-
1 toezien
chèk, kontrolá; opservá; wak, weita, weta; wak, weita, wetaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > toezien
-
2 connive
v. oogluikend toezien[ kənajv]2 samenspannen ⇒ samenzweren, complotteren♦voorbeelden:1 connive at • oogluikend toelaten, door de vingers zien2 the criminals connived with the manager • de misdadigers speelden onder één hoedje met de bedrijfsleider -
3 supervise
-
4 survey
n. bericht, reportage; verslag--------v. overzien, toezien op; onderzoekensurvey1[ sə:vee] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————survey2 -
5 bras
bras [braa]〈m.〉1 arm3 mankracht ⇒ werkkracht, arbeider♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 avoir un bras de fer • onverbiddelijk, streng zijnbras d'honneur • obsceen gebaar voor lulbaisser les bras • (de moed) opgeven, zich gewonnen gevencette nouvelle m'a cassé bras et jambes • ik ben kapot van dat nieuws〈 figuurlijk〉 couper bras et jambes à qn. • iemand versteld doen staan; 〈 ook〉iemand vleugellam maken, iemand uitputtenouvrir les bras à qn. • iemand met open armen ontvangen; 〈 ook〉iemand vergeven, iemand de helpende hand reikentendre les bras vers qn. • iemands hulp inroepen〈 figuurlijk〉 les bras m'en tombent • nou breekt m'n klomp, ik sta pafbras dessus, bras dessous • arm in arm, gearmd〈 figuurlijk〉 se réfugier dans les bras de qn. • bij iemand z'n heil, z'n toevlucht zoeken〈 figuurlijk〉 avoir qc., qn. sur les bras • voor iets, iemand te zorgen hebben, opgescheept zitten met iets, iemandbras de vigne • wijnranktravailler à pleins bras • uit alle macht werkentomber sur qn. à bras raccourcis • zich als een razende op iemand werpen¶ à bout de bras • op armlengte; op eigen krachtà force de bras • met de sterke armdépenser de l'argent à tour de bras • met geld smijtenm1) arm2) macht3) zwengel4) armleuning5) (zee)engte6) bras [aan ra]7) voorpoot, schaar, vin -
6 présider
présider [preeziedee]1 toezien (op) ⇒ regelen, leiden (bij)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 voorzitten ⇒ leiden, voorzitter zijn vanv1) toezien (op)2) voor-zitten -
7 наблюдать
waarnemen, observeren, toezien ; letten, in het oog houden -
8 посмотреть
zien, toezien, kijken -
9 безучастно наблюдать
advgener. lijdelijk toezien (что-л.)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > безучастно наблюдать
-
10 быть внимательным
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > быть внимательным
-
11 наблюдать
vgener. letten, observeren, opmerken, waarnemen, gadeslaan, in het oog houden, op de uitkijk staan, (в школе) surveilleren, toekijken, toeschouwen, toezien -
12 остаться не при чём
vgener. kunnen toezienRussisch-Nederlands Universal Dictionary > остаться не при чём
-
13 присматривать
vgener. toezien (за детьми), zorgen, bewaken (за кем-л., чем-л.), letten (op-çà), verzorgen (за кем-л., чем-л.) -
14 смотреть на что-либо
vgener. toezienRussisch-Nederlands Universal Dictionary > смотреть на что-либо
-
15 стараться
vgener. toeleggen, zich weren, zien, zoeken, er op uit zijn, ijveren, moeite doen, pogen, streven, toezien, trachten, zich (veel) moeite voor (iets) geven, zich beijveren, zich bevlijtigen, zich moeite geven, zijn best doen, zijn beste beentje voorzetten, zorgen -
16 direct
adj. rechtstreeks, direct; onmiddellijk; openhartig--------adv. rechtstreeks, duidelijk; op een onomwonden manier, op openhartige wijze--------v. instruëren, toelichten, aanduiden; toezien, kontroleren, inspekteren; kommanderendirect1[ dirrekt, daj-]1 direct ⇒ rechtstreeks, onmiddellijk, openhartig♦voorbeelden:direct contact • rechtstreeks contactbe a direct descendant • in een rechte lijn van iemand afstammendirect drive • directe aandrijvingdirect evidence • bewijs uit de eerste handa direct flight • een rechtstreekse vluchta direct hit • een voltrefferthe direct road • de kortste wegdirect taxes • directe belastingenbe direct • er geen doekjes om winden〈 Brits-Engels〉 direct grant • rijkssubsidie 〈 voor scholen in tegenstelling tot subsidie van plaatselijke overheid〉direct mail • direct mail, postreclame 〈 (persoonlijk gerichte) reclame via de brievenbus〉II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 absoluut ⇒ exact, precies♦voorbeelden:————————direct21 het bevel voeren ⇒ aanwijzingen geven, opdracht geven2 richten3 de weg wijzen ⇒ leiden, gidsen4 bestemmen ⇒ toewijzen, aanwijzen5 leiden ⇒ de leiding hebben over, besturen♦voorbeelden:he directed a blow at his brother • hij sloeg naar zijn broerhis remarks were directed at all of us • zijn opmerkingen waren voor ons allemaal bedoeld3 would you direct me to the town hall? • zou u mij kunnen zeggen hoe ik bij het stadhuis moet komen?————————direct3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:she came direct to Paris • ze kwam rechtstreeks naar Parijs -
17 enforce
v. (het) opleggen (v.d. wet), verplichten; versterken[ info:s] 〈zelfstandig naamwoord: enforcement〉♦voorbeelden: -
18 look after
-
19 look
n. blik; uitdrukking; gezicht; voorkomen; rol; uiterlijk--------v. kijken; lijken, er uit zien; zoeken; zienlook1[ loek]4 mode5 uitzicht♦voorbeelden:by the look(s) of it/things • zo te zienII 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————look21 kijken ⇒ (proberen te) zien, aandachtig/zoekend kijken2 uitkijken ⇒ uitzien, liggen♦voorbeelden:look about/around • om zich heen kijken, rondkijkenlook on • toekijkenlook at • kijken naar, in ogenschouw nemen; beschouwen, onderzoekento look at him … • naar zijn uiterlijk te oordelen …not look at • niet in overweging nemen, niets willen weten vanlook beyond • verder kijken danlook down the road • de weg af kijken2 look onto/towards • uitzien/uitkijken oplook to the south • op het zuiden liggen¶ look you! • kijk!look down (up)on • neerkijken oplook forward to • tegemoet zien, verlangen naarlook here! • kijk eens (even hier)!, luister eens!look in on someone • bij iemand langskomen/aanlopenlook after • passen op, zich bekommeren om; toezien oplook after oneself, look after one's own interests • voor zichzelf zorgenlook for • zoeken (naar)look for trouble • om moeilijkheden vragenlook (up)on someone as • iemand beschouwen als/houden voor→ look back look back/, look out look out/, look round look round/, look through look through/, look to look to/, look up look up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zijn blik richten op ⇒ kijken (naar), zien4 zorgen♦voorbeelden:look someone down • iemand de ogen doen neerslaanlook what you've done • kijk nou (eens) wat je gedaan hebtlook who's here! • kijk eens wie daar aankomt/wie hebben we hier!he isn't looking himself today • hij is niet geheel zichzelf vandaag4 look that … • ervoor zorgen dat …1 lijken (te zijn) ⇒ uitzien, de indruk wekken te zijn♦voorbeelden:look interesting/promising • er interessant/veelbelovend uitzienlook ill/well • er slecht/goed uitzienlook like • eruitzien als, lijken opthis looks to me like an exit • volgens mij is dit een uitgangit looks like snow • er is sneeuw op komsthe looks as if he has a hangover • hij ziet eruit alsof hij een kater heeft -
20 overlook
v. uitkijken; overzien; toezien; een oogje dichtdoen, verzwijgenoverlook1 overzien ⇒ uitkijken op, uitzicht bieden op
См. также в других словарях:
tozee — ˈtōzē noun ( s) Etymology: perhaps from Dutch toezien to look on, take care, be careful, from Middle Dutch toesien, from toe to + sien to see; akin to Old English tō to and to Old High German sehan to see more at to, see : a curling tee … Useful english dictionary