-
61 gebruiken
♦voorbeelden:1 de auto gebruikt veel brandstof • the car uses (up)/consumes a lot of fueleen geneesmiddel inwendig/uitwendig gebruiken • take/use a medicine internally; use/apply a medicament/medication externallyslaapmiddelen gebruiken • take sleeping pills/tabletszijn verstand gebruiken • use one's common sensevork en mes gebruiken • use a knife and forkdat kan ik net goed gebruiken • I could just use thatdat kan ik goed gebruiken • that comes in handyiets/iemand niet kunnen gebruiken • have no use for something/someone 〈 ook figuurlijk〉ik zou best wat extra geld kunnen gebruiken • I could do with some extra moneyzich gebruikt voelen • feel usediets/iemand weten te gebruiken • know how to use something/someonezijn tijd goed/slecht gebruiken • make good/bad use of one's time, put one's time to good/bad use2 gebruikt u suiker in de thee? • do you take sugar in your tea?wilt u ook iets gebruiken? • can I get you anything?1 [harddrugs innemen] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 be on/take drugs; 〈 overgankelijk werkwoord〉 be on, take -
62 gemakkelijk
1 [zonder moeite, niet moeilijk] easy♦voorbeelden:dat gaat niet zo gemakkelijk • it's not as easy as thatzij hebben het niet gemakkelijk • they don't have an easy time of itdat is gemakkelijker gezegd dan gedaan • that's easier said than donedat is gemakkelijk te leren • it's easy to learngemakkelijk leren • learn easilydat maakt het er niet gemakkelijker op • that doesn't make things any easierhet zichzelf gemakkelijk maken • make things easy for oneselfiets te gemakkelijk opnemen • not take something seriously enoughjij hebt gemakkelijk praten! • it's all very well for you to talk!het werk valt hem gemakkelijk • the work comes easy to himzo gemakkelijk als wat • a piece of cake2 een gemakkelijke stoel • 〈 soort stoel〉 an easy chair; 〈 een die gemakkelijk zit〉 a comfortable chairiets gemakkelijks aantrekken • put on something comfortableII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 gemakkelijke kinderen • children that/who are no troublegemakkelijk in de omgang • easy to get on with♦voorbeelden:1 er kunnen gemakkelijk nog mensen onder het puin liggen • there may well be people under the rubble still -
63 land
1 [wat boven water uitsteekt] land2 [bouwland] land3 [platteland] country(side)4 [staat] country5 [vaderland] country6 [streek] land♦voorbeelden:land betreden • set foot ashoreaan land komen • land, come ashoreaan land gaan • go ashorehij kon nog naar het land zwemmen • he was still able to swim to the shoregoederen over land vervoeren • transport goods overlandte land en ter zee • on land and sealand (in zicht)! • land ho!land in zicht krijgen • come in sight of land, sight land3 een kind van het land • a country boy/girlop het land wonen • live in the countryin ons land • in this countryover het hele land • throughout the country〈 spreekwoord〉 in het land der blinden is eenoog koning • in the country of the blind, the one-eyed man is kinghet land dienen/verdedigen • serve/defend one's countrywaren uit/van eigen land • domestic goodshier te lande • hereabouts, in these partsergens het land over hebben • be annoyed about something -
64 proef
4 [drukwezen] proof♦voorbeelden:proeven nemen met • try (out), testiemands geduld op de proef stellen • try someone's patienceop de proef stellen • put to the testzijn krachten te zeer op de proef stellen • overtax one's strengthop proef • on probationiemand op proef aannemen • appoint someone for a trial periodongecorrigeerde proef • foul/rough copy -
65 spoor
I 〈de〉1 [om een rijdier aan te drijven] spur♦voorbeelden:II 〈 het〉2 [geluidsspoor] track3 [blijk van vroegere aanwezigheid] trace4 [kleine hoeveelheid van een bestanddeel] trace6 [spoorrails] track7 [bedrijf van de spoorwegen] railway8 [trein] rail9 [spoorbreedte] gauge♦voorbeelden:op het goede spoor zijn • be on the right track/trailsporen uitwissen • cover up one's tracks〈 jacht〉 het spoor vinden • pick up the scent/traileen spoor volgen • follow a trailiemand op het spoor komen • track someone down, trace someoneiets op het spoor zijn • be on to somethingiemand op het spoor zijn • be on someone's trackdiepe/zware sporen achterlaten • leave deep marks/scars/woundsgeen spoor van … • no trace of …enkel/dubbel spoor • single/double track7 aan/bij het spoor zijn/werken • be with/work for the railways8 iets per spoor verzenden • send/ship something by rail/train9 smal/normaal/breed spoor • narrow/standard/broad gauge -
66 trekken
1 [kracht uitoefenen op iets] pull3 [spierbewegingen maken] stretch4 [luchtstroom doorlaten] draw5 [in een richting getrokken worden] pull6 [lijken (op)] be like♦voorbeelden:aan een sigaar trekken • puff at/draw a cigarover een rivier trekken • cross a riverten strijde/te velde trekken • go into battlede kinderen trekken nogal naar hun vader • the children take more to their father2 [aantrekken] draw4 [gewichtheffen] snatch♦voorbeelden:2 publiek/kopers trekken • draw an audience/customersvolle zalen trekken • play to/draw full houses1 [in genoemde toestand/op genoemde plaats brengen] pull3 [naar zich toehalen, ook figuurlijk] draw4 [aftreksel maken van] make6 [doen ontstaan] draw7 [uit een plaats vandaan halen] get♦voorbeelden:iemand aan zijn haar trekken • pull someone's hairiemand aan zijn mouw trekken • pull (at) someone's sleeveeen horoscoop trekken • cast a horoscopelering trekken uit iets • learn (a lesson) from something〈 wiskunde〉 de wortel uit een getal trekken • find/extract the (square/cube/ 〈enz.〉 ) root of a number8 gezichten trekken • make/pull (silly) faces -
67 vuur
1 [lichtend verschijnsel] fire2 [(plaats van) brandende stoffen] fire3 [het schieten met vuurwapens] fire6 [bederf in hout] (dry) rot7 [brand in het koren] blight♦voorbeelden:het huis staat in vuur en vlam • the house is in flamesin vuur en vlam zetten • set ablaze/on fire 〈 ook figuurlijk〉een land te vuur en te zwaard verwoesten • destroy a country by fire and swordeen vuur aanleggen/oppoken • lay/poke a fireeen vuur aansteken • light a fire〈 figuurlijk〉 iemand het vuur na aan de schenen leggen • make it/things hot for someoneeen vuur uitdoven • put out/extinguish a fireeen pan op het vuur zetten • put a pan on the stove3 het vuur openen/staken • open/cease firede vijand onder vuur houden • keep the enemy under firetussen twee vuren zitten • 〈 ook figuurlijk〉 get caught in the middle/in the firing lineiets met vuur verdedigen • defend something hotly -
68 ziel
1 [geest, persoon, bezieler] soul♦voorbeelden:(arme) ziel • poor soul/creatureeen goede ziel • a good soulzielen/zieltjes winnen • make convertsmet zijn ziel onder de/zijn arm lopen • be at a loose end, mope abouteen kerkelijke gemeente van 6000 zielen • a parish of 6000 soulstwee zielen, één gedachte • two minds with a single thoughtGod hebbe zijn ziel • God rest his soul¶ christene zielen! • goodness gracious!, crikey!, Ajeepers! -
69 zuinig
♦voorbeelden:zuinig met zijn woorden zijn • be sparing with one's wordszuinig met iets omgaan/zijn • make something last/go a long wayzuinig op iets zijn • be careful about somethingzuinig op zichzelf zijn • go easy on oneselfzuinig in het gebruik • economical -
70 lijn
2 [wiskunde] line4 [omtrek] (out)line, contour7 [potlood/krijtstreep] line♦voorbeelden:2 in rechte lijn (gemeten) • in a straight/direct line, as the crow fliesin grote lijnen • broadly speaking, on the wholeaan de (slanke) lijn doen • be on a dietin grote lijnen begrijpen wat er gezegd wordt • get the gist of what is being said〈 figuurlijk〉 op één lijn brengen • align, bring into linealleen op binnenlandse lijnen vliegen • fly only domestic routesdie lijn bestaat niet meer • that service/route no longer existsblijft u even aan de lijn a.u.b. • hold the line, pleaseik heb je moeder aan de lijn • your mother is on the line/phonelijn 15 • number 157 lijnen trekken/krassen (op) • draw/scratch lines (on)de bal ging over de lijn • the ball crossed the lineeen harde lijn • a hard linede resultaten bewegen zich in opgaande lijn • the results show an upward trendin opgaande lijn • (going) in the right directioneen andere lijn (gaan) volgen • pursue a different coursedat ligt in zijn lijn • 〈 ongunstig〉 that's just the sort of thing he'd do; 〈 gunstig〉 that's right up his streetzij trekken één lijn • they adopt one single view -
71 onder
onder1〈 bijwoord〉2 [beneden/aan de voet van iets anders] underneath3 [naar beneden] under4 [in elliptische uitdrukkingen] 〈zie voorbeelden 4〉5 [beneden in huis] downstairs♦voorbeelden:1 onder aan de bladzijde • at the foot/bottom of the pageiemand van onder tot boven opnemen • look someone up and downachtste regel van onder • the eighth line from the bottom4 de zon is nog niet onder • the sun hasn't set/hasn't gone down yetde kinderen zaten onder • the children were covered with it5 we wonen onder • we live downstairs/below————————onder2〈 voorzetsel〉2 [te midden van] among(st)3 [in de kring van] among(st)4 [tijdens] during5 [ten tijde van] under6 [vlak bij] nearby8 [beschermd door] under9 [ondergeschikt aan] under11 [met gebruikmaking van] in♦voorbeelden:1 onder een auto komen • be hit/be run over by a carhij zat onder de prut • he was covered with mudde tunnel gaat onder de rivier door • the tunnel goes/passes under the riverer is veel geld onder de mensen • there is a lot of money aboutonder andere • among other thingsJohn, onder anderen, heeft bezwaren • John, for one, objectshet blijft onder ons • it's strictly between you and meonder ons gezegd (en gezwegen) • between you and me (and the doorpost)diegenen onder ons die • those among/of us whoonder het schrijven • while writingonder het werk • during working hourseen dorp onder Leiden • a town just outside Leidenonder de ogen van iemand • before someone's very eyes; 〈 maar die ziet het niet〉 under someone's nosezij is onder de dertig • she's under thirtyzes graden onder nul • six degrees below zeroonder vrijgeleide • under safe conductzij leed erg onder het verlies • she suffered greatly from the loss -
72 beschilderen
v. paint, apply color to a surface, make a design on a surface with paint; put makeup on; describe something in words, apply with a brush like paint -
73 aankomen
2 [het doel treffen] hit hard3 [komen aanzetten] come (with)5 [bij toeval aanraken] touch, hit ⇒ come up (against)6 [in gewicht toenemen] put on weight7 [neerkomen] come down (to), depend (on)♦voorbeelden:daar komt iemand aan • someone is coming3 en daar kom je nu pas mee aan? • and now you tell me!je hoeft met dat plan bij hem niet aan te komen • it's no use going to him with that plan5 niet/nergens aankomen! • don't touch!, hands off!alles komt op hem aan • it all depends on himiets op het laatste ogenblik laten aankomen • leave something to the last momentII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gelden, betreffen] come (down) (to)♦voorbeelden:waar het op aankomt • what really mattersals het erop aan komt • when it comes to the crunch -
74 blijven
1 [voortgaan te bestaan] remain3 [niet verder gaan] be ⇒ keep4 [sterven] perish, be left/remain behind♦voorbeelden:het blijft altijd gevaarlijk • it is always/will always be dangerous2 twee commissieleden blijven, de rest neemt ontslag • two committee members are staying on, the rest are resigninghet antwoord schuldig blijven • have no answerblijven leven/logeren/eten/wonen • stay alive/the night/for dinner/on (in the house)blijven wachten/hopen • go on waiting/hopingik blijf werken • I'll go/keep on workingblijven zitten/liggen • remain sitting/lyingen daar blijft het bij! • and that's final!en daarbij bleef het • and that was it, and that ended the matterik blijf erbij, dat … • I still think that …blijft u even aan de lijn? • hold the line, pleasebij iets blijven • stick to somethinghet bleef bij plannen • it never got beyond the planning stageblijf bij de reling vandaan • keep clear of the railingsbij de tijd blijven • keep up with the timeshij blijft bij zijn weigering • he persists in his refusallaat dit onder ons blijven • let this go no furtherje moet op het voetpad blijven • you have to keep to the footpathhet wil niet blijven zitten/op zijn plaats blijven • it won't stay put/in its placewaar blijf je toch? • what's keeping you?waar blijf je nou met je bewijzen? • so where is your evidence?; 〈 bij weerlegging〉 so much for all your evidencewaar zijn wij gebleven? • where were we?waar is mijn portemonnee gebleven? • where has my purse got to?waar blijft het geld? • where does the money go?ik blijf daarbuiten • I'll keep out of thatblijf maar! • don't bother, I'll take/do it!blijf van mijn lijf • keep your hands to yourselfhij is op zee gebleven • he died at seaII 〈 koppelwerkwoord〉♦voorbeelden:1 het blijft de vraag of … • the question remains whether …beleefd blijven • remain politeernstig/rustig blijven • remain serious, keep quietdeze appel blijft lang goed • this apple keeps welljong blijven • stay younghet weer blijft mooi • the fine weather is holding -
75 gek
gek1〈de〉3 [komisch persoon] clown4 [vaak in samenstellingen] [iemand met een bijzondere voorkeur] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:iemand voor de gek houden • pull someone's leg, make a fool of someoneiemand voor gek laten staan • make someone look a fooliemand voor gek zetten • make a fool of someone3 voor gek lopen • look absurd/ridiculous4 hij is een boekengek • he's book-mad/a book nut————————gek2♦voorbeelden:1 ben je nu helemaal gek geworden! • have you gone out of your mind?, have you taken leave of your senses?je lijkt wel gek • you must be mad/crazy〈 figuurlijk〉 het is om gek van te worden • it is enough to drive you mad/crazy/ 〈 informeel〉 up the wallgek zijn/worden • be/go mad/crazyhij is hartstikke gek • he's (stark) raving mad, he's (completely) nuts/crackersgek van angst • crazy with fearben je gek! • you're/you must be kidding/jokinghij is er gek genoeg voor • he's mad enough to (do it), I wouldn't put it past himhij deed of hij gek was • he pretended not to noticeje zou wel gek zijn als je het niet deed • you'd be silly/ 〈 sterker〉crazy/mad not to (do it)〈 informeel〉 die is gek! • you must be kidding!dat lijkt me niet gek • that doesn't sound at all badhet wordt hoe langer hoe gekker • this is just getting worse (and worse)geen gek figuur slaan • not look bad, make a good impressionop de gekste plaatsen/tijden • in the oddest/most unlikely places, at the oddest times/momentser gek uitzien • look ridiculousgek genoeg • oddly/strangely enoughniet gek, hè? • not bad, eh?dat is te gek om los te lopen • that's too ridiculous for wordshet gekke van de zaak/kwestie is • the funny thing ishij is gek op die meid • he's crazy about that girlII 〈 bijwoord〉2 [+ niet] (not) all that♦voorbeelden:1 je kunt het zo gek niet bedenken of hij heeft het wel • you name it, he's got itdoe maar gewoon, dan doe je (al) gek genoeg • just be your normal idiotic selfdoe niet zo gek • don't act/be so sillyergens gek van opkijken • really be surprised by something -
76 koffie
1 coffee♦voorbeelden:slappe/sterke koffie • weak/strong coffeekoffie verkeerd • café au lait, coffee made with hot milkzwarte koffie • black coffeekoffie branden • roast coffeekoffie drinken • have coffeekoffie zetten • make coffee, put coffee onkoffie met melk • coffee with milk, Bwhite coffeeop de koffie komen • be invited for coffeekoffie zonder melk • black coffeetwee koffie! • two coffees -
77 mes
♦voorbeelden:het mes in de begroting zetten • slash the budgethet mes in iets zetten • 〈 figuurlijk〉 take drastic action; 〈 bezuinigen〉 apply the axe to somethingiemand het mes op de keel zetten • 〈 ook figuurlijk〉 put a knife to someone's throat; 〈 figuurlijk ook〉 hold a pistol to someone's head〈 figuurlijk〉 met het mes op de keel • at pistol-/gun-pointik ga morgen onder het mes • 〈 met betrekking tot operatie〉 I'm going in tomorrow; 〈 met betrekking tot zwaar examen〉 tomorrow's the moment of truth -
78 weg
weg1〈de〉4 [doortocht] way♦voorbeelden:de grote weg • the main road, the motorwayeen kortere weg nemen • take a short cutopenbare weg • public highway/roadop de rechte/goede/verkeerde weg zijn • be on the right/wrong trackeen weg aanleggen • build a roadde weg afsnijden voor (onderhandelingen) • shut the door on (negotiations)de weg effenen voor iemand • pave the way for someonezijn eigen weg gaan • go one's own wayde weg weten • know the wayiemand de weg wijzen • show someone the wayaan de weg naar Delft • on the road to Delftflink aan de weg timmeren • be busy creating a distinct profile for oneselfzich op weg begeven • set/start outop weg gaan • set off (on a trip), set out (for), godat is de kortste/zekerste weg • that is the quickest/surest waylangs deze onsympathieke weg • even though I don't like this meanszich van slinkse wegen bedienen, slinkse wegen gaan • use devious ways and meansnieuwe wegen openen voor de handel • open new channels for tradenog een lange weg voor zich hebben/te gaan hebben • have a long way to go4 iemand de weg afsnijden • cut someone off, block someone's wayzich een weg banen • work/edge one's way through; 〈 met meer kracht〉 force/fight one's way through; 〈 in de wereld〉 carve one's (own) way (in the world)met zijn tijd/geld geen weg weten • not know what to do with one's time/money(iemand) in de weg staan • stand in someone's/the wayiemand iets in de weg leggen • put something in someone's way(voor) iemand uit de weg gaan • keep/get out of someone's way, avoid someoneproblemen uit de weg ruimen • get rid of/eliminate problemsiemand uit de weg ruimen • eliminate someone, get rid of someoneeen misverstand uit de weg helpen • clear up a misunderstanding————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig; niet te vinden] gone2 [verrukt] crazy3 [verwijderd] away♦voorbeelden:de sleutel/de pijn/haar geld is weg • the key/pain/money is goneweg wezen! • 〈 plaats buiten〉 (let's) get away from here!; 〈 plaats binnen〉 (let's) get out of here!weg met … • away/down with …het heeft er veel van weg dat hij het met opzet deed • it looks very much as if he did it on purpose -
79 zee
♦voorbeelden:een zee van tijd • oceans/heaps of timein volle/open zee • on the high/open sea(s)zee kiezen • put (out) to seaaan zee • by the sea, on the coastin zee gaan • 〈 figuurlijk〉 take the plunge, embark (on something)〈 figuurlijk〉 met iemand in zee gaan • take one's chance with someone, throw in one's lot with someoneop zee • at seaover zee • across/over the sea -
80 aanbieden
2 [tegen een prijs/voorwaarde verkrijgbaar stellen] offer♦voorbeelden:iemand een geschenk aanbieden • present a gift to someonehulp/diensten aanbieden • offer help/serviceszijn ontslag aanbieden • tender one's resignationzijn verontschuldigingen aanbieden • offer one's apologieszich als vrijwilliger aanbieden • volunteer (one's services)aangeboden door … • with the compliments of …personeel aangeboden • jobs wantediets te koop/huur aanbieden • put something up for sale/rentter overname aangeboden • (offered) for saleII 〈wederkerend werkwoord; zich aanbieden〉1 [zich voordoen] offer/present oneself♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
put up with something — ˌput ˈup with sb/sth derived to accept sb/sth that is annoying, unpleasant, etc. without complaining Syn: ↑tolerate • I don t know how she puts up with him. • I m not going to put up with their smoking any longer. Main entry … Useful english dictionary
put up with — PHRASAL VERB If you put up with something, you tolerate or accept it, even though you find it unpleasant or unsatisfactory. [V P P n] They had put up with behaviour from their son which they would not have tolerated from anyone else. Syn:… … English dictionary
put someone or something to the test — put (someone or something) to the test : to cause (someone or something) to be in a situation that shows how strong, good, etc., that person or thing really is The team has been playing well so far, but tomorrow s game will really put them to the … Useful english dictionary
put up with — TOLERATE, take, stand (for), accept, stomach, swallow, endure, bear, support, take something lying down; informal abide, lump it; Brit. inf … Useful english dictionary
put up with — phrasal verb [transitive] Word forms put up with : present tense I/you/we/they put up with he/she/it puts up with present participle putting up with past tense put up with past participle put up with put up with someone/something to accept… … English dictionary
put up with — verb to tolerate, suffer through, or allow, especially something annoying I put up with a lot of nonsense, but this is too much. See Also: put up … Wiktionary
put up with — she put up with his nonsense for two years, and then she kicked him out Syn: tolerate, take, stand (for), accept, stomach, swallow, endure, bear, support, take something lying down; informal abide, lump it; formal brook … Thesaurus of popular words
ˌput ˈup with sb/sth — phrasal verb to accept someone or something unpleasant in a patient way How has Jan put up with him for so long?[/ex] … Dictionary for writing and speaking English
put in with — verb To commit to something with; to partner with. Syn: go in with, throw in with … Wiktionary
hard put to do something — hard put to (do something) finding something difficult to do. None of the family I was staying with spoke English and I was hard put to recall my high school French. You d be hard put to find any other college students more deserving of the award … New idioms dictionary
play Russian roulette with something — mainly journalism phrase to put something in great danger by behaving carelessly Food companies must stop playing Russian roulette with the countryside. Thesaurus: to take riskssynonym Main entry: Russian roulette … Useful english dictionary