-
1 to assimilate
verwerken -
2 to cope with
verwerken -
3 to deal with
verwerken -
4 to digest
verwerken -
5 data processing
-
6 process
n. werking (ook in computers), (produktie) methode; vooruitgang; een proces (in de rechtbank); (in computers) procedure--------v. bewerken, verwerkenprocess1[ prooses] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 (serie) verrichting(en) ⇒ handelwijze, werkwijze♦voorbeelden:in the process • en passantenjoy yourself and win a prize in the process • vermaak u en win een prijs op de koop toein (the) process of • doende/bezig met————————process2————————process3 -
7 LISP programming language
taal voor het verwerken van lijsten, taal voor het verwerken van tekst -
8 novelize
v. in novel verwerken, in roman verwerken -
9 assimilate
v. zich assimileren, opgenomen worden[ əsimmilleet]1 zich assimileren ⇒ opgenomen worden, gelijk worden/zijn♦voorbeelden:1 assimilate into/with something • opgenomen worden in/zich assimileren met ietsII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 batch
-
11 coke
n. cocaïne (verslavingsmiddel); coca cola; benzine uit kool gedistilleerd, anthraciet; Coca-cola (zoete prikdrank)coke1[ kook] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 cokes————————coke2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
12 compost
n. compost, mestencompost1[ kompost] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 compost————————compost2〈 werkwoord〉 -
13 computerize
v. automatiseren, overschakelen op computers[ kəmpjoe:tərajz]I 〈onovergankelijk en overgankelijk werkwoord; zelfstandig naamwoord: computerization〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
14 digest
n. essentie, verkorte versie; (in computers) verzameling; een bestand waarin alle boodschappen van een gespreksgroep of listserver worden samengevat--------v. verteren; verteerd worden; begrijpendigest1[ dajdzjest] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————digest2[ dajdzjest]1 verteren1 verteren ⇒ slikken; verwerken, in zich opnemen -
15 execute
v. uitvoeren; executeren, in praktijk brengen; in aanwezigheid van getuigen ondertekenen; uitvoeren volgens bepalingen en voorwaarden (Wet); een computerprogramma in werking stellen, een computerprogramma verwerken (Computers)[ eksikjoe:t]♦voorbeelden:1 execute a command • een bevel uitvoeren/volbrengen -
16 get something out of one's system
English-Dutch dictionary > get something out of one's system
-
17 handle
n. handvat; titel; bijnaam; (in computers) specifiek identifikatieteken dat aan een bestand wordt gegeven waardoor toegang aan een programma wordt verleend--------v. aanraken; bevoelen; zorgen voor; handelen in-handle1[ hændl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 handvat ⇒ hendel, steel2 knop ⇒ kruk, k3 gevest ⇒ heft, greep♦voorbeelden:get a handle on something • greep krijgen op iets, iets onder de knie krijgendon't give your enemies a handle against you • laat je vijanden geen vat op je krijgen————————handle2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 hanteren ⇒ bedienen, manipuleren♦voorbeelden:6 can he handle that situation? • kan hij die situatie aan? -
18 ingest
v. opnemen (van voedsel); innemen via de mond[ indzjest] -
19 manufacture
n. fabrikaat; product; industrie; vervaardiging--------v. produceren; fabriceren; verzinnen; doen toekomenmanufacture1[ mænjoefæktsjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 vervaardiging ⇒ fabricage, productie(proces), makelij♦voorbeelden:2 of home manufacture • in huisarbeid/in eigen land vervaardigd————————manufacture2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
20 predigest
v. van tevoren verteren van voedsel; verwerken van boek, zodat het gemakkelijker te lezen is; van tevoren verteren[ prie:dajdzjest, -didzjest]
См. также в других словарях:
Verwirken — Verwirken, verb. regul. act. 1. Von wirken, kneten, verwirket der Bäcker alles Mehl, wenn er alles Mehl in Teig verwandelt. Im Niederdeutschen wird verwerken noch für verarbeiten überhaupt gebraucht. 2. In der weitesten Bedeutung des Zeitwortes… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart