijvenhe could hardly/barely read or writeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kon nauwelijks lezen en schrijven
-
19 hij kon zich nauwelijks beheersen
hij kon zich nauwelijks beheersenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kon zich nauwelijks beheersen
-
20 iets met een half woord aanduiden
iets met een half woord aanduidenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets met een half woord aanduiden
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Barely — Bare ly, adv. 1. Without covering; nakedly. [1913 Webster] 2. Without concealment or disguise. [1913 Webster] 3. Merely; only. [1913 Webster] R. For now his son is duke. W. Barely in title, not in revenue. Shak. [1913 Webster] 4. But just;… … The Collaborative International Dictionary of English
barely — [ber′lē] adv. 1. without covering or disguise; plainly [stating the unpleasant facts barely] 2. only just; no more than [barely enough to eat] 3. meagerly; scantily [a barely furnished room] … English World dictionary
barely — like hardly (see hard 2) and scarcely, should normally be followed by when, not than, if a clause follows: • Chance had barely begun to sip his drink when dinner was announced J. Kosinski, 1983 … Modern English usage
barely — index purely (simply), solely (purely) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
barely — O.E. bærlice openly, clear, public; see BARE (Cf. bare) (adj.) + LY (Cf. ly) (2). Meaning only, just is recorded from late 15c.; that of merely, simply is from 1570s. In 15c. it also could mean naked … Etymology dictionary
barely — [adj] not quite almost, hardly, just, only just, scantily, scarcely; concept 772 … New thesaurus
barely — bare|ly [ˈbeəli US ˈberli] adv 1.) only with great difficulty or effort = ↑only just ▪ She was very old and barely able to walk. ▪ Mary had barely enough money to live on. barely audible/perceptible/visible/discernible etc ▪ His voice was barely… … Dictionary of contemporary English
barely — bare|ly [ berli ] adverb ** 1. ) used for saying that something almost does not happen or exist, or is almost not possible: HARDLY, SCARCELY: The roads were barely wide enough for two cars to pass. There was barely a scratch on his car, but mine… … Usage of the words and phrases in modern English
barely */*/ — UK [ˈbeə(r)lɪ] / US [ˈberlɪ] adverb 1) used for saying that something almost does not happen or exist, or is almost not possible He was so dizzy he could barely stand. The roads were barely wide enough for two cars to pass. There was barely a… … English dictionary
barely — [[t]be͟ə(r)li[/t]] ♦♦♦ 1) ADV BRD NEG: ADV before v, ADV group, oft ADV amount You use barely to say that something is only just true or only just the case. Anastasia could barely remember the ride to the hospital... It was 90 degrees and the air … English dictionary
barely — adverb 1 in a way that almost does not happen, exist etc; just: Her voice was so low, I could barely hear her. | We have barely enough money to live on. 2 in a way that is simple, with no decorations or details: The room was furnished barely. 3… … Longman dictionary of contemporary English