-
1 lange
-
2 long
long1 [lõ]〈m.〉♦voorbeelden:〈 voorzetsel〉 au long de, le long de, tout le long de, tout du long de • langs; gedurende, tijdenstable de 1 m 40 de long • 1,40 m lange tafelde long, en long • in de lengte, overlangstomber de tout son long • languit vallende long en large • heen en weer, op en neertout le long du jour • de godganse dagen long et en large • lang en breed————————long2 [lõ],longue [lõg]3 lang ⇒ breedvoerig, langdradig♦voorbeelden:longue maladie • langdurige ziekteêtre long • lang durenje ne serai pas long • ik ben zo terug, ik ben zo klaarje trouve le temps long • de tijd valt mij langà la longue • op den duurêtre long à faire qc. • ergens lang over doendiscours long de trente minutes • betoog van dertig minuten3 ce qu'il est long! • wat is hij lang van stof!————————long3 [lõ]〈 bijwoord〉1 veel♦voorbeelden:en savoir long • er heel wat van af weten2 s'habiller long • lange kleding dragen, in het lang gekleed gaan1. = longue; adj1) lang, langwerpig2) langdurig3) oud4) dun, slap [vloeistof]2. longadv1) veel -
3 longtemps
longtemps1 [lõtã]〈m.〉♦voorbeelden:je ne compte pas y retourner d'ici longtemps • ik denk dat het lang zal duren voor ik daar weer terugkomavant longtemps • binnenkort〈+ ontkenning en toekomende tijden〉 de longtemps • (gedurende) lange tijd, voor langdepuis longtemps • (sinds) lang, al langpendant longtemps • lang, gedurende lange tijdje n'en ai pas pour longtemps • ik ben zo klaar; ik ben zo terugil n'en a plus pour longtemps • hij maakt het niet lang meeril y a longtemps qu' il est mort • hij is al lang dood————————longtemps2 [lõtã]〈 bijwoord〉♦voorbeelden:adv -
4 chipoter
-
5 girafe
-
6 pantalon
-
7 perche
perche [persĵ]〈v.〉♦voorbeelden:f1) stok, stang2) polsstok [sport]3) rivierbaars4) lange lijs, lat5) vaarboom -
8 flandrin
flandrin [flãdrẽ],flandrine [flãdrien]〈m., v.〉♦voorbeelden:¶ grand flandrin • lange slungel, lange lummel -
9 grand flandrin
grand flandrinlange slungel, lange lummel -
10 bout
bout [boe]〈m.〉3 stukje ⇒ eindje, deeltje♦voorbeelden:1 manger du bout des dents • met lange tanden eten, kieskauwenrire du bout des dents, des lèvres • flauwtjes lachensavoir, connaître qc. sur le bout du doigt • iets op z'n duimpje kennenavoir de l'esprit jusqu'au bout des doigts, des ongles • heel geestig zijnbout filtre • filtermondstukavoir un mot sur le bout de la langue • een woord voor op de tong hebben liggenparler du bout des lèvres • prevelenle bout du nez • het topje van de neusse laver le bout du nez • een kattenwasje doenne pas voir plus loin que le bout de son nez • niet verder kijken dan zijn neus lang ismener qn. par le bout du nez • iemand naar zijn pijpen laten dansenle bout de l'oreille • het tipje van het oormontrer le bout de l'oreille • zich verradenle bout du sein • de tepeltenir le bon bout • op de goede weg zijnjoindre les deux bouts • de eindjes aan elkaar knopenbout à bout • tegen elkaar aanmettre bout à bout • aaneenvoegenpousser qn. à bout • iemand razend, radeloos makenà tout bout de champ • om de haverklaptirer à bout portant • van heel dichtbij schietend' un bout à l'autre • van het begin tot het eindede bout en bout • van het begin tot het eindeon ne sait par quel bout le prendre • je weet niet hoe je met hem om moet gaanêtre à bout de nerfs • op zijn van de zenuwenêtre à bout • ten einde raad zijnmener à bout • tot een goed einde brengenma patience est à bout • mijn geduld is opvenir à bout de qc. • iets klaarspelen, bolwerkenvenir à bout d'un travail • een karwei klarenvenir à bout de qn. • iemands weerstand brekenau bout de • aan het einde van, na afloop van, na〈 figuurlijk〉 au bout du compte • per slot van rekening, tenslottejusqu'au bout des ongles • door en door, op-en-topaller jusqu'au bout • tot het uiterste (door)gaan, doorzetten〈 film〉 bout d'essai • screentest, proefopnameun bout d'homme • een klein mannetjeun bout de lettre • een kort briefjeun bon bout de temps • een flinke tijdfaire un bout de toilette • een kattenwasje doendu bout des doigts • héél voorzichtigm1) einde2) uiteinde, top, punt3) afloop, verloop4) stukje, eindje -
11 cierge
cierge [sjerzĵ]〈m.〉♦voorbeelden:brûler un cierge à un saint • (uit dankbaarheid) een kaars opsteken voor een heiligem1) (lange, dunne) waskaars2) zuilcactus -
12 circuit
circuit [sierkŵie]〈m.〉1 traject ⇒ weg, afstand2 rondrit ⇒ rondreis, toer8 buizen-, leidingstelsel♦voorbeelden:faire le circuit de qc. • een tocht langs iets makenmettre qc. en circuit • iets aansluitenmettre qc. hors circuit • iets zonder stroom zetten5 circuit intégré • geïntegreerde schakeling, IC('tje)remettre qc. dans le circuit • iets weer van stal halenm2) traject, weg3) rondrit, rondreis4) (race)circuit, baan5) schakeling [elektriciteit]6) kringloop [economie] -
13 croche
croche [krosĵ]〈v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:triple croche • tweeëndertigste nootf1) achtste noot2) smidstang -
14 dégingandé
dégingandé [deezĵẽgãdee]1 slungel(acht)ig ⇒ slap in de lenden, slingerend van gang♦voorbeelden:adj -
15 diable
diable [die.aabl]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord, tussenwerpsel〉1 duivel♦voorbeelden:avoir le diable au corps • van de duivel bezeten zijn; 〈 figuurlijk〉dol, doorgeslagen zijn, geen rust in zijn lijf hebbenc'est bien le diable si • het zou toch wel heel vreemd, gek zijn alsce n'est pas le diable • het is niet moeilijkfaire le diable à quatre • veel lawaai maken; 〈 figuurlijk〉zich moeite geven om iets te krijgen, te belettenque le diable t'emporte • loop naar de duiveltirer le diable par la queue • moeite hebben om rond te komenque diable va-t-il faire? • wat voor de duivel gaat hij doen?à la diable • onverzorgd, slordig, haastigau diable (vauvert) • erg ver (weg)allez au diable • loop naar de duivelenvoyer qn. au diable • iemand naar de duivel, maan wensendiable de • wonderlijk, vreemd, slechtun bruit de tous les diables • ontzettend lawaaidu diable • uitzonderlijk, uitermateen diable • erg, verschrikkelijkdiable! • du(i)vels!→ Dieuun pauvre diable • arme drommelm1) duivel3) drommel -
16 durant
-
17 grand
grand1 [grã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 groot ⇒ lang, ruim4 belangrijk ⇒ voornaam, groot6 edel♦voorbeelden:une grande heure • ruim een uurhomme grand • lange manil n'y a pas grand monde • er zijn weinig mensense faire grand • groot wordenà grands frais • tegen hoge kostenen grande pompe • met grote staatsiele grand • het groteun grand • volwassene; oudere leerlinggrands amis • dikke vriendengrand blessé • zwaar gewondegrand buveur • stevige drinkergrand froid • strenge kougrand jour • klaarlichte daggrand teint • kleurechtà grands coups • hevigau grand air • in de open luchtproduire au grand jour • aan het licht brengen, publicerenau grand jamais • nooit of te nimmerla Grande Guerre • de Eerste Wereldoorloggrand homme • beroemd, groot manle grand monde • de hogere standenaller grand train • snel gaanun grand • hooggeplaatst persoongrand prix • eerste prijs6 grandes actions • goede, edele dadende grand coeur • edelmoedig————————grand2 [grã]〈 bijwoord〉1 groot♦voorbeelden:voir grand • grootse plannen hebbenen grand • op grote schaal, grootscheeps1. adj1) groot2) lang, ruim3) hoog4) volwassen5) heftig, intensief6) belangrijk, voornaam7) groot-, opper-8) edel2. adv -
18 grimpant
-
19 haleine
haleine [aalen]〈v.〉1 adem2 ademhaling ⇒ uitademing, ademtocht♦voorbeelden:avoir l'haleine longue • langademig zijn〈 figuurlijk〉 de longue haleine • langdurig, op lange termijnperdre haleine • buiten adem rakencourir à perdre haleine • zich buiten adem lopenreprendre haleine • weer op adem komenretenir son haleine • z'n adem inhouden(tout) d' une haleine • in één rukêtre hors d' haleine • buiten adem zijn3 tenir qn. en haleine • iemand in spanning houden; iemand aan het lijntje houdenf -
20 impériale
См. также в других словарях:
Lange — is a name derived from the German word lang , meaning long . Lange is usually pronounced in English as IPA| [lɛŋ] , whilst in German and Dutch, it s pronounced IPA| [lɑŋə] .People named Lange* André Lange (born 1973), German bobsledder * Antoni… … Wikipedia
Lange — Lange, länger, längste, adv. welches nur von einer Zeit gebraucht wird, und nur alsdann stehet, wenn kein Hauptwort der Zeit da ist, für lange Zeit. 1. Eigentlich, wo es so wohl von einer gegenwärtigen, als vergangenen und künftigen Zeit… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Länge — steht für: Länge (Mathematik), ein Maß für den Weg entlang einer Kurve Länge (Physik), die physische Ausdehnung eines Objekts Länge (Algebra), ein Maß für die Größe eines Moduls geografische Länge, eine der zwei geografischen Koordinaten, und… … Deutsch Wikipedia
lange — [ lɑ̃ʒ ] n. m. • 1538; « vêtement de laine » XIIe; lat. laneus, de lana « laine » ♦ Large carré de laine ou de coton dont on emmaillotait un bébé de la taille aux pieds. ⇒ maillot. Loc. Dans les langes : dans l enfance, dans les débuts. ● lange… … Encyclopédie Universelle
lange — Adv. (Grundstufe) viel Zeit beanspruchend, seit geraumer Zeit Beispiel: Wie lange willst du hier bleiben? Kollokation: lange warten lange Adv. (Aufbaustufe) drückt einen starken graduellen Unterschied aus, bei weitem (mit nachgestelltem nicht )… … Extremes Deutsch
Länge — Länge, geographische, eines Punkts auf der Erdoberfläche, ist der Winkel, den die Meridianebene dieses Punkts mit der Ebene des Nullmeridians, von dem aus die Länge zu zählen ist, einschließt. Die geographische Länge wird aber auch häufig im… … Lexikon der gesamten Technik
LANGE (O.) — LANGE OSKAR (1904 1965) Économiste polonais qui, après avoir émigré aux États Unis, enseigna dans différentes universités américaines, puis, de retour dans son pays à la fin de la Seconde Guerre mondiale, aux universités de Cracovie et de… … Encyclopédie Universelle
Langé — Difficile de déterminer la répartition géographique, l état civil ayant massacré les accents depuis des dizaines d années, ce qui rend incertaine la distinction entre les Lange et les Langé. Il semble cependant que ces derniers soient concentrés… … Noms de famille
Langé — País … Wikipedia Español
Länge — Länge, geographische, der Winkel, den der Meridian (Grad der Länge, Längenkreis) eines Ortes mit einem als Ausgangspunkt der Zählung gewählten Anfangs , Null oder ersten Meridian bildet, von dem man entweder nach W. und O. bis 180° zählt (westl.… … Kleines Konversations-Lexikon
lange — [Basiswortschatz (Rating 1 1500)] Auch: • lang Bsp.: • Es ist schon lange (Zeit) her, dass wir uns getroffen haben. • Blieben Sie lange? … Deutsch Wörterbuch