-
21 match oneself against someone
match oneself against someone -
22 match
n. gelijke; opgewassen (zijn; wedstrijd, match; huwelijk; partij; paar, stel; lucifer--------v. aanpassen; passen; een waardige tegenstander; vergelijken; gelijk maken; huwelijken; uithuwelijken; (in computers) het vergelijken van informatiematch1[ mætsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 huwelijk5 paar ⇒ koppel, stel (bij elkaar passende zaken)6 lucifer♦voorbeelden:be a match for • opgewassen zijn tegen, niet onderdoen voorbe more than a match for someone • iemand de baas zijn————————match2♦voorbeelden:1 matching clothes/colours • bij elkaar passende kleren/kleurenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 evenaren ⇒ opgewassen zijn tegen, niet onderdoen voor♦voorbeelden:can you match that? • kan je dat net zo goed doen?they are well matched • zij zijn aan elkaar gewaagdmatch to • in overeenstemming brengen met -
23 measure one's strength with
-
24 measure oneself with
-
25 measure swords (against/with)
measure swords (against/with)zijn krachten meten (met), de degen kruisen (met) -
26 pit one's strength against someone
pit one's strength against someoneEnglish-Dutch dictionary > pit one's strength against someone
-
27 pit
n. kuil; mijn, groeve; parterre--------n. mijn; val; groeve; parterre; kuil; departement in beurs; gevechtsarena--------v. als tegenstander opstellen; kuiltjes/putjes krijgen--------v. van pitten ontdoenpit1[ pit]————————pit2〈 pitted〉1 kuiltjes/putjes krijgenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 kuiltjes/putjes maken in ⇒ met kuiltjes bedekken♦voorbeelden: -
28 sense
n. gevoel; zintuig; verstand; uitleg; winst--------v. voelen, aanvoelen; opnemensense1[ sens]♦voorbeelden:in a sense • in zekere zinin one sense • in één opzicht1 (vaag) gevoel ⇒ begrip, (instinctief) besef2 (zintuiglijk) vermogen ⇒ zin, zintuig♦voorbeelden:1 sense of duty • plichtsbesef/gevoelsense of humour • gevoel voor humorsense of responsibility • verantwoordelijkheidsbesef/gevoelsense of smell • reuk(zinvermogen)sense of touch • tastzin, gevoelthe (five) senses • de (vijf) zintuigensixth sense • zesde zintuig♦voorbeelden:2 what's the sense? • wat heeft het voor zin?make sense of something • ergens uit wijs kunnen (worden)→ common common/IV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:in one's (right) senses • bij zijn (volle) verstandout of her senses • niet goed bij haar hoofd————————sense2〈 werkwoord〉 -
29 sextant
n. sextant, apparaat om hoeken te meten -
30 step out
-
31 strength
n. kracht; sterkte; gehalte[ streng(k)θ]2 (getal)sterkte ⇒ macht, bezetting♦voorbeelden:strength of will • wilskrachtmeasure one's strength with • zijn krachten meten metgive me strength! • wel, allemachtig!that is not his strength • dat is zijn sterkste punt nieton the strength of • op grond van, uitgaand van(bring) up to (full) strength • op (volle) sterkte (brengen), voltallig maken -
32 sword
n. zwaard[ so:d]1 zwaard ⇒ sabel, degen♦voorbeelden:draw the sword • naar het zwaard grijpenmeasure swords (against/with) • zijn krachten meten (met), de degen kruisen (met)put to the sword • over de kling jagen -
33 take
n. vangst; ontvangst, recette (van schouwburg); opname (v. film)--------v. nemen; pakken; brengen; begrijpen, snappentake1[ teek] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vangst————————take21 pakken ⇒ aanslaan, wortel schieten2 effect sorteren ⇒ inslaan, slagen4 worden♦voorbeelden:4 he took cold/ill • hij werd verkouden/ziekI took against him at first sight • ik vond hem al direct niet aardig→ take away take away/, take off take off/, take on take on/, take over take over/, take to take to/, take up take up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nemen ⇒ grijpen, (beet)pakken4 nemen ⇒ zich verschaffen, gebruiken5 vergen ⇒ vereisen, in beslag nemen8 krijgen ⇒ vatten, voelen9 opnemen ⇒ noteren, meten11 aanvaarden ⇒ accepteren, incasseren♦voorbeelden:he took me unawares • hij verraste mijtake a degree • een graad/titel behalenthis seat is taken • deze stoel is bezetdo you take sugar in your tea? • gebruikt u suiker in de thee?we take the Times • we zijn geabonneerd op de Timesthe man took her by force • de man nam haar met geweldtake five/ten • even pauzeren/rustenhave what it takes • aan de eisen voldoentake about • rondleidentake someone around • iemand rondleidentake someone aside • iemand apart nemenit took her mind off things • het bezorgde haar wat afleidingtake five from twelve • trek vijf van twaalf aftake fire • vlamvattentake it into one's head • het in zijn hoofd krijgentake it easy! • kalm aan!, maak je niet druk!take for granted • als vanzelfsprekend aannementake as read • voor gelezen houdenI take it that he'll be back soon • ik neem aan dat hij gauw terugkomthow am I to take that? • hoe moet ik dat opvatten?take it badly • het zich erg aantrekkentake it well • iets goed opvattenwhat do you take me for? • waar zie je me voor aan?take sides • partij kiezenyou may take it from me • je kunt van mij aannemenI can take it • ik kan het wel hebbenyou (can) take it from there • daar neem jij het wel (weer) over, verder kun je het wel alleen aantake a decision • een besluit nementake an exam • een examen afleggentake notes • aantekeningen makentake a trip • een reisje makenshe took a long time over it • zij deed er lang overtake it or leave it • graag of nietshe took it lying down • zij verzette zich niettake aback • verrassen, van zijn stuk brengen, overdonderenshe was rather taken by/with it • zij was er nogal mee in haar schiktake it (up)on oneself • het op zich nemen, het wagen, zich aanmatigen -
34 tape
n. taperecorder; band; film--------v. met een lint of band vastmaken; opnemen op een bandtape1[ teep] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 lint ⇒ band, koord4 (magneet)band ⇒ geluidsband, videoband5 (plak/kleef)band ⇒ tape♦voorbeelden:insulating tape • isolatieband2 breast the tape • het finishlint doorbreken, winnen5 adhesive tape • plak/kleefband————————tape21 (vast)binden ⇒ inpakken, samenbinden♦voorbeelden:tape something off • iets afplakken -
35 thermometer
-
36 yardstick
n. maatstaaf; afmeting; criterium om iets af te metenyardstick -
37 you cannot quantify love
-
38 Brinell
n. brinell (brinell machine-apparaat om hardheid van metaal te meten; brinell nummer-het cijfer dat deze hardheid aangeeft) -
39 MTBF
n. de gemiddelde tijd tussen storingen; methode voor het meten van de betrouwbaarheid van elektronische onderdelen -
40 a.u.
lengte-eenheid gelijk aan hondermiljoenste van een centimeter (gebruikt voor meten van golflengten van licht)a.u. (angstrom unit)
См. также в других словарях:
Meten — Metjen in Hieroglyphen … Deutsch Wikipedia
méten — tna o prid. (ẹ̑) redko metin: metni medenjaki in mêten tna o prid. (ẹ̑; ē) nanašajoč se na met: metna daljava, sila / knjiž., redko metna zanka laso … Slovar slovenskega knjižnega jezika
Meten-Meer-Zorg — is a village in the West Demerara region of Guyana. v · … Wikipedia
meten — … Useful english dictionary
En Albacete, los sacan y los meten. — Alude a los afamados cuchillos y puñales que allí se elaboran, así como al carácter bravío que comúnmente se atribuye a los albaceteños … Diccionario de dichos y refranes
i-meten — … Useful english dictionary
Horno — (Del lat. furnus.) ► sustantivo masculino 1 Dispositivo o compartimento en el que se libera calor y se transmite a una masa sólida o fluida con el fin de transformarla física o químicamente: ■ el horno de mi cocina funciona con gas. SINÓNIMO… … Enciclopedia Universal
encalador — ► adjetivo/ sustantivo 1 Que encala o blanquea. ► sustantivo masculino 2 Cuba donde meten las pieles con cal para pelarlas en las tenerías. * * * encalador, a 1 adj. y n. Se aplica al que encala o blanquea. ≃ Blanqueador. 2 m. En las curtidurías … Enciclopedia Universal
Methen — Metjen in Hieroglyphen … Deutsch Wikipedia
Aves — Saltar a navegación, búsqueda «Ave» redirige aquí. Para otras acepciones, véase Ave (desambiguación). «Pájaro» redirige aquí. Para otras acepciones, véase Pájaro (desambiguación) … Wikipedia Español
Episodios de Malcolm in the middle — Anexo:Episodios de Malcolm in the middle Saltar a navegación, búsqueda Contenido 1 Temporadas 2 Temporada 1 (2000) 3 Temporada 2 (2000 2001) 4 … Wikipedia Español