-
1 lackadaisical
adj. lusteloos; nonchalant; ongeïnteresseerd; lui[ lækədeezikl] -
2 languid
-
3 listless
adj. lusteloos, uitgeput, ongeïnteresseerd[ listləs] 〈 listlessness〉 -
4 anaemic
adj. bloedarmoede hebbend; bleek, anemisch -
5 apathetic
-
6 languish
n. (weg)kwijnen, verslappen, smachten (naar)--------v. verflauwen; weg-, (ver)-kwijnen (in de gevangenis van heimwee); (ver)smachten; loom; lusteloos[ længgwisj]1 (ver/weg)kwijnen ⇒ verslappen, verzwakken -
7 languishing
adj. kwijnen, smachten; langzaam; slepend; verslappen[ længgwisjing]♦voorbeelden: -
8 languorous
-
9 lifeless
adj. dood, levenloos; buiten bewusten zijnd[ lajfləs] 〈 lifelessness〉 -
10 mope about(a)round
mope about/(a)roundlusteloos rondhangen, neerslachtig rondsloffen -
11 mope
n. kniezen, slecht humeur, verdriet--------v. kniezen, slecht humeur hebben, verdrietig zijnmope1[ moop]1 kniesoor ⇒ tobber, brompot♦voorbeelden:2 have a mope • klagerig zeuren, kankerenII 〈meervoud; the〉————————mope2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 mope about/(a)round • lusteloos rondhangen, neerslachtig rondsloffen -
12 spiritless
adj. geesteloos, levenloos, moedeloos, futloos, duf[ spirritləs] 〈 spiritlessness〉2 levenloos ⇒ doods, saai -
13 springless
-
14 supine
-
15 weary
adj. moe; vermoeid; vermoeiend; langdurig; hinderend; (het) lastigvallen--------v. vermoeien, afmatten; vervelen; moe wordenweary1[ wiərie] 〈bijvoeglijk naamwoord; weariness〉♦voorbeelden:weary with waiting • het wachten moe————————weary2〈 wearied〉♦voorbeelden:1 weary of • moe worden, genoeg krijgen vanII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
16 wilt
n. Wilt (naam)[ wilt]1 verwelken ⇒ kwijnen, verdorren2 hangerig worden ⇒ lusteloos/slap wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
17 apathetical
adj. apatisch, lusteloos -
18 apathetically
adv. onverschillig,lusteloos -
19 flaggy
adj. lisachtig, rietachtig; hangend, lusteloos, kwijnend -
20 lackadaisically
adv. lusteloos, nonchalant; verslapt; ongeïnteresseerd; lui
- 1
- 2