-
1 unused
onbenutongebruikt -
2 idle
adj. lui; werkeloos; ledig; stopzetting (van werk); nutteloos; ongegrond; waardeloos--------v. nietsdoen, luieren; stationair draaien/lopen (v. motor)idle1[ ajdl] 〈bijvoeglijk naamwoord; idler; idly; idleness〉3 doelloos ⇒ zinloos, vruchteloos♦voorbeelden:4 idle hours • rustige/vrije urenidle machines • stilstaande machines————————idle2〈 werkwoord〉2 stationair draaien/lopen 〈 van motor〉♦voorbeelden:1 idle about • luieren, rondhangen -
3 unused
adj. nieuw, ongebruiktunused1[ unjoe:zd] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:————————unused2[ unjoe:st] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский