-
1 phrase
n. zin; uitdrukking; samenvatting van woorden--------v. uitdrukken; fraserenphrase1[ freez] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 fraseologie ⇒ uitdrukkingswijze, bewoordingen2 frase ⇒ gezegde, (idiomatische) uitdrukking♦voorbeelden:in Shakespeare's phrase • in de bewoordingen van Shakespearecoin a phrase • een uitdrukking bedenken————————phrase2〈 werkwoord〉1 uitdrukken ⇒ formuleren, onder woorden brengen♦voorbeelden:a politely-phrased apology • een beleefd geformuleerde verontschuldiging -
2 phrase one's thoughts
-
3 phrase book
-
4 turn a phrase
-
5 a moth-eaten phrase
-
6 a turn of phrase
-
7 coin a phrase
-
8 in Shakespeare's phrase
in Shakespeare's phrase -
9 set phrase
-
10 to coin a phrase
-
11 turn of phrase
-
12 catch phrase
openingszin; wachtwoord -
13 choice phrase
keuzevraag -
14 coined the phrase
vernieuwde de uitdrukking -
15 exercise parsimony of phrase
karig zijn met woorden, niet teveel zeggen -
16 hackneyed phrase
afgezaagd gezegde -
17 stock phrase
stereotiep gezegde -
18 augmented phrase structure grammar
uitgebreide grammatica van de structuur van een zinsdeelEnglish-Dutch technical dictionary > augmented phrase structure grammar
-
19 turn
n. draai, bocht; beurt; ommekeer--------v. draaien; omslaan; omkeren; worden; veranderen; omzetten; wendenturn1[ tə:n]3 wending ⇒ draai, (verandering van) richting4 beurt7 〈 benaming voor〉 korte bezigheid ⇒ wandelingetje, ommetje; ritje, tochtje; nummer(tje) 〈 in circus, show〉; 〈 bij uitbreiding〉 artiest 〈 in show〉♦voorbeelden:turn of the tide • getijwisseling, kentering 〈 ook figuurlijk〉the tide is on the turn • het tij keertthe next right turn • de volgende afslag rechts4 is it my turn to cook tonight? • moet ik vanavond koken?take turns at something • iets om beurten doen, elkaar aflossen met ietswait one's turn • zijn beurt afwachtenturn and turn about • om en om, om de beurtby turns • om en om, om de beurtin turn • om de beurt, achtereenvolgens; op zijn beurttake it in turn(s) to do something • iets om beurten doenin one's turn • op zijn beurtyour turn • jij bentbe of a musical turn (of mind) • muzikaal aangelegd zijnat every turn • bij elke stap/gelegenheid, overaldone to a turn • perfect klaargemaakt, precies gaar genoeg→ good good/♦voorbeelden:————————turn23 〈 benaming voor〉 van richting veranderen ⇒ afslaan, draaien, een bocht/draai maken; (zich) omkeren, (zich) omdraaien; een keer nemen, kenteren 〈 van getijde〉♦voorbeelden:his thoughts turned to his mother • hij dacht aan zijn moederturn aside (from) • zich afwenden (van)turn to a book • een boek raadplegenturn to drink • aan de drank rakenthe car turned left, right, and then turned into Bond Street • de auto sloeg saf, rechtsaf, en draaide toen Bond Street inturn about • zich omkerenabout turn! • rechtsom(keert)! 〈 bevel aan troepen〉turn (a)round • zich omdraaien 〈 van iemand〉; een ommekeer maken 〈 bijvoorbeeld van economie〉; van gedachten/mening veranderenturn back • terugkeren, omkerenturn down a side street • een zijstraat inslaanwe turned off the M1 at Hatfield • we gingen van de M1 af bij Hatfieldhe turned to teaching • hij switchte naar (het) onderwijsturn into • veranderen in, wordenthe success of a film turns on many factors • het succes van een film hangt van vele factoren afwater turns to ice • water wordt ijsturn (up)on someone • iemand aanvallen, zich tegen iemand keren→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/2 〈 benaming voor〉 omdraaien ⇒ (doen) omkeren; omploegen, omspitten; omslaan, keren 〈 kraag〉; omvouwen4 verzuren ⇒ zuur worden/maken♦voorbeelden:the wheels turn fast • de wielen draaien snelshe turned the car • zij keerde de autoshe turned my old coat • zij keerde mijn oude jas (binnenstebuiten)turn the collar • de kraag omslaanturn the page • de bladzijde omslaanturn about • omkeren, omdraaienturn (a)round • ronddraaien; omkeren, omdraaienturn back • omvouwen, omslaanturn back the sheets • de lakens omslaan/open slaanturn something inside out • iets binnenstebuiten keren; 〈 figuurlijk〉grondig doorzoeken, overhoophalenit seemed as if the world had turned topsy-turvy • het leek wel de omgekeerde wereldturn upside down • ondersteboven kerenturn to page seven • sla bladzijde zeven opturn a phrase • iets mooi zeggenthe warm weather turned the milk • door het warme weer verzuurde de melk4 (doen) veranderen (van) ⇒ omzetten, verzetten; (ver)maken; een wending geven aan 〈 gesprek〉; bocht/draai laten maken, draaien; afwenden, omleiden♦voorbeelden:1 turn a circle • een cirkel maken/beschrijventurn the conversation • een andere wending aan het gesprek geventurn a stream • een stroom omleidenturn the switch • de wissel omzettenturn into • veranderen in, (ver)maken tot; omzetten in〈 figuurlijk〉 the terrible hangover turned him off drink for some time • door de enorme kater had hij een tijdje geen enkele interesse in drankturn the conversation to something different • het gesprek op iets anders brengenturn a gun on someone • een geweer op iemand richtenshe turned her face away from the corpses • zij wendde haar hoofd af van de lijkenturn a child against his parents • een kind tegen zijn ouders opstoken〈 Amerikaans-Engels〉 turn loose • los/vrijlatenmy wife is/has turned fifty • mijn vrouw is de vijftig gepasseerd/is vijftig gewordenit is/has turned six o'clock • het is zes uur geweestturn away • wegsturen, wegjagen, ontslaan; 〈 figuurlijk〉verwerpen, afwijzenwe were turned back at the entrance • bij de ingang werden we teruggestuurdturn someone into the street • iemand op straat zetten→ turn down turn down/, turn in turn in/, turn off turn off/, turn on turn on/, turn out turn out/, turn over turn over/, turn up turn up/IV 〈 koppelwerkwoord〉1 worden♦voorbeelden:her skin turned brown • haar vel werd bruinhis wife turned Catholic • zijn vrouw werd katholiekthe milk turned sour • de melk werd zuur -
20 moth-eaten
mottig, aangevreten door de mot, pokdalig; versleten, aftandsmoth-eaten♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
phrase — [ fraz ] n. f. • 1546; lat. phrasis, mot gr. « élocution » 1 ♦ Vx Tour, expression. « Les synonymes sont plusieurs dictions [façons de dire] ou plusieurs phrases différentes qui signifient une même chose » (La Bruyère). 2 ♦ Mod., Plur. Faire des… … Encyclopédie Universelle
phrasé — phrase [ fraz ] n. f. • 1546; lat. phrasis, mot gr. « élocution » 1 ♦ Vx Tour, expression. « Les synonymes sont plusieurs dictions [façons de dire] ou plusieurs phrases différentes qui signifient une même chose » (La Bruyère). 2 ♦ Mod., Plur.… … Encyclopédie Universelle
-phrase — ⇒ PHRASE, PHRASTIQUE, élém. formant Élém. entrant dans la constr. d un certain nombre de termes de ling. ou de rhét., qui peuvent générer des adj. dér. en phrastique. A. [Au sens anc. de phrase (v. ce mot I A) «expression, locution»]: métaphrase … Encyclopédie Universelle
phrase — phrase, idiom, expression, locution mean a group of words which, taken together, express a notion and may be used as a part of a sentence. Phrase may apply to a group of words which for one reason or another recurs frequently (as in the language… … New Dictionary of Synonyms
Phrase — Phrase, n. [F., fr. L. phrasis diction, phraseology, Gr. ?, fr. ? to speak.] 1. A brief expression, sometimes a single word, but usually two or more words forming an expression by themselves, or being a portion of a sentence; as, an adverbial… … The Collaborative International Dictionary of English
Phrasé — (solfège) Dans la musique occidentale, le phrasé indique la façon d exécuter les différentes phrases musicales. Des silences écrits séparent souvent les phrases successives, et même parfois, les divers motifs de chaque phrase, mais ce n est pas… … Wikipédia en Français
phrase — PHRASE. s. f. Façon de parler, Assemblage de mots sous une certaine construction. Phrase ordinaire, populaire. phrase figurée, recherchée. bonne phrase. mauvaise phrase. phrase reguliere, irreguliere … Dictionnaire de l'Académie française
phrasé — phrasé, ée (fra zé, zée) part. passé de phraser. 1° Coupé par phrases. Style phrasé, bien phrasé. 2° Se dit, dans un sens analogue, de la musique. • On commence à sentir que le charme de l air, phrasé à l italienne, manque à la scène de l… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Phrase — Sf std. (16. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. phrasis rednerische Ausdrucksweise, Diktion, Stil , dieses aus gr. phrásis das Reden, Ausdrucksweise , zu gr. phrázein deutlich machen, kundtun, sagen, sprechen . Zunächst wertfrei Redewendung,… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Phrase — Phrase, v. t. [imp. & p. p. {Phrased}; p. pr. & vb. n. {Phrasing}.] [Cf. F. phraser.] To express in words, or in peculiar words; to call; to style. These suns for so they phrase em. Shak. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Phrase — Phrase, v. i. 1. To use proper or fine phrases. [R.] [1913 Webster] 2. (Mus.) To group notes into phrases; as, he phrases well. See {Phrase}, n., 4. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English