-
1 stemmen
stemmenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 duwen, drukken ⇒ (met kracht) zetten, steunen, zich schrap zetten♦voorbeelden:in die Höhe stemmen • optillen -
2 stemmen
bota, vota; bota, votaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > stemmen
-
3 Gewichte stemmen
-
4 einen stemmen
-
5 in die Höhe stemmen
in die Höhe stemmen -
6 голосовать
stemmen -
7 lift one's hand
stemmen -
8 tune up
stemmen (v. orkest); zich in gereedheid brengen; (muz.) inzetten; in gereedheid brengen (motor)tune upII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
9 buy votes
stemmen kopen,kiezers omkopen -
10 cast a ballot
stemmen,naar de stembus gaan -
11 cast a vote
stemmen,beslissende stem -
12 do voices
stemmen nabootsen -
13 garner votes
stemmen vergaren -
14 majority vote
stemmen van de meerderheid -
15 split a vote
stemmen op kandidaten van verschillende partijen -
16 vote by a show of hands
stemmen door opheffen van de handen -
17 vote by ballot
stemmen door stembriefje -
18 poll
n. stemming; aantal stemmen; stemmentelling (van de kiezers); aantal stemmen (bij verkiezingen); enquête--------v. afzagen (boomtop); afzagen (van horens)--------v. krijgen (van stemmen); voorstemmen; tellen van de stemmen (bij verkiezingen), enquête houdenpoll1[ pool] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————poll2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
19 vote
n. stem; stemming; motie--------v. stemmen, kiezenvote1[ voot] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 stemming♦voorbeelden:give one's vote to/for • zijn stem geven aan, stemmen voorvote of confidence/no-confidence • motie van vertrouwen/wantrouwenunanimous vote • eenstemmigheidput something to the vote • iets in stemming brengentake a vote on • (laten) stemmen over3 Labour vote • Labourkiezers/stemmerscapture the women's vote • de stemmen van de vrouwelijke kiezers winnenthe floating vote • de zwevende/onbesliste kiezers————————vote2♦voorbeelden:1 the Senate voted against/for the bill • de Senaat stemde tegen/voor het wetsontwerpII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:the resolution was voted by a large majority • de resolutie werd aanvaard met een grote meerderheid -
20 ballot
n. stembriefje; aantal stemmen; kiesrecht; stemming--------v. stemming; vergrotenballot1[ bælət] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stem(biljet/briefje/balletje)2 stemming ⇒ stemronde; geheime stemming♦voorbeelden:voting by ballot • geheime stemming————————ballot2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:ballot the men on the proposal • de mannen over het voorstel laten stemmen
См. также в других словарях:
Stemmen — bezeichnet: einen Vorgang beim Gewichtheben einen umgangssprachlichen Ausdruck für Geschlechtsverkehr, siehe Stenz im Bauwesen: Abtragen von Material durch Schlag, siehe Stemmen (Bautechnik) Stemmen (Landkreis Rotenburg), eine Gemeinde in der… … Deutsch Wikipedia
stemmen — stemmen: Das altgerm. Verb mhd. stemmen, mniederl. stemmen, aengl. forstemman, schwed. stämma bedeutet eigentlich »zum Stehen bringen, hemmen«, auch »steif machen«. Es steht neben mhd. ‹ge›stemen, ahd. gistemēn, gistemōn »Einhalt tun« (dazu ↑… … Das Herkunftswörterbuch
stemmen — Vsw std. (8. Jh., Form 14. Jh.), spmhd. stemmen Stammwort. Aus g. * stam(m) eja Vsw., auch in anord. stemma, ae. (fre)stemman. Die Herkunft ist unklar, da mehrere Vergleichsmöglichkeiten vorliegen. In der Bedeutung stauen scheint mhd. stemen, ahd … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Stemmen [1] — Stemmen, 1) einen Baumstamm abhauen od. der Quere nach theilen; 2) das zu Bauholz bestimmte Holz im Walde schlagen lassen; 3) so v.w. Meiseln; 4) einen Gegenstand steif gegen einen andern drücken; 5) etwas auf diese Art dadurch unterstützen, daß… … Pierer's Universal-Lexikon
Stemmen [2] — Stemmen, Dorf, s. Nordstemmen … Pierer's Universal-Lexikon
Stemmen — Stemmen, s. Leibesübungen … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Stemmen — Stêmmen, Stêmpe, Stêmpel, S. in Stä … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
stemmen — V. (Mittelstufe) etw. oder sich gegen etw. drücken Beispiele: Sie stemmte die Ellbogen in die Knie. Er hat sich gegen die Wand gestemmt … Extremes Deutsch
stemmen — hochheben; aufheben; wuchten; heben; anheben; hieven; hochziehen * * * stem|men [ ʃtɛmən]: 1. <tr.; hat a) indem man die Arme langsam durchstreckt, mit großem Kraftaufwand über den Kopf bringen, in die Höhe drücken … Universal-Lexikon
stemmen — stẹm·men; stemmte, hat gestemmt; [Vt] 1 etwas stemmen etwas mit viel Kraft über den Kopf nach oben drücken <Gewichte stemmen> 2 etwas / sich irgendwohin stemmen etwas / sich (meist mit viel Kraft) gegen etwas drücken: sich gegen die Tür… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Stemmen — Infobox Ort in Deutschland Name = Stemmen Wappen = Wappen Stemmen.gif lat deg = 53 |lat min = 13 |lat sec = 0 lon deg = 09 |lon min = 33 |lon sec = 00 Lageplan = Bundesland = Niedersachsen Landkreis = Rotenburg (Wümme) Samtgemeinde = Fintel Höhe … Wikipedia