-
61 slag
I 〈de〉♦voorbeelden:de slagen van het noodlot • les coups du destineen harde slag • un coup violentdat was een harde slag voor hem • c'était un coup dur pour luihij viel met een zware slag tegen de grond • il est tombé lourdement sur le solde klok gaf vier slagen • l'horloge a sonné quatre coupsmet één slag sloeg hij het aan stukken • il l'a brisé d'un seul coupmet elke slag van de hamer • à chaque coup de marteaude deur met een slag dichtdoen • claquer la porteop slag van tienen • à dix heures sonnantesmijn pendule is van slag • ma pendule décomptezonder slag of stoot • sans coup férirde slag bij Nieuwpoort • la bataille de Nieuport6 de slag van iets kwijtraken • perdre la main (pour faire qc.)de slag te pakken krijgen • prendre le coupeen slag maken • faire un pli12 iets een halve slag omdraaien • faire faire un demi-tour à qc.¶ iets met de Franse slag doen • faire qc. à la va-viteeen slag naar iets slaan • deviner qc.zijn slag slaan • réussir son coupaan de slag gaan • se mettre au travaildat boek maakte hem met één slag beroemd • ce livre l'a rendu célèbre d'un seul coupeen slag om de arm houden • se ménager une porte de sortiehij was op slag dood • il est mort sur le coupII 〈 het〉♦voorbeelden:mensen van hetzelfde slag • gens de la même espèce -
62 smaak
♦voorbeelden:een fijne smaak hebben • avoir un sens gustatif très développéeen goede smaak hebben • avoir bon goûtdat vlees heeft een slechte smaak • cette viande a mauvais goûteen vieze smaak in de mond hebben • avoir un mauvais goût dans la bouche〈 figuurlijk〉 van iets een vieze smaak in de mond krijgen • être dégoûté par qc.een vreemde smaak hebben • avoir un goût bizarredoor verkoudheid geen smaak hebben • ne pas sentir le goût des aliments à cause d'un rhumegeen smaak hebben • ne pas avoir de goûtde thans heersende smaak • le goût du jourde smaak van iets te pakken krijgen • prendre goût à qc.ieder zijn smaak • à chacun son goûtin de smaak vallen bij … • plaire à …de kamer was met smaak ingericht • la pièce était aménagée avec goûtnaar mijn smaak • à mon goûtnaar eigen smaak • selon son propre goûtkruiden naar smaak toevoegen • assaisonner à volontéiets op smaak brengen • assaisonner qc.2 iets met (veel) smaak nuttigen • manger qc. de bon appétit -
63 tang
1 [gereedschap] 〈 algemeen〉 pince(s) 〈v.(, meervoud)〉 ⇒ 〈 groot〉 tenaille(s) 〈v.(, meervoud)〉 ⇒ 〈 verloskunde〉 forceps 〈m.〉2 [schaar van een dier] pince♦voorbeelden:iets met een tang pakken • saisir qc. avec des pincesdat slaat als een tang op een varken • cela ne rime à rien -
64 toon
♦voorbeelden:op barse toon • d'un ton secop gedempte toon • à mi-voixde goede toon te pakken hebben • être dans le toneen halve toon • un demi-tonheldere toon • son clairhoge toon • son aiguiets op hoge toon eisen • revendiquer qc. d'un ton arrogantde juiste toon aanslaan • être dans le tonlage toon • son gravevolle toon • son nourrisla niet zo'n hoge toon aan! • ne le prenez pas sur ce ton!op de tonen van • aux sons deuit de toon vallen • détonner¶ iets ten toon spreiden • étaler qc.waren ten toon stellen • exposer des marchandises -
65 vlerk
♦voorbeelden:3 blijf er met je vlerken af! • bas les pattes!¶ iemand bij zijn vlerken pakken • mettre le grappin sur qn. -
66 vod
4 [Algemeen Zuid-Nederlands][vaatdoek] torchon♦voorbeelden:2 een vod van een boek • un torchon, ce livre!hij heeft me als een vod behandeld • il m'a traité comme le dernier venu¶ iemand achter de vodden zitten • talonner qn.iemand bij zijn vodden pakken • prendre qn. au collet -
67 weten
weten1〈 het〉♦voorbeelden:bij mijn weten is hij niet weggegaan • je ne sache pas qu'il soit partibij mijn weten • à ma connaissancebuiten mijn weten • à mon insuiets naar zijn beste weten doen • faire qc. de son mieux————————weten21 [kennis hebben van; enig idee, vermoeden hebben] savoir2 [+ te + onbepaalde wijs][erin slagen] réussir (à)♦voorbeelden:1 weet je mijn agenda ook (te liggen)? • sais-tu où est mon agenda?God mag weten hoe lang … • Dieu sait combien de temps …een hele hoop weten (over) • en savoir long (sur qn., qc.)dat weet zelfs een kind! • c'est élémentaire!ik weet z'n naam niet • je ne connais pas son nomeen goed restaurant weten • connaître un bon restaurantzeker weten! • pour sûr!hij kan het weten • il est payé pour le savoirik zal het u laten weten • je vous préviendraije moest beter weten • cela m'étonne de ta partu moet weten dat … • sachez que …hij wist te vertellen dat … • il a pu nous raconter que …hij wil (graag) weten dat hij rijk is • il ne cache pas qu'il est richeiets niet willen weten • refuser d'admettre qc.niets van iets willen weten • ne rien vouloir entendre de qc.er het zijne van willen weten • vouloir en avoir le coeur netalles van iets weten • s'y connaîtremet haar weet je het nooit • on ne sait jamais avec elleweet je wat … • écoute …je weet wie het zegt • prends-le pour ce que ça vautwie weet • qui sait?je moet het zelf (maar) weten • fais comme tu voudrashij weet niet beter of het hoort zo • il est persuadé que c'est la coutumezij weten niet beter • il ne faut pas leur en vouloir, ils n'y peuvent rienhij weet wel beter • il est plus malin que çahij weet ervan • il est au courantweten hoe je iets aan moet pakken • savoir s'y prendre〈 ironisch〉 dat zal jij niet weten! • ne fais pas l'innocent!iets niet weten • ignorer qc.ik zou het niet weten • je ne saurais vous le direhij wist niet hoe gauw hij weg moest komen • il n'avait qu'une hâte: s'enfuirze zullen niet weten waar ik blijf • ils se demanderont où je suis (passé)niet weten waar je blijven moet • ne pas savoir où se mettreweet je wel • tu saisvoor zover ik weet • pour autant que je sacheergens iets op weten • avoir une idéete weten • à savoiriets te weten komen • apprendre qc.ik weet van niks • je n'en sais rienniets van het leven weten • ne rien connaître de la vieals je maar weet dat … • sache bien que …als je dat maar weet! • maintenant, te voilà prévenu!niet dat ik weet • pas que je sachehij wil niet weten dat hij ziek is • 〈 aanvaardt het niet〉 il ne veut pas admettre qu'il est malade; 〈 wil niet dat men het weet〉 il ne veut pas que l'on sache qu'il est maladeje weet heel goed dat … • tu n'ignores pas que …hij wist niet beter of ik was vertrokken • pour lui je devais être partiweet je nog? • tu t'en souviens?weet ik veel! • qu'est-ce que je sais, moi!weten wat men aan iemand heeft • être fixé sur le compte de qn.er heel wat van af weten • en savoir longweten wat honger is • connaître la faimnu weet je 't ook • te voilà au courant〈 spreekwoord〉 wat niet weet, dat niet deert • ce que les yeux ne voient pas, ne fait pas mal au coeurweten te ontkomen • réussir à s'échapperniets weten te zeggen • ne plus savoir quoi dire¶ ze hebben het geweten • 〈 ze waren gewaarschuwd〉 ça leur a coûté cher; 〈 ze hebben ervoor moeten boeten〉 ils s'en sont mordu les doigtsvoor je het weet, ben je er • tu y seras en moins de rienzij weet het altijd beter • elle veut toujours avoir le dernier motje weet wel beter • tu n'en penses pas un motje weet ('t) maar nooit • on ne sait jamaiszij weet van geen ophouden • elle ne sait pas s'arrêter -
68 wolk
♦voorbeelden:een wolk sprinkhanen • un nuage de sauterelleseen wolk van stof • un nuage de poussièrede wolken pakken zich samen • les nuages s'amoncellentiemand tot in de wolken verheffen • porter qn. aux nuesin de wolken zijn • être aux angesmet het hoofd in de wolken lopen • 〈 bij hogere zaken〉 être dans les nuages; 〈 gelukkig〉 être aux angesde lucht is met wolken bedekt • le ciel est couvert (de nuages)uit de wolken vallen • tomber des nues -
69 zwaar
♦voorbeelden:een zwaar kruis te dragen hebben • avoir une lourde croix à portereen zware slag • un coup durde zware stukken in het schaakspel • les pièces maîtresses au jeu d'échecszwaar vergif • poison violentzwaar weer • gros tempszwaar maken • alourdiriemand zwaar straffen • punir qn. sévèrementhoe zwaar is deze machine? • combien pèse cette machine?een zwaar geschapen man • un costaudeen zwaar examen • un examen dureen zware strijd • un difficile combatde tocht viel hem zwaar • il a trouvé la randonnée pénibleeen zware misdaad • un crime graveeen zware verkoudheid • un gros rhumeeen zwaar belast verleden • un passé chargézwaar gewond • grièvement blesséiemand iets zwaar aanrekenen • tenir rigueur de qc. à qn.het zwaar te verduren hebben • en voir de toutes les couleurszich zwaar vergissen • se tromper gravementhet zwaar te pakken hebben • 〈 ziek〉 être bien malade; 〈 verkouden〉 avoir un rhume carabiné; 〈 verliefd〉 être amoureux fou
См. также в других словарях:
pakken — teki … Woordenlijst Sranan
Netværk switch — Digitalt data netværksudstyr, som har 2 eller flere porte. Switch kan fås til forskellige data netværkstyper; ethernet, firewire/IEEE1394 og fibre channel. En switch sender data pakker ud forstærket på en eller flere porte. Switche er normalt sat … Danske encyklopædi
David Guetta — at the 2011 MuchMusic Video Awards … Wikipedia
§ 30. Imperativ — (1) HOVEDREGEL Man danner imperativ af verber der i infinitiv ender på tryksvagt e, ved at fjerne e et: Skriv snart igen! Hils fra mig! Indsend bestillingskuponen i dag! Dog må en imperativ som hovedregel ikke ende på to ens konsonanter (jf. § 8 … Dansk ordbog
Pack — (p[a^]k), v. t. [imp. & p. p. {Packed} (p[a^]kt); p. pr. & vb. n. {Packing}.] [Akin to D. pakken, G. packen, Dan. pakke, Sw. packa, Icel. pakka. See {Pack}, n.] 1. To make a pack of; to arrange closely and securely in a pack; hence, to place and… … The Collaborative International Dictionary of English
Packed — Pack Pack (p[a^]k), v. t. [imp. & p. p. {Packed} (p[a^]kt); p. pr. & vb. n. {Packing}.] [Akin to D. pakken, G. packen, Dan. pakke, Sw. packa, Icel. pakka. See {Pack}, n.] 1. To make a pack of; to arrange closely and securely in a pack; hence, to… … The Collaborative International Dictionary of English
Packing — Pack Pack (p[a^]k), v. t. [imp. & p. p. {Packed} (p[a^]kt); p. pr. & vb. n. {Packing}.] [Akin to D. pakken, G. packen, Dan. pakke, Sw. packa, Icel. pakka. See {Pack}, n.] 1. To make a pack of; to arrange closely and securely in a pack; hence, to… … The Collaborative International Dictionary of English
send packing — Pack Pack (p[a^]k), v. t. [imp. & p. p. {Packed} (p[a^]kt); p. pr. & vb. n. {Packing}.] [Akin to D. pakken, G. packen, Dan. pakke, Sw. packa, Icel. pakka. See {Pack}, n.] 1. To make a pack of; to arrange closely and securely in a pack; hence, to… … The Collaborative International Dictionary of English
Semaphore (programming) — For other uses, see Semaphore (disambiguation). In computer science, a semaphore is a variable or abstract data type that provides a simple but useful abstraction for controlling access by multiple processes to a common resource in a parallel… … Wikipedia
Torg — is a cinematic multi genre role playing game (RPG) created by Greg Gorden and Bill Slavicsek and released by West End Games in 1990, which uses several innovative techniques. Players take the role of Storm Knights , deliberately larger than life… … Wikipedia
Michael Silberbauer — Winning the Superliga with FC Copenhagen, 2006. Personal information Full name … Wikipedia