-
1 aannemen
adoptá; akseptá, aseptá; ideáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > aannemen
-
2 to undertake
aannemen -
3 take on
aannemen; op zich nemen; het opnemen tegen, voor zijn rekening nementake on♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
4 набор
aannemen, het in dienst nemen, aanwerving ; set, stel, assortiment ; zetten, zetsel ; lichting -
5 полагать
aannemen, veronderstellen, menen -
6 adoptá
aannemen, adopteren [v], zich eigen maken [v] -
7 akseptá
aannemen, aanvaarden [v], accepteren [v], erkennen [v], ontvangen [v]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > akseptá
-
8 aseptá
aannemen, aanvaarden [v], accepteren [v], erkennen [v], ontvangen [v] -
9 ideá
aannemen, menen [v], stellen [v], vermoeden [v], veronderstellen [v] -
10 to accept
aannemenaccepterengoedkeurenontvangen -
11 to assume
aannemenstellen -
12 to recruit
aannemenrekruterenwerven -
13 adoptá
aannemen, adopteren [v], zich eigen maken [v] -
14 akseptá
aannemen, aanvaarden [v], accepteren [v], erkennen [v], ontvangen [v] -
15 aseptá
aannemen, aanvaarden [v], accepteren [v], erkennen [v], ontvangen [v] -
16 ideá
aannemen, menen [v], stellen [v], vermoeden [v], veronderstellen [v] -
17 adopt
-
18 adopter
-
19 poser
poser [poozee]1 poseren ⇒ een houding aannemen, geaffecteerd doen♦voorbeelden:1 poser à qn. • voor iemand door willen gaan, iemand na-apenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 plaatsen ⇒ aan-, op-, in-, afzetten, ergens (neer)zetten, -leggen, hangen3 stellen ⇒ aannemen, uitgaan van4 stellen ⇒ opstellen, voorleggen, opwerpen5 aanzien, grote bekendheid geven ⇒ een status geven, doen opzien naar♦voorbeelden:poser son regard sur • zijn blik vestigen opposer le décor • het decor opstellenposer une pierre • een steen metselenposer des règles • regels opstellenposer que 〈+ aantonende wijs〉 • stellen, aannemen dat4 poser sa candidature pour • zich kandidaat stellen voor, solliciteren naarcela pose un problème • dat levert een probleem op1 geplaatst worden ⇒ (neer)gezet, gelegd worden, (be)rusten (op)3 gesteld worden ⇒ zich voordoen, opduiken4 zich voordoen (als) ⇒ zich opwerpen (tot), spelen (voor)♦voorbeelden:se poser en, en tant que • zich voordoen alsse poser comme • zich voordoen alsv1) poseren, een houding aannemen2) steunen (op)4) een tijdopname maken [foto]5) plaatsen6) stellen -
20 put on
aankleden; opladen; voorwenden, aannemenput on8 in werking/beweging stellen ⇒ aandoen 〈 licht〉; aanzetten 〈radio e.d.〉; opzetten 〈 plaat, fluitketel〉♦voorbeelden:put on an accent • een accent aannemenput on airs • zich een air gevenput on speed • sneller/harder gaanput on weight/flesh • aankomen, zwaarder wordenput on years • ouder gaan lijkenwho put the police on to me? • wie heeft de politie op mijn spoor gezet?he put me on to this vacancy • hij bracht me van deze vacature op de hoogte
См. также в других словарях:
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Regi Blinker — (2011) Reginald „Regi“ Waldie Blinker (* 4. Juni 1969 in Paramaribo, Suriname) ist ein surinamisch niederländischer ehemaliger Fußballspieler. Er gewann mit Feyenoord einmal die Meisterschaft und viermal den KNVB Pokal. Mit Celtic FC aus … Deutsch Wikipedia
Münze — Etwas für bare Münze nehmen. Diese seit dem 18. Jahrhundert belegte, auch in den Niederlanden (›iets voor gangbare munt aannemen‹) und Frankreich (›prendre quelque chose pour argent comptant‹) geläufige Redensart wendet man auf jemanden an, der… … Das Wörterbuch der Idiome
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Spiegeln — 1. Wer recht sich spiegelt, siehet sich. – Schleizer Kalender, 1811. 2. Wer sich an eynem andern spiegelt, der spiegelt sich sanfft (wohl). – Franck, II, 49a; Tappius, 173b; Petri, II, 107; Lehmann, II, 851, 331; Simrock, 9700; Sailer, 285. Frz … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Tuch — 1. Am feinsten Tuch findet man den Bleicherzipfel. 2. Am feinsten Tuch täuscht man sich am meisten. Holl.: In het fijnste laken, is het meeste bedrog. (Harrebomée, II, 3.) 3. An ein ungeschauts Tuach schlägt man kein Blei. – Nas, 367a. 4. An… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon