-
61 harm
hoge snelheids antiradiatie rakettenHARM (High-speed Anti-Radiation Missile)harm1[ ha:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:she came to no harm, no harm came to her • er overkwam/geschiedde haar geen kwaaddo someone no harm • iemand geen kwaad doenout of harm's way • in veiligheid————————harm2〈 werkwoord〉1 kwaad doen ⇒ schade berokkenen, letsel toebrengen♦voorbeelden: -
62 help
n. hulp; voordeel; hulp--------v. helpen; hulp bieden; genezen; maken; voordeel brengenhelp1[ help] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hulp ⇒ steun, bijstand2 help(st)er ⇒ dienstmeisje, werkster4 remedie♦voorbeelden:1 can we be of any help? • kunnen wij ergens mee helpen?fly to the help of • te hulp snellenit was not of much help to him • hij heeft er niet veel aan gehadhelp wanted • personeel/hulp gevraagd4 there is no help for it • er is niets aan/tegen te doen————————help2〈 werkwoord〉1 helpen ⇒ bijstaan, (onder)steunen, baten♦voorbeelden:help someone (to) clean/in cleaning • iemand helpen bij het schoonmakenhelp along/forward • vooruithelpen, bevorderenhelp someone off/on with his coat • iemand uit/in zijn jas helpen5 we could not help but smile • wij moesten wel glimlachen, of we wilden of nietI could not help myself • ik kon niet anders¶ he cannot help himself, that is the way he is • hij kan er niets aan doen, zo is hij nu eenmaal -
63 luck
n. geluk; bestemming--------v. veel geluk hebben, door geluk slagen, een moment van buitengewoon geluk hebben[ luk]1 geluk ⇒ toeval, succes♦voorbeelden:good luck • succesworse luck • pech gehad, jammerhave all the luck • altijd boffenpush one's luck • te veel risico's nementry one's luck • zijn geluk beproevenyour luck is in • dit is je geluksdag/kanslet's do it once more for luck • laten we het nog een keer doen, misschien brengt dat gelukbe in luck/in luck's way • geluk hebbenbe out of luck, be down on one's luck • pech hebbenwith luck • als alles goed gaatyou never know your luck • misschien heb je gelukjust my luck! • dat moet typisch mij weer overkomenno such luck • helaas nietas luck would have it • (on)gelukkig, toevallig -
64 must
n. moeten, plicht; nieuwe wijn--------v. moet; behoortmust1[ must] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 mufheid♦voorbeelden:————————must21 〈 gebod, verplichting en noodzakelijkheid〉 moeten ⇒ 〈 in indirecte rede ook〉 moest(en); 〈 voorwaarde〉 zou(den) zeker♦voorbeelden:why must my plans always fail? • waarom zijn mijn plannen altijd tot mislukken gedoemd?if you must have your way, then do • als je per se je eigen gang wil gaan, doe dat danhe said you must listen to me • hij zei dat je naar mij moest luisteren〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 you mustn't be very enthusiastic about him • je kunt niet heel enthousiast zijn over hemshe must have known beforehand • ze moet het al van tevoren geweten hebben -
65 nudge
n. het aanstoten met de elleboog--------v. aanstoten met de elleboog; duwennudge1[ nudzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stoot(je) ⇒ por, duwtje————————nudge2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
66 pick
n. pikhouweel--------v. uitzoeken; plukken; ophangen; uittrekkenpick1[ pik]1 keus♦voorbeelden:————————pick21 (zorgvuldig) kiezen ⇒ selecteren, uitzoeken4 met kleine hapjes eten ⇒ peuzelen/knabbelen (aan)♦voorbeelden:pick the winner • op het winnende paard weddenpick one's words • zijn woorden wikken en wegenpick and choose • kieskeurig zijnpick at • plukken/peuteren aan; vitten/hakken oppick on • vitten/afgeven op→ pick up pick up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 the play was picked apart by the critics • de critici lieten geen spaan heel van het stuk -
67 push
n. druk; compressie; aanval; initiatief; hulp--------v. duwen; wegduwen; drukken; initiatief nemen; hasjiesj verkopenpush1[ poesj]1 duw ⇒ stoot, zet, ruk♦voorbeelden:〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 at a push • als het echt nodig is, in geval van nood2 druk ⇒ nood, crisis♦voorbeelden:1 to get a job like that you need a lot of push • om zo'n baan te krijgen moet je heel wat aankunnen2 if/when it comes/came to the push • als het erop aankomt/aankwam————————push21 duwen ⇒ stoten, schuiven, dringen2 vorderingen maken ⇒ vooruitgaan, doorgaan, verder gaan3 zich (uitermate) inspannen ⇒ doorzettingsvermogen/ondernemingslust hebben♦voorbeelden:2 push ahead/along/forward/on • (rustig) doorgaan/verder gaanpush by/past someone • iemand voorbijdringenpush ahead/along/forward/on with • vooruitgang boeken/opschieten metII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 stimuleren ⇒ bevorderen, promoten, voorthelpen, pushen3 druk uitoefenen op ⇒ lastig vallen, aandringen bij♦voorbeelden:1 push the button • op de knop/bel drukkenpush the car • de auto aanduwenpush a door open • een deur openduwenhe pushes the matter too far • hij drijft de zaak te ver doordon't push your sister to take that decision • zet je zus niet aan tot dat besluitpush one's way through a crowd • zich een weg banen door een menigteI pushed myself to do it • ik dwong mezelf het te doen〈informeel; figuurlijk〉 push someone about/around • iemand ruw/slecht behandelen; iemand commanderen, iemand met minachting behandelenthey pushed our work aside • ze schoven ons werk terzijde; 〈 figuurlijk〉 ze gaven ons werk geen kanspush back one's hair • zijn haar naar achteren strijkenpush back the enemy • de vijand terugdringenhe was pushed down • hij werd ondergeduwdpush oneself forward • zich op de voorgrond dringenpush someone forward as a candidate • iemand als kandidaat naar voren schuivenpush over a lady • een dame omverlopenpush over a table • een tafel omgooienthat pushed prices up • dat joeg de prijzen omhoogpush someone into action • iemand tot actie dwingenthe disaster pushed all other news off the front pages • de ramp verdrong al het andere nieuws van de voorpagina'spush one's work onto someone else • zijn werk op iemand anders afschuiven/aan iemand anders opdringenshe pushed him to the verge of suicide • ze dreef hem bijna tot zelfmoordpush oneself • zichzelf promoten, zichzelf weten te verkopen3 don't push your luck (too far)! • stel je geluk niet te veel op de proef!he is pushed (for time/money) • hij heeft bijna geen tijd/geld, hij zit krap (in zijn tijd/geld)he pushed me for money • hij probeerde geld van mij los te krijgen¶ push home • uitvoeren, toedienen, krachtig ondernemen/uiteenzettenthe attack was pushed home with considerable force • de aanval werd met veel kracht uitgevoerd -
68 unwilling
adj. weigert, is niet bereid[ unwilling] 〈 unwillingness〉2 met tegenzin gegeven/gedaan♦voorbeelden:he's unwilling to go out of the way • hij is niet van plan uit de weg te gaan -
69 weave
n. weven; vlechten; spinnen--------v. wegen; vlechten, samenvlechten; komplot smedenweave1[ wie:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 weefsel————————weave2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zich slingerend/zigzaggend banen♦voorbeelden:1 they were weaving their way through the full hall • zij baanden zich zigzaggend een weg door de volle hal————————weave31 weven♦voorbeelden:→ get get/II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 bedenken♦voorbeelden: -
70 wind
n. wind; storm; ademhaling; blaasinstrument; wind (laten); tip; praat zonder inhoud; neiging--------n. wind; windstreek; tocht; lucht, reuk; adem; de blaasinstrumenten; de blazers; doelloos gepraat, gezwets--------v. omdraaien; kronkelen; verkrommen; omwikkelen, omwinden; binden; omgewikkeld worden; van richting veranderen--------v. uit laten luchten; in een blaasinstrument blazen; ruikend zoeken; moeilijk ademen; verademenwind1[ wajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slag ⇒ (om)wenteling, draai————————wind21 wind ⇒ luchtstroom, tocht; rukwind♦voorbeelden:fair wind • gunstige windfling/throw something to the winds • iets in de wind slaan/veronachtzamen(sail) close to the/near the wind 〈 scheepvaart〉 • scherp (bij de wind) (zeilen); 〈 figuurlijk〉de grens van het oirbare/toelaatbare (raken)there's something in the wind • er is iets gaande/aan de hand♦voorbeelden:〈 informeel〉 get/have the wind up • hem knijpen, in de rats zittenget one's second wind • er weer tegenaan kunnen♦voorbeelden:¶ to the (four) winds • in het rond, alle kanten op————————wind3♦voorbeelden:————————wind4♦voorbeelden:1 winden ⇒ spoelen, draaien♦voorbeelden:1 zich slingerend banen ⇒ door/indringen2 winden ⇒ wikkelen, (op)rollen♦voorbeelden:wind back • terugspoelenwind in • binnen/inhalen 〈 van vis(lijn)〉————————wind5 -
71 wriggle
n. opwinding; beweging; het zich ervan afmaken (van probleem)--------v. kronkelen; zich bevrijden; ontvluchten (aan een probleem enz.); heen en weer schommelen; verbuigenwriggle1[ rigl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kronkel/wriemelbeweging ⇒ gekronkel/wriemel————————wriggle2♦voorbeelden:1 wriggle out of something • ergens onderuit proberen/weten te komenwriggle through the crowd • zich door de menigte heen wriemelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Way Out West — can refer to one of the following items:* Way Out West (Oregon country/rock band) visit www.wayoutwestoregon.com * Way Out West (musicians), a progressive house duo from the United Kingdom * Way Out West (1937 film), starring Laurel and Hardy *… … Wikipedia
Way Out — «Way Out» Сингл Roxette из а … Википедия
Way Out West (album) — Way Out West Album par Sonny Rollins Sortie 1957 Enregistrement 7 mars 1957 Durée 71:00 Genre Jazz Producteur Lester Koenig … Wikipédia en Français
way out — way out1 noun count * 1. ) a way of dealing with a problem: There must be a way out of this mess. the easy way out: Borrowing money was the easy way out. 2. ) BRITISH an EXIT from a place on the/your way out 1. ) while leaving a place: I ll turn… … Usage of the words and phrases in modern English
way out — plural ways out n 1.) BrE a door or passage through which you leave a building = ↑exit 2.) a way to escape a difficult or bad situation ▪ He was in a dilemma, and could see no way out. 3.) on the/your way out … Dictionary of contemporary English
way out — plural ways out n 1.) BrE a door or passage through which you leave a building = ↑exit 2.) a way to escape a difficult or bad situation ▪ He was in a dilemma, and could see no way out. 3.) on the/your way out … Dictionary of contemporary English
Way Out Games — was a weekly athletic competition game show where a total of 51 teams representing the United States and Puerto Rico competed in a series of athletic events, with emphasis based on humor and the unexpected. Way Out Games aired on CBS television… … Wikipedia
Way Out — is a 1961 science fiction television anthology series hosted by horror writer Roald Dahl. The macabre 30 minute shows are bookended by Dahl s dry delivery of a brief monologue, usually explaining a method of murdering a spouse without getting… … Wikipedia
Way Out West — bezeichnet: einen Film mit Laurel und Hardy aus dem Jahr 1937, deutscher Titel Zwei ritten nach Texas Way Out West (Musikprojekt), britisches Duo von House Produzenten Way Out West (Jazzgruppe), australische Jazzgruppe Way Out West Festival,… … Deutsch Wikipedia
way-out — /way owt /, adj. Informal. 1. advanced in style or technique: way out jazz. 2. exotic or esoteric in character: way out theories on nutrition. [1950 55; adj. use of way out far off; see WAY2, OUT] * * * … Universalium
way-out — way out; way out·ness; … English syllables