-
1 een slag om de arm houden
een slag om de arm houdenrefuse to commit oneself, keep one's options openVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een slag om de arm houden
-
2 wapenen
-
3 zich wapenen
v. arm oneself, forearm, arm -
4 zich wapenen (met een pistool/stok)
zich wapenen (met een pistool/stok)arm oneself (with a gun/stick)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich wapenen (met een pistool/stok)
-
5 zich wapenen tegen de kou
zich wapenen tegen de kouVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich wapenen tegen de kou
-
6 terugtrekken
1 [achterwaarts gaan] withdraw2 [terugkrabbelen, inbinden] back out (of)♦voorbeelden:het verslagen leger trok naar het zuiden terug • the defeated army withdrew/retreated to the southII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [achteruit verplaatsen] withdraw2 [weer naar de plaats van herkomst trekken] draw/pull back3 [intrekken] withdraw♦voorbeelden:1 zijn arm terugtrekken • withdraw/draw back one's armtroepen terugtrekken • withdraw/pull back troopsIII 〈wederkerend werkwoord; zich terugtrekken〉1 [naar een rustige plaats gaan] retire2 [niet meer deelnemen, terugtreden] withdraw (from)♦voorbeelden:zich in/op zichzelf terugtrekken • withdraw into oneself, turn inwards upon oneselfzich terugtrekken op het platteland • retreat to the country2 zich bij/voor een examen/sollicitatie terugtrekken • withdraw from an exam/applicationzich uit de zaken terugtrekken • retire/withdraw from businesszich als kandidaat terugtrekken • withdraw as a candidate/from a candidacy -
7 nemen
1 [beetpakken] take2 [in genoemde toestand brengen/laten verkeren] take3 [het genoemde (gaan) doen] take4 [nuttigen] have6 [aanvaarden] take8 [op zijn weg passeren] take9 [op genoemde wijze opvatten] take♦voorbeelden:een kind op de arm nemen • take a baby/child in one's arms〈 figuurlijk〉 neem mijn vader nou • now, take my fathermen neme … • take …in behandeling nemen • start treatingiets op zich nemen • undertake (to do) something; 〈 verantwoordelijkheid〉 take something (up)on oneselfiets ter hand nemen • take something in hand/something upiets tot zich nemen • take somethingvoor zijn rekening nemen • deal with, account foruit elkaar nemen • take apart3 maatregelen nemen • take steps/measuresde moeite nemen om • take the trouble toontslag nemen • resignplaats nemen tussen/in • sit (down)/take a seat between/inwat neem jij? • what are you having?neem nog een koekje • (do) have another biscuiteen krant nemen • take/subscribe to a newspapereen dag vrij nemen • have/take a day offiemand tot man, vrouw nemen • take someone as one's husband/wifedat neem ik niet! • I'm not standing for that!je moet de Engelsen nemen zoals ze zijn • you must take the English the way they are7 de bus nemen • catch/take the/go by buseen taxi nemen • get/take a/go by taxiiemand tot voorbeeld nemen • take someone as an exampleiets niet zo nauw nemen • not bother oneself much about something, not be overparticulariemand (niet) serieus nemen • (not) take someone seriouslyalles bij elkaar genomen • all things consideredstrikt genomen • strictly (speaking)over het geheel genomen • all in alliets ter harte nemen • take something to heart10 〈 religie〉 de Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen • the Lord gave, the Lord hath taken awayiemand het leven nemen • take someone's lifeeen stad nemen • take/capture a city¶ hij nam haar van achteren/met geweld • he took her from behind/by forcewat dacht je? ik neem het er maar eens van • you bet, I'm doing myself proud/I'm helping myself, ( 〈 slang〉 to the goodies)iemand ertussen nemen • pull someone's leghet er (goed) van nemen • live well -
8 afstand
2 [het afstaan/opgeven] renunciation♦voorbeelden:erg op een afstand zijn tegen iemand • be very standoffish to someone2 afstand doen van • renounce, disclaimafstand doen van de troon • abdicate, renounce the throneafstand doen van zijn bezit/vrijheid • part with one's possessions, give up one's freedomafstand doen van een kind ten gunste van de vader • cede a baby to the fatherhij heeft afstand gedaan van al zijn rechten • he has relinquished/ 〈 schriftelijk〉 signed away all his rights -
9 eten
eten1〈 het〉1 [voedsel] food♦voorbeelden:hij houdt van lekker eten • he is fond of good foodeten en drinken meenemen • bring along something to eat and drinkdat is geen eten • that isn't fit to eat2 koud eten • cold meal, lunchwarm eten • hot meal, dinnerhet eten is opgediend/klaar • dinner is served/readyhet eten laten staan • 〈 niet beginnen〉 leave one's food; 〈 niet helemaal opeten〉 not finish one's foodhet eten maken • make dinnerwijn bij het eten drinken • drink wine with a mealik ben niet thuis met het eten • I won't be home for dinneronder het eten • during meals/the meal, at dinner(time)nog een kik en je gaat zonder eten naar bed • one more word out of you and you'll be packed off to bed without your dinner————————eten21 eat♦voorbeelden:hij begon er direct van te eten • he fell tote veel/te weinig te eten geven • overfeed, underfeedhet is te eten /niet te eten • it's edible/inedible, it tastes OK/awfulwat eten we vandaag? • what's for dinner today?goed kunnen eten • have a good hearty appetiteje kunt hier lekker eten • they serve good food herelekker gegeten? • enjoyed your meal?eet smakelijk • enjoy your mealte veel eten • overeat (oneself)om op te eten zijn • be/look good enough to eateet ze • enjoy♦voorbeelden:1 blijf je (te) eten? • will you stay for dinner?wij zitten net te eten • we've just sat down to dinnerbuitenshuis/buiten de deur eten • eat/dine outthuis eten • eat iniemand te eten vragen • ask someone to dinneruit eten gaan • go out for dinneriemand uit eten nemen • take someone out to dinner1 [door eten verkrijgen] eat♦voorbeelden:zijn bord leeg eten • eat everything upzijn buikje rond eten • eat one's fillzich te barsten eten • eat till one is fit to burst -
10 rijk
rijk1〈 het〉3 [landelijke overheid] government, State4 [figuurlijk] [kring/ruimte waarover iemand macht uitoefent] domain5 [gebied] realm♦voorbeelden:het rijk der hemelen • the Kingdom of Heavenhet Belgische Rijk • the Kingdom of Belgiumhet Britse Rijk • the British Empirehet Hemelse Rijk • the Celestial Empirehet Derde Rijk • the Third Reich3 eigendom van het Rijk • State/government propertyeen betrekking bij het Rijk hebben • work for the civil servicedoor het Rijk gefinancierd • State-financedhet rijk der letteren • the Commonwealth of letters————————rijk21 [vermogend] rich, wealthy2 [ruim voorzien van] rich (in)4 [kostbaar] valuable, expensive♦voorbeelden:van rijke komaf • from a wealthy backgroundstinkend rijk zijn • be filthy richik ben er niet rijker van geworden • it has not left me any (the) richerhij is slapende rijk geworden • he got rich doing nothingeen rijke traditie • a wealthy traditioneen rijke vangst • a bumper catchhij heeft een rijke verbeelding • he has a fertile imaginationII 〈 bijwoord〉1 [in overvloedige mate] abundantly, richly2 [op kostbare wijze] expensively♦voorbeelden: -
11 slag
I 〈de〉1 [klap] blow ⇒ 〈 vuistslag ook〉 punch 〈 voornamelijk met betrekking tot boksen〉, 〈 met zweep ook〉 lash2 [ramp, schok] blow4 [leger] battle6 [golvende beweging] wave8 [handigheid] knack9 [kaartspel] trick10 [damspel] take, capture♦voorbeelden:1 een harde slag • a hard/heavy blowiemand een (zware) slag toebrengen • deal someone a heavy blowzonder slag of stoot • 〈 figuurlijk〉 without a struggle/any resistance8 de slag van iets te pakken krijgen • get the knack/hang of something¶ met de Franse slag iets doen • do something in a slapdash manner, give something a lick and a promiseeen slag naar iets slaan • have a shot/stab at somethingeen goede slag slaan • make a good dealaan de slag gaan • get to work, get going/crackinger zit een slag in mijn wiel • my wheel is buckledeen slag om de arm houden • refuse to commit oneself, keep one's options openhij was op slag dood • he was killed instantlyII 〈 het〉♦voorbeelden:iemand van jouw slag • someone like you -
12 uithalen
3 [uitvoeren] play ⇒ do4 [baten] be of use/useful ⇒ help♦voorbeelden:1 een steek uithalen • unpick/take out a stitchwat heb je nu weer uitgehaald! • what have you been up to now!4 het haalt niets uit • it is no use/all in vain, it won't do any good/make any difference2 [kritiek leveren] lash out (at) ⇒ take a swing/swipe (at)3 [zich flink inspannen] give one's all ⇒ 〈 bij feest〉 entertain lavishly, do (oneself/someone) proud♦voorbeelden:1 uithalen in de richting van de bal • take a swing/swipe at the ballde kat haalde naar hem uit • the cat lashed out at him2 naar/tegen iemand uithalen • let fly/lash out at someoneuithalen bij een verjaardag • entertain lavishly/splash out on one's birthday
См. также в других словарях:
arm — arm1 armed, adj. armlike, adj. /ahrm/, n. 1. the upper limb of the human body, esp. the part extending from the shoulder to the wrist. 2. the upper limb from the shoulder to the elbow. 3. the forelimb of any vertebrate. 4. some part of an… … Universalium
arm — I [[t]ɑrm[/t]] n. 1) anat. a) the upper limb of the human body b) the upper limb from shoulder to elbow 2) anat. a) the forelimb of any vertebrate b) any similar structure in an invertebrate 3) hfi any armlike part or attachment, as the tone arm… … From formal English to slang
arm — arm1 [ärm] n. [ME < OE earm; akin to L armus, Goth arms, OHG arm: see ART1] 1. a) an upper limb of the human body b) in anatomy, the part of the upper limb between the shoulder and the elbow c) in nontechnical use, the part of the upper limb… … English World dictionary
arm — I. noun Etymology: Middle English, from Old English earm; akin to Latin armus shoulder, Sanskrit īrma arm Date: before 12th century 1. a human upper limb; especially the part between the shoulder and the wrist 2. something like or corresponding… … New Collegiate Dictionary
re|arm´er — re|arm «ree AHRM», transitive verb, intransitive verb. 1. to arm again; arm oneself again. 2. to supply with new or better weapons. –re|arm´er, noun … Useful english dictionary
re|arm — «ree AHRM», transitive verb, intransitive verb. 1. to arm again; arm oneself again. 2. to supply with new or better weapons. –re|arm´er, noun … Useful english dictionary
make a long arm — phrasal : to extend the arm : reach out : exert oneself * * * make a long arm (informal) To help oneself freely at table • • • Main Entry: ↑long … Useful english dictionary
To kick oneself — Kick Kick (k[i^]k), v. t. [imp. & p. p. {Kicked} (k[i^]kt); p. pr. & vb. n. {Kicking}.] [W. cicio, fr. cic foot.] 1. To strike, thrust, or hit violently with the foot; as, a horse kicks a groom; a man kicks a dog. [1913 Webster] He [Frederick the … The Collaborative International Dictionary of English
ὑποθωρήσσοντο — ὑ̱ποθωρήσσοντο , ὑποθωρήσσομαι arm oneself in secret imperf ind mp 3rd pl ὑποθωρήσσομαι arm oneself in secret imperf ind mp 3rd pl (homeric ionic) ὑποθωρήσσομαι arm oneself in secret imperf ind mp 3rd pl (homeric ionic) … Greek morphological index (Ελληνική μορφολογικούς δείκτες)
вооружаться — ВООРУЖАТЬСЯ1, несов. (сов. вооружиться), чем и без доп. Обеспечивать (обеспечить) себя средствами для ведения войны, боя (оружием, техникой) для нападения или защиты; Ант.: разоружаться [impf. mil. to arm oneself (with)]. Восставшие крестьяне… … Большой толковый словарь русских глаголов
tool — n. & v. n. 1 any device or implement used to carry out mechanical functions whether manually or by a machine. 2 a thing used in an occupation or pursuit (the tools of one s trade; literary tools). 3 a person used as a mere instrument by another.… … Useful english dictionary