-
1 reflected upon
bedenken, overwegen -
2 think
n. gedachten--------v. denken; nadenken; geloventhink11 gedachte♦voorbeelden:2 have a hard think about • diep/hard nadenken over————————think22 het verwachten ⇒ het vermoeden/in de gaten hebben♦voorbeelden:let me think • wacht eens (even)think for oneself • zelfstandig denken/oordelenthink to oneself • bij zichzelf denkenthink ahead to • (vooruit)denken aanthink aloud • hardop denken, zeggen wat men denktthink back to • terugdenken aanyes, I think so • ja, ik denk/geloof van welI don't think so, I think not • ik denk/geloof van nietthink twice • er (nog eens) goed over nadenkenthink about moving • er ernstig over denken om te verhuizenwhat are they thinking about? • waaraan denken ze?2 I thought as much • dat was te verwachten, ik vermoedde al zo iets〈slang; ironisch〉 you did a nice piece of work, I don't think • dat heb je (werkelijk) fantastisch gedaan (maar niet heus)→ think of think of/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 denken ⇒ vinden, geloven3 overwegen ⇒ (eraan/erover) denken, (half) van plan zijn, willen5 (in)zien ⇒ zich voorstellen, begrijpen6 verwachten ⇒ vermoeden, bedacht zijn op♦voorbeelden:1 think someone pretty • iemand knap/mooi vindenit is not thought proper • het hoort nietthink about/of • vinden/denken van, staan tegenover 〈 verklaring, beslissing, aanbod〉think out for oneself • voor zichzelf beslissen/bepalenshe thought away the whole afternoon • ze heeft de hele middag zitten (na)denkenthink out • overdenken, goed (na)denken overthink over • overdenken, in bedenking/overweging houdenone day to think the matter over • één dag bedenktijdthink through • doordenken, (goed) nadenken overthink up • bedenken, verzinnenand to think (that) • en dan te moeten bedenken datthink what you're doing • bedenk wat je doetI can't think now what her name was • haar naam wil me nu niet te binnen schietenthink nothing of something • iets niets bijzonders vinden, zijn hand voor iets niet omdraaienthink nothing of it • dat is niets/helemaal niet erg; geen dank, graag gedaan -
3 contrive
v. voor elkaar krijgen; bedenken; uitvinden[ kəntrajv]1 voor elkaar boksen/krijgen ⇒ kans zien om te2 bedenken ⇒ uitvinden, ontwerpen♦voorbeelden: -
4 counterplot
n. tegenlist--------v. tegenlist bedenkencounterplot1————————counterplot2〈 werkwoord〉1 een tegenlist bedenken/uitvoeren -
5 devise
-
6 excogitate
v. uitdenken, bedenken1 uitdenken ⇒ bedenken, verzinnen -
7 have second thoughts
-
8 mind
n. geest; verstand; hersenen; gedachte; herinneringsvermogen; opinie; wil--------v. er iets op tegen hebben; oppassen; letten op; voorzichtig zijn; er spijt van hebben; zich herinnerenmind1[ majnd]♦voorbeelden:speak one's mind • zijn mening zeggenin my mind • naar mijn meningbe in/of the same/one/a mind (on/about) • dezelfde mening toegedaan zijn (over)be in two minds (about) • het met zichzelf oneens zijn (omtrent)she is still of the same mind • zij is nog altijd dezelfde mening toegedaanto my mind • volgens mij2 nothing is further from my mind! • ik denk er niet aan!change one's mind • zich bedenkenmake up one's mind • tot een besluit komen2 verstand3 wil ⇒ lust, zin(nen)5 gevoel♦voorbeelden:have something on one's mind • iets op zijn hart hebbenwhat's on your mind? • waarover loop je te piekeren?drive someone out of his mind • iemand gek makenlose one's mind • gek wordenhave something in mind • iets van plan zijncross/enter one's mind • bij iemand opkomenget/put out of one's mind • uit zijn hoofd zettengive/put/set/turn one's mind to • zijn aandacht richten opread someone's mind • iemands gedachten lezenset one's mind to something • zich ergens op concentrerenit'll take my mind off things • het zal mij wat afleidenhis mind is on women • hij is met zijn gedachten bij de vrouwtjescast one's mind back (to) • terugblikken (op)come/spring to mind, come into one's mind • te binnen schietenkeep in mind • niet vergetenit slipped my mind • het is mij ontschotenwhom do you have in mind? • aan wie denk je?〈 informeel〉 it blew my mind • het verbijsterde me, ik stond er paf van————————mind2[ majnd]♦voorbeelden:→ mind out mind out/1 bezwaren hebben (tegen) ⇒ erop tegen zijn, zich storen aan♦voorbeelden:would you mind ringing? • zou je 's willen opbellen?would you mind? • zou je 't erg vinden?if you don't mind • als je er geen bezwaren tegen hebtI don't mind him • hij hindert me niet1 denken aan ⇒ bedenken, letten op2 zorgen voor ⇒ oppassen, bedienen♦voorbeelden:mind one's own business • zich met zijn eigen zaken bemoeiennever (you) mind • het gaat je niet aannever mind the expense • de kosten spelen geen rolnever mind what your father said • ongeacht wat je vader zei2 he couldn't walk, never mind run • hij kon niet lopen, laat staan rennen -
9 think of
denken over; herinnerenthink of4 bedenken ⇒ voorstellen, verzinnen, (uit)vinden♦voorbeelden:1 (just/to) think of it! • stel je voor!now that I come to think of it • nu, als ik me goed bedenk2 be thinking of doing something • (juist) overwegen/van plan zijn iets te doenhe would never think of (doing) such a thing • zo iets zou nooit bij hem opkomenI won't/wouldn't/can't/couldn't think of it! • ik denk er niet aan!, geen sprake van!4 think of a number • neem/kies een getalwe'll think of something • we vinden er wel iets opthink little/not much of • een lage dunk hebben van; heel gewoon/niets bijzonders vindenbe well thought of • hoog aangeslagen worden¶ think better of it • zich bedenken, ervan afzien -
10 and to think (that)
-
11 bethink
v. denken, overdenken; herinneren♦voorbeelden: -
12 change one's mind
-
13 coin a phrase
-
14 conceive
-
15 concoct
-
16 dawn
n. krieken (v.d. dag), (het) opgaan (v.d. zon); verschijnen, bedenken--------v. krieken (v.d. dag), schijnendawn1[ do:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:dawn is breaking • de dag breekt aanat dawn • bij het krieken van de dagfrom dawn till dark • van de ochtend tot de avond, van vroeg tot laat————————dawn2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:it dawned on me • het begon me te dagen, het drong tot me door -
17 design
n. plan; ontwerp; technische tekening; makette; opzet, moedwil--------v. ontwerpen, schetsen; plannendesign1[ dizzajn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 ontwerp ⇒ tekening, blauwdruk; constructie; vormgeving3 opzet ⇒ bedoeling, doel♦voorbeelden:by design • met opzet————————design2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitdenken ⇒ bedenken, beramen2 bedoelen ⇒ ontwikkelen, bestemmen♦voorbeelden: -
18 forge
n. smederij; haard; open haard--------v. versterken; ontwerpen; creëeren, maken, doen; produceren; vervalsenforge1[ fo:dzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————forge2♦voorbeelden:he forged into the lead • hij schoot naar de leidende positieII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
19 haul
n. trek, sleep--------v. trekken, slepen; veranderen van richtinghaul1[ ho:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 haal ⇒ trek; het halen, het trekken♦voorbeelden:in/over the long haul • op lange termijn————————haul21 trekken ⇒ hijsen, rukken2 〈 scheepvaart〉 van koers veranderen ⇒ oploeven; 〈 figuurlijk〉 van gedachte veranderen, zich bedenken♦voorbeelden:1 haul to/(up)on the wind • bij de wind brassen, oploevenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:haul in the net • het net binnenhalen→ haul up haul up/ -
20 hit on
ongevraagde en over het algemeen ongewilde sexuele aandacht aan een persoon gevenhit on, hit upon
- 1
- 2
См. также в других словарях:
bedenken — bedenken … Deutsch Wörterbuch
Bedenken — Bedênken, verb. irreg. act. S. Denken. 1) Über etwas nachdenken. Ich habe die Sache hin und her bedacht. Ich gebe dir dieses zu bedenken. Sprichw. Vor gethan und nach bedacht, hat manchen in groß Leid gebracht. Ein bedachter Rath, Apostelg. 2. 23 … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
bedenken — V. (Mittelstufe) etw. gründlich durchdenken, sich etw. überlegen Synonyme: erwägen, überdenken, reflektieren (geh.) Beispiel: Zuerst muss ich alles genau bedenken. Kollokation: einen Plan bedenken bedenken V. (Aufbaustufe) etw. zur Kenntnis… … Extremes Deutsch
bedenken — Vsw std. (8. Jh.), mhd. bedenken, ahd. bithenken, as. bithenkian Stammwort. Präfigierung zu denken, auch in ae. beþencan, afr. bithenzia, gt. biþagkjan; die Bedeutung beschenken aus sich gedanklich jemandem zuwenden (vgl. mit etwas an jemanden… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Bedenken — Bedenken, 1) die Verstandesoperation, wodurch etwas zum besondern Gegenstand einer Vorstellung gemacht wird; 2) das Resultat dieser Verstandesoperation, sofern es einen Zustand der Ungewißheit od. des Zweifels veranlaßt; 3) ein nach vorgängiger… … Pierer's Universal-Lexikon
bedenken — bedenken, Bedenken, bedenklich ↑ denken … Das Herkunftswörterbuch
Bedenken — bedenken, Bedenken, bedenklich ↑ denken … Das Herkunftswörterbuch
Bedenken — ↑Skepsis, ↑Skrupel … Das große Fremdwörterbuch
bedenken — (sich) etwas merken; an etwas denken; grübeln; nachsinnen; sinnieren (über); überdenken; nachgrübeln; nachdenken; überlegen; vorhersehen; … Universal-Lexikon
Bedenken — Vorbehalte; Skrupel; Verunsicherung; Ungewissheit; Zweifel; Hader; Unsicherheit; Zwiespalt * * * be|den|ken [bə dɛŋkn̩], bedachte, bedacht: 1. a) <tr.; hat … Universal-Lexikon
Bedenken — 1. Ach ich habe viel zu bedenken, sagte der Schultheiss, da er im Bade sass und nit wusst, ob er gezwagt hatt . – Fischart. 2. Bedacht hat kein Schaden gebracht. – Lehmann, 60, 12. 3. Bedenke das Ende, so wirst du nimmer Böses thun. – Reche, I, 5 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon