-
101 bike
-
102 board
n. bord, plank; directie; (in computers) computerkaarten, een plastic kaart waarop elektronische onderdelen gesoldeerd zijn, de computerkaart past in een slot (uitbreidingsslot); voedsel--------v. in de kost zijn; beplanken; aan boord gaan (trein)board1[ bo:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 (aanplak/score)bord ⇒ schild, plaat; bord 〈 basket- en korfbal〉; (schaak)bord; (speel)bord4 kost(geld) ⇒ onderhoud, pension♦voorbeelden:board by board, board on board • boord aan boord, met de schepen langszijon board • aan boord vanfull board • vol pensionboard of governors • bestuur, curatoriumeditorial board • redactie¶ groaning board • rijkbeladen tafel/dissweep the board • grote winst(en) boeken, zegevierenabove board • open, eerlijkacross the board • over de hele linie, iedereen, niemand uitgezonderdgo on board a train • in de trein stappen————————board22 laveren ⇒ slagen maken, opwerken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beplanken ⇒ beschieten, betimmeren, bevloeren, kartonneren2 in de kost hebben/nemen♦voorbeelden: -
103 by motorbike
by motorbikemet/op de motor -
104 catch
n. vangen; grijpen; betrappen; nemen, halen--------v. vangen; grijpen; betrappen; nemen, halencatch1[ kætsj]3 vangbal7 vergrendeling ⇒ pal, k♦voorbeelden:no catch • geen aanwinst————————catch25 klem/vast komen te zitten ⇒ blijven haken/zitten♦voorbeelden:the nut doesn't catch • de moer pakt nietII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)vangen ⇒ pakken, grijpen4 inhalen♦voorbeelden:1 catch fish/thieves • vis/dieven vangena nail caught his shirt • hij bleef met zijn overhemd aan een spijker haken/hangenI caught my thumb in the car door • ik ben met mijn duim tussen het portier gekomencatch one's foot on something • met zijn voet ergens achter blijven haken, over iets struikelen〈 ironisch〉 catch me! • ik kijk wel uit!8 catch someone's attention/interest • iemands aandacht trekken/belangstelling wekkencatch oneself • zich plotseling inhouden, opeens stoppen -
105 change gear
n. veranderen van versnelling waardoor de snelheid van voertuigen kan worden veranderd waarbij de ronddraaiende motor onveranderlijk blijft -
106 combustion chamber
-
107 cough
n. hoest; de waarheid ophoesten,bekennen--------v. hoesten; bekennencough1[ kof] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 kuch(je) ⇒ hoestbui/aanval♦voorbeelden:1 have a bad cough • erg/lelijk hoesten————————cough2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
108 cut out
automatische schakelaar (een electrische schakelaar die de electrisiteit uitstelt bij te zware belasting); stoppen; wegsnijdencut out1 uitvallen ⇒ defect raken, het begeven2 afslaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitsnijden/knippen/hakken ⇒ modelleren, vormen♦voorbeelden:3 cut it/that out! • hou (er/daarmee/over) op! -
109 cutter
n. snelle boot; snijder; snijmes[ kuttə]1 〈 benaming voor〉gebruiker/bediener van scherp voorwerp ⇒ 〈 in het bijzonder〉 coupeur, knipper; snijder; hakker; houwer; slijper5 kotter -
110 cycle
n. kringloop, omloop; jaargang; periode; cyclus--------v. fietsencycle1[ sajkl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————cycle2〈 werkwoord〉2 cirkelen ⇒ ronddraaien, kringen beschrijven3 fietsen -
111 cylinder
n. hoge hoed, cilinder (ook in computers); (in computers) een fysieke opslageenheid op de harde schijf[ sillində]1 cilinder2 〈 benaming voor〉 cilindrisch voorwerp ⇒ magazijn/cilinder 〈 van revolver〉; rol, wals, trommel; buis, pijp; (gas)fles♦voorbeelden: -
112 don't let the engine race
-
113 dynamo
n. dynamo (een apparaat voor het omkeren van energie naar electrische stroom)[ dajnəmoo]1 dynamo2 energiek mens ⇒ doordouwer, motor -
114 fire
n. vuur; brand; brandstichting; vreugdevuur; enthousiasme; schittering; passie--------v. ontslaan; aansteken; vuren; lossen; bakken; aanwakkeren; glinsterenfire1[ fajjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be full of fire • vol vuur/enthousiast zijnblow (up) a fire • een vuur aanblazencatch fire • vlam vattenlay a fire • een vuur aanleggenlight/make a fire • een vuur aanstekenmake up a fire • een vuur opstokenfight fire with fire • vuur met vuur bestrijdenset on fire, set fire to • in brand stekencease/open fire • het vuur staken/openen4 light the fire • de haard/kachel aanstekengo through fire and water • door het vuur gaan, alle gevaren trotserenplay with fire • met vuur spelenfire! • brand!————————fire2♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 oil-fired furnace • olie/petroleumkachelfire off a speech • een speech afstekenfire at/(up)on something • op iets schieten♦voorbeelden:it fired him with enthusiasm • het zette hem in vuur en vlam¶ fire up • bezielen, stimuleren -
115 fuel injection
brandstofinspuiting (een methode die de prestaties v.d. motor verbeteren)fuel injection1 brandstofinspuiting/injectie -
116 he gunned the engine
-
117 high-powered
-
118 hood
n. hoofdbedekking over de nek en hoofd, capuchon, kap; iets wat op een bedekking lijkt, bedekking; metalen laag dat naar een ventilatiegat leidt en rook en stank (zoals een kap boven de kachel of oven) ; bedekking over de ogen en hoofd van een havik; beweegbare kap die de motor van een auto bedekt; opvouwbaar dak van een auto met open dak, opvouwbaar dak van een koets; (Zoölogie) vlek of kam op de kop van een dier; woonwijk (Afro-Amerikaanse Slang); jonge gangster, jonge herrieschopper[ hoed]5 → hoodlum hoodlum/ -
119 hopped-up
[ hopt up] 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 -
120 input
n. invoer (in computers); geven; kracht, intensiteit, capaciteit (van een motor); stof gebruikt voor productieproces (economie)--------v. invoeren van gegevens in computerinput1[ inpoet] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toevoer ⇒ invoer, inbreng4 ingang————————input2
См. также в других словарях:
motor — MOTÓR, OÁRE, motori, oare, s.n., adj. I. s.n. Maşină de forţă care transformă o formă de energie oarecare în energie mecanică (pentru acţionarea altei maşini, a unui vehicul etc.). (În sintagmele) Motor cu plasmă = motor cu reacţie în care… … Dicționar Român
Motor W — Saltar a navegación, búsqueda Un motor Napier Lion. El motor W es una configuración de motor en la cual los bancos de cilindros están ubicados de manera que semejan una letra W, de la misma forma que un motor en V recuerda una letra V. Hay tres… … Wikipedia Español
Motor [2] — Motor, elektrischer, Maschine zur Umwandlung elektrischer Arbeit in mechanische. Leitet man einen elektrischen Strom in eine Dynamomaschine (s.d.), so beginnt sich der Anker zu drehen. Die Ursache der Drehung ist aus Fig. 1 zu ersehen, in welcher … Lexikon der gesamten Technik
Motor [3] — Motor, elektrischer. Während die meisten Arbeitsmaschinen eine konstante Tourenzahl verlangen, welcher Bedingung die Nebenschlußmotoren für Gleichstrom und die asynchronen Motoren für ein und mehrphasige Wechselströme genügen, wird für manche… … Lexikon der gesamten Technik
motor — motor, ra (Del lat. motor, ōris). 1. adj. Que mueve. U. t. c. s. m.) 2. m. Máquina destinada a producir movimiento a expensas de otra fuente de energía. Motor eléctrico, térmico, hidráulico. 3. f. Embarcación menor provista de motor. 4. P. Ric … Diccionario de la lengua española
Motor H — Saltar a navegación, búsqueda El motor de Formula 1 BRM H16 en su encarnación final de 64 válvulas. Un motor H es una configuración del motor en la cual los cilindros están alineados de tal forma que al verlos de frente, semejan una letra H. Un… … Wikipedia Español
Motor U — Saltar a navegación, búsqueda Un motor U es un motor de pistones hecho con dos motores en linea separados (completos, cada uno con su cigüeñal) unidos por un engranaje o cadena. Es similar al motor H que une dos motores boxer. Este diseño a… … Wikipedia Español
Motor — may refer to: *Engine **Motor car or automobile **Motor vehicle **Motorcycle, a term used by police officers to refer to their official duty motorcycles *Motor system, the physiological system that is responsible for physical movement **Motor… … Wikipedia
motor — motor, ra adjetivo 1. (en femenino se usa también motriz ) Que produce movimiento: fuerza motora, músculo motor, órganos motores. 2. Que hace que una cosa funcione o marche bien: La actividad motora de la comarca es el turismo.… … Diccionario Salamanca de la Lengua Española
motor — [mōt′ər] n. [L, a mover < motus, pp. of movere,MOVE] 1. anything that produces or imparts motion 2. an engine; esp., an internal combustion engine for propelling a vehicle 3. MOTOR VEHICLE 4. Elec. a machine for converting electric energy into … English World dictionary
motor — |ô| adj. 1. Que dá movimento. 2. [Anatomia] Que transmite movimento. • s. m. 3. Tudo que em mecânica imprime movimento, como o vapor, a água, o vento, etc. 4. Sistema material que transforma em energia mecânica outras formas de energia. 5. … … Dicionário da Língua Portuguesa