-
1 slack off
-
2 being lazy
lui zijn (luiheid, niet willen inspannen, niet ijverig) -
3 lazy bones
lui iemand, luiwammes -
4 folk
-
5 lazy
-
6 idle
adj. lui; werkeloos; ledig; stopzetting (van werk); nutteloos; ongegrond; waardeloos--------v. nietsdoen, luieren; stationair draaien/lopen (v. motor)idle1[ ajdl] 〈bijvoeglijk naamwoord; idler; idly; idleness〉3 doelloos ⇒ zinloos, vruchteloos♦voorbeelden:4 idle hours • rustige/vrije urenidle machines • stilstaande machines————————idle2〈 werkwoord〉2 stationair draaien/lopen 〈 van motor〉♦voorbeelden:1 idle about • luieren, rondhangen -
7 slack
adj. slap, los; zwak, laks; lui, traag--------adv. verslapt; nalatig; langzaam--------n. slap (hangend) deel v. touw, loos; vertraging, vermindering--------v. verslappen; slabakken; luieren; verminderenslack1[ slæk]1 los/slap (hangend) deel van zeil of touw ⇒ loos♦voorbeelden:————————slack2〈bijvoeglijk naamwoord; slackness〉♦voorbeelden:————————slack31 lijntrekken ⇒ traag/minder hard werken♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
8 faineant
adj. (Frans) doelloos; lui--------n. (Frans) nietsnut; lui persoon -
9 born idle/tired
born idle/tiredliever lui dan moe/aartslui -
10 born
adj. geboren[ bo:n]1 geboren ⇒ van geboorte/oorsprong/origine2 geboren ⇒ voorbestemd, in de wieg gelegd4 geboren ⇒ ontstaan, voortgekomen♦voorbeelden:born and bred • geboren en getogenborn again • herborennot born yesterday • niet op z'n achterhoofd gevallen2 (as) to the manner born • voor iets geknipt/in de wieg gelegdborn to be a leader • voor het leiderschap in de wieg gelegdhe is born a performer • hij is een rasartiestborn idle/tired • liever lui dan moe/aartslui→ silver silver/ -
11 deal with
zaken doen met, handel drijven metdeal with1 zaken doen met ⇒ handel drijven met, kopen bij5 behandelen ⇒ bejegenen, omgaan met7 gaan/handelen over♦voorbeelden: -
12 drone
n. hommel die niet steekt, dar; onbemand vliegtuig dat gevlogen wordt door langeafstandsbediening; monotoon, laag en aanhoudend zwak geluid; gezoem, gegons; (Muziek) doedelzak zonder vingergaten die een toon voortbrengt, baspijp; leegloper, iemand die lui is--------v. dreunen; lawaai makendrone1[ droon] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 klaploper ⇒ leegloper, uitvreter3 radiografisch bestuurd(e) vliegtuig/raket4 gegons ⇒ gezoem, gebrom————————drone21 gonzen ⇒ zoemen, brommenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
13 either
adj. het een of het ander--------adv. ook; ook niet--------pron. dit of dat; het een of het andereither1[ ajðə] 〈 voornaamwoord〉2 beide(n) ⇒ alle twee, allebei♦voorbeelden:‘Sherry or hock?’ ‘Either’ • ‘Sherry of rijnwijn?’ ‘Maakt niet uit’————————either2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:she doesn't like apples, nor oranges either • ze lust geen appels en ook geen sinaasappelshe is hardworking and not unfriendly either • hij is een harde werker en bovendien niet onvriendelijk————————either3〈 determinator〉2 beide♦voorbeelden:2 in either case, either way • in beide gevallen, in elk gevalof either sex • van beiderlei kunneon either side • aan beide kanten————————either4〈voegwoord; met or〉1 of ⇒ ofwel, hetzij♦voorbeelden:she is either lazy or stupid • ze is (of) lui of domyou can either go or stay • je kunt weggaan of blijven -
14 feckless
adj. zwak, ondoeltreffend; onverantwoordelijk; onverschillig, lui[ fekləs] 〈 fecklessness〉 -
15 folks
-
16 guy
n. jongen, vent, kerel (spreektaal); stormlijn; anker--------v. voor het lapje houden; travesteren (op het toneel)guy1[ gaj] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 mens ⇒ 〈 meervoud〉 lui, jongens, mensen 〈ook wel onvertaald; slaat op jongens en meisjes〉4 〈 verkorting〉[guy rope]♦voorbeelden:2 where are you guys going? • waar gaan jullie naar toe?————————guy2〈 werkwoord〉1 tuien ⇒ vastzetten met een stormlijn/borg/topreep -
17 idly
-
18 inactive
-
19 indolent
adj. lui, luie persoon, indolent[ indələnt] 〈zelfstandig naamwoord: indolence〉 -
20 lackadaisical
adj. lusteloos; nonchalant; ongeïnteresseerd; lui[ lækədeezikl]
См. также в других словарях:
lui — lui … Dictionnaire des rimes
lui — [ lɥi ] pron. pers. • XIe; lat. pop. illui, class. illi, datif de ille ♦ Pron. pers. de la 3e pers. du sing. I ♦ Pron. pers. des deux genres, représentant un nom de personne ou d animal (plur.⇒ 1. leur). 1 ♦ (Énon … Encyclopédie Universelle
lui — 1. (lui) 1° Pronom de la 3e personne qui est des deux genres et qui sert de régime indirect. Vous connaissez cette dame ; parlez lui. Vous lui remettrez cet argent, signifie également vous remettrez à un homme ou à une femme. • Il fallut le… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Lui — (Französisch ihm) ist ein französisches Männermagazin. Geschichte Lui wurde vom Fotografen Daniel Filipacchi gegründet, der auf dem Prinzip des Playboy Magazins aufbauend ein Männermagazin mit französischem Charme entwickeln wollte. Der… … Deutsch Wikipedia
lui — pron., adj. său. (Vorba lui.) Trimis de siveco, 17.01.2007. Sursa: Sinonime nelalócul lui (ei, său etc.) loc. adj. Trimis de siveco, 10.08.2004. Sursa: Dicţionar ortografic … Dicționar Român
Lui — Nom porté dans le nord de l Italie, en particulier dans la province de Mantoue. Il semble correspondre au mot lüi , variante de luglio (= juillet) dans divers dialectes de cette région … Noms de famille
Lui — Lui, linker Nebenfluß des oberen Coango im westlichen Südafrika … Pierer's Universal-Lexikon
lui — [lat. volg. ĭllui, dativo di ille (per il class. illi ), sull analogia di cui ]. ■ pron. pers.m. sing. 1. a. [ha funzione di sogg. con valore per lo più marcato: l. stesso non ne è sicuro ] ▶◀ (lett.) egli, (ant.) ei. b. [come compl. ogg.: senti… … Enciclopedia Italiana
lui — LEUR, pr. pers. atone 3ème p. coi. ou ca. placé devant le v. : A1) lui (= à lui) ms. : d2c. / dc. psc. / e2c. : LO (Albanais 001, Annecy 003, Balme Sillingy 020, Côte Aime 188, Morzine 081b), le ou leu (081a, Aillon Vieux 273, Arêches 238,… … Dictionnaire Français-Savoyard
lui — 1lui pron.pers. di terza pers.m.sing., s.m.inv. I. pron.pers. di terza pers.m.sing. I 1a. FO usato come complemento oggetto e come complemento di termine, quando sia necessario conferire un certo rilievo, in luogo delle forme clitiche lo e gli,… … Dizionario italiano
lui — {{hw}}{{lui}}{{/hw}}A pron. pers. di terza pers. m. sing. 1 Indica la persona di cui si parla e si usa al posto di ‘egli’ ed ‘esso’, nei vari compl.: devi scrivere a lui; se io fossi in lui; vado con lui | Come compl. ogg. in luogo del pronome… … Enciclopedia di italiano