-
1 kous
♦voorbeelden:kousen stoppen • darn socksop (zijn) kousen lopen • walk in one's stocking feetmet de kous op de kop thuiskomen • come away with a flea in one's ear -
2 kous
n. stocking, hose, thimble -
3 kous
• sleeve• tubing -
4 afgezakte kous
afgezakte kous -
5 daarmee is de kous af
daarmee is de kous afVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > daarmee is de kous af
-
6 de kous op de kop krijgen
de kous op de kop krijgenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de kous op de kop krijgen
-
7 een ladder in je kous
een ladder in je kousVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ladder in je kous
-
8 het naadje van de kous willen weten
want to know what's what, want to know all the ins and outsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het naadje van de kous willen weten
-
9 met de kous op de kop thuiskomen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met de kous op de kop thuiskomen
-
10 been
2 [lichaamsdeel met betrekking tot een dier] leg3 [bot; stof waaruit botten bestaan] bone5 [met betrekking tot een kous; met betrekking tot een voorwerp] leg♦voorbeelden:een houten been • a wooden legop het verkeerde been gezet worden • 〈 sport〉 be wrong-footed; 〈 figuurlijk〉 be misled; 〈informeel; figuurlijk〉 be sent barking up the wrong treehij brak zijn been • he broke his legde benen strekken • stretch one's legsmet de benen over elkaar • with one's legs crosseder was veel volk op de been • a great many people were aboutik kan niet meer op mijn benen staan • I can't keep on my feet any longereen leger op de been brengen • raise an armyop de been blijven • remain on one's feetweer op de been zijn • be up and about (again)hij is al de hele dag op de been • he's been on his feet all daystevig op zijn benen staan • be steady on one's legsgoed ter been zijn • be a good walkerzich de benen uit het lijf lopen • run one's legs off〈 spreekwoord〉 het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen • it is no easy matter to bear prosperity decently -
11 ladder
-
12 naadje
♦voorbeelden:¶ het naadje van de kous willen weten • want to know what's what, want to know all the ins and outs -
13 omslag
-
14 schacht
1 [kokervormige toegang] shaft3 [plantkunde] stem4 [deel van een laars/kous] leg5 [Algemeen Zuid-Nederlands, studenten(taal), soldaten(taal)] 〈 studenten(taal)〉 freshman; 〈 soldaten(taal)〉 rookie♦voorbeelden: -
15 sok
I 〈 de (mannelijk)〉1 [uiteinde van een buis] socketII 〈de〉1 [kous] sock2 [sukkel] twerp, twirp3 [deel van de poot] stocking♦voorbeelden:op zijn sokken • in one's socks/stocking(ed) feet¶ iemand van de sokken rijden • bowl/knock someone overvan de sokken gaan • pass out -
16 voet
1 [lichaamsdeel; deel van een kous] foot3 [versvoet; lengtemaat] foot5 [afdruksel] footprint♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 op staande voet • at once, on the spot; 〈 met betrekking tot verleden ook〉 then and there〈 figuurlijk〉 ergens (vaste) voet krijgen • gain a (firm) foothold somewhere, obtain a firm footingde voeten vegen • wipe one's feet〈 figuurlijk〉 iemand de voet dwars zetten • put a spoke in someone's wheel, thwart/frustrate someonevoet aan wal zetten • set foot ashoreiemand op de voet volgen • follow in someone's footsteps〈 figuurlijk〉 de gebeurtenissen/de ontwikkelingen op de voet volgen • 〈 bijhouden〉 keep (a close) track of events/developmentste voet gaan • walk, go on footnog goed uit de voeten kunnen • still be steady on one's legsvoor de voet(en) weg • off-handiemand voor de voeten lopen • 〈 figuurlijk〉 hamper someone, get under someone's feetvoet(je) voor voet(je) • step by stepde zieke kan geen voet verzetten • the patient is too weak to movegeen voet buiten de deur zetten • not set foot outside the doorik zet daar geen voet meer in huis • I won't ever set foot in that house again〈 figuurlijk〉 geen voet aan de grond krijgen • have no success, make no headway2 de voet van een glas • the stem/base of a glassde voet van een zuil/lamp • the base of a column/lampop gelijke voet met elkaar omgaan • be on an equal footingop gespannen voet staan met iemand • be at odds with someonezij staan op goede/vriendschappelijke voet met elkaar • they are on good/friendly terms (with each other)op grote voet leven • live in (great) styleop te grote voet leven • live beyond one's meansop vertrouwelijke voet staan met iemand • be on familiar terms with someonede zaken op dezelfde voet voortzetten • continue business (on the same footing) as beforeop voet van oorlog leven • be on a war footingop voet van gelijkheid • on equal terms -
17 zool
1 [vlak van de voet/van een schoen, deel van een kous] sole2 [inlegstuk] insole♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 de zolen van zijn schoenen lopen • walk one's feet off; 〈 figuurlijk〉 try one's hardest2 losse/vilten zolen • extra/felt insoles
См. также в других словарях:
Kous — Kous, das alte Apollinopolis parva, kleine Handelsstadt in Oberägypten; nahe daran die Ruinen des alten Theben … Pierer's Universal-Lexikon
Kous — [ kuːs], Stadt in Oberägypten, Kus … Universal-Lexikon
kous — am·phe·rot·o·kous; ar·rhe·not·o·kous; deu·ter·ot·o·kous; dit·o·kous; the·lyt·o·kous; to·kous; sou·kous; at·o·kous; epit·o·kous; kous; thel·y·ot·o·kous; … English syllables
kous- — To hear. Oldest form *ə₂kous . 1. a. hear, from Old English hīeran, to hear; b. hearken, from Old English he(o)rcnian, to harken. Both a and b from Germanic *hauzjan; 2. Suffixed form *əkous yo … Universalium
kouş — kovuk, içi boş olan … Çağatay Osmanlı Sözlük
Kous — Aksyon de moun, de bèt ou byen plizyè ki ap kouri pou wè kiyès ki ap rive yon kote anvan … Definisyon 2500 mo Kreyòl
kous — kowsu … Woordenlijst Sranan
kous — I. noun see kouse I II. noun see kouse II … Useful english dictionary
Koussevitzky,Sergei Aleksandrovich — Kous·se·vitz·ky (ko͞o sə vĭtʹskē), Sergei Aleksandrovich. Known as “Serge.” 1874 1951. Russian born American conductor of the Boston Symphony Orchestra (1924 1949) noted for his support of contemporary composers. * * * … Universalium
Koussevitzky — Kous•se•vitz•ky [[t]ˌku səˈvɪt ski[/t]] n. big Serge (sârzh, sûrj), (Sergei Alexandrovich Kusevitsky), 1874–1951, Russian conductor in the U.S … From formal English to slang
o — abi·o·log·i·cal; ab·o·li·tion; ab·o·li·tion·ary; ab·o·li·tion·dom; ab·o·li·tion·ism; ab·o·li·tion·ist; ab·o·li·tion·ize; ab·o·ma·sal; ab·o·ma·sum; ac·an·thol·o·gy; ac·an·thop·o·dous; acar·i·dol·o·gist; ac·a·ri·nol·o·gy; acar·i·o·sis;… … English syllables