-
1 enveloppe
enveloppe [ãvlop]〈v.〉2 omhulsel ⇒ wikkel, hoes, mantel♦voorbeelden:un cadeau en espèces sous enveloppe • een geschenk onder couvert¶ recevoir une enveloppe • smeergeld, sleutelgeld krijgenf1) enveloppe2) omhulsel, wikkel3) schil, vlies4) uiterlijk, schijn -
2 block credits
-
3 block
n. blok; versperring; (in computers) een verzameling tekst, die als eenheid wordt behandeld voor een bepaalde bewerking; stremming; obstructie--------v. versperren, blokkeren; vertragenblock1[ blok] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:block of marble • blok marmerhe lives four blocks away • hij woont vier straten verder(op)walk around the block • een straatje omlopenpsychological block • psychologische drempel→ old old/————————block21 blokkeren ⇒ blokken, obstructie plegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 belemmeren ⇒ verhinderen, tegenhouden♦voorbeelden:block credits • kredieten bevriezenblock a bill • een wetsvoorstel tegenhoudenthe exits were blocked • de uitgangen waren versperdblock off • afsluiten, blokkerenblock out something on a photo • iets op een foto afdekken/wegwerkenblock up/in a window • een raam afsluiten/dichtspijkeren¶ block in/out • ontwerpen, schetsen -
4 affecter
affecter [aafektee]〈 werkwoord〉1 voorwenden ⇒ veinzen, doen alsof3 bestemmen ⇒ reserveren, toewijzen4 aanstellen ⇒ plaatsen, indelen5 treffen ⇒ aandoen, inwerken op♦voorbeelden:la grève affecte plusieurs usines • verschillende fabrieken worden door de staking getroffenv2) aanstellen (bij), plaatsen3) voorwenden -
5 dégager
dégager [deegaazĵee]3 opruimen♦voorbeelden:〈 informeel〉 dégage! • donder op!♦voorbeelden:1. v3) opruimen4) vrijlaten [hals, rug]5) verspreiden [gas, geur]6) vrijmaken [geld]7) inlossen [pand]8) afwijzen [verantwoordelijkheid]9) terugnemen [woord]10) trekken (uit) [lering]2. se dégagerv1) opklaren [lucht]2) leegstromen [straat]4) vrijkomen [geur, rook] -
6 voter
voter [vottee]1 stemmen♦voorbeelden:voter à droite, à gauche • rechts, links stemmenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) goedkeuren, aannemen [dmv stemming]2) stemmen -
7 affecter des crédits à
affecter des crédits à -
8 enveloppe budgétaire
enveloppe budgétaire -
9 gel
-
10 le gel des crédits
le gel des crédits -
11 voter des crédits
voter des crédits -
12 МБК
(межбанковские кредиты) interbancaire kredieten -
13 межбанковские кредиты
Русско-голландский словарь коммерческих терминов > межбанковские кредиты
-
14 МБК
(межбанковские кредиты) interbancaire kredieten -
15 межбанковские кредиты
Русско-голландский словарь коммерческих терминов > межбанковские кредиты
-
16 Eckzins
-
17 Kredite einfrieren
-
18 einfrieren
einfrierenI 〈onovergankelijk werkwoord; sein〉1 in-, vast-, bevriezen♦voorbeelden:II 〈overgankelijk werkwoord; haben〉1 in-, diepvriezen2 〈 figuurlijk〉bevriezen, op de huidige stand handhaven♦voorbeelden:die Löhne einfrieren • de lonen bevriezendie Verhandlungen einfrieren • de onderhandeling bevriezen, stopzetten
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский