-
81 beat
adj. verslagen, geklopt--------n. slag; ritme; klop; gong; weg--------v. slaan; smeden; verslaan, overwinnenbeat1[ bie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slag2 (vaste) ronde/route 〈 voornamelijk van politieagent〉5 klop/drijfjacht♦voorbeelden:be on one's beat • zijn ronde doen————————beat21 slaan ⇒ bonzen, beuken; woeden; kloppen 〈 van hart, bloed〉; trommelen; tikken 〈 van klok〉; fladderen 〈 van vleugel〉2 een klop/drijfjacht houdenII 〈 overgankelijk werkwoord〉6 afzoeken♦voorbeelden:the recipe to beat all recipes • het recept dat alles slaatbeat flat • platslaanbeat back • terugslaan/drijvenbeat the door in • de deur intrappenbeat someone's head in • iemand de hersens inslaanbeat something into someone's head • iemand iets inhameren〈 informeel〉 can you beat that? • heb je ooit zoiets gehoord/gezien?he beat me to it • hij was me voor -
82 clap
n. ontploffings geluid; handen geklap--------v. handen klappen; kloppen; snel wegwerpenclap1[ klæp]1 klap ⇒ slag, tik, applaus♦voorbeelden:————————clap2〈 clapped〉1 klappen ⇒ slaan, kloppenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (stevig) plaatsen ⇒ zetten, planten, poten2 slaan3 klappen in/met ⇒ slaan in♦voorbeelden:clap someone in jail • iemand achter de tralies zettenthe bird clapped its wings • de vogel klapwiekteclap handcuffs on someone • iemand in boeien slaanclap eyes on someone • iemand te zien krijgen -
83 dab
n. aanraking; klop, lichte slag; een klein beetje; weinig; "specialist"; een soort vis--------v. licht kloppen, licht aanraken; licht inwrijvendab1[ dæb] 〈meervoud: in betekenis I 0.4 ook dab〉2 lik(je) ⇒ kwast(je), hoopje♦voorbeelden:2 a dab of paint/butter • een likje verf/boter————————dab2〈 dabbed〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 dab on • (zachtjes) aan/opbrengen -
84 palpitate
v. bonzen, kloppen (van een hart); beven[ pælpitteet]♦voorbeelden: -
85 pat
adj. passend--------adv. onmiddelijk; is niet uitstelbaar--------n. klopje--------v. tikken op, (zachtjes) kloppen oppat1[ pæt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 klopje♦voorbeelden:give oneself a pat on the back • zichzelf feliciteren————————pat21 passend3 paraat♦voorbeelden:————————pat3〈 patted〉1 tikkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tikken op ⇒ (zachtjes) kloppen op, aaien♦voorbeelden:————————pat4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:3 have/know something (off) pat • iets uit het hoofd/op zijn duimpje kennen -
86 pulsate
-
87 pulse
-
88 rap out
rap out♦voorbeelden: -
89 slap
adv. pardoes, regelrecht in, recht opaan (slang)--------n. klap, draai om de oren; klopje--------v. slaan; kloppen; stotenslap1[ slæp] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:〈informeel; figuurlijk〉 slap on the wrist • vermaning, lichte straf————————slap2〈 slapped〉♦voorbeelden:1 smakken ⇒ smijten, kwakken♦voorbeelden:————————slap3〈 bijwoord〉 -
90 tally
-
91 tie up
stilstand (i.h.b.van werk), staking; (verkeers)opstopping, oponthoud; touwtje, lint, bandtie up4 kloppen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vastbinden ⇒ ver/dichtbinden3 (druk) bezig houden ⇒ ophouden; stopzetten4 vastzetten/leggen 〈 geld〉♦voorbeelden:3 be tied up • bezet/druk bezig zijn -
92 whip
n. zweep; zweepslag; striem; slagroom; schuim, eierschuim; verkiezings oproep; het verzamelen van jachthonden; molenwiek, rijs, twijg--------v. met de zweep slaan; slaan; doen schuimen; klappen krijgen; snelle beweging; verzamelen; verlies lijden; vissen; bindenwhip1[ wip] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zweep ⇒ karwats, gesel♦voorbeelden:→ fair fair/————————whip2〈 whipped〉1 snel bewegen/doen ⇒ snellen, schieten♦voorbeelden:whip up • snel oppakken; snel in elkaar draaien/flansenhe whipped round the corner • hij schoot de hoek omII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 afvissen♦voorbeelden:he whipped up his audience • hij zweepte zijn toehoorders op -
93 whisk
n. kwast, borstel; garde, (eier)klopper; vlugge beweging--------v. vegen, afborstelen, stoffen; snel bewegen; met een vaartje vervoeren (rijden); wippen; kloppen; met een vaartje rijden, suizen, stuivenwhisk1[ wisk] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kwast ⇒ plumeau, borstel3 vlugge beweging ⇒ zwaai, zwiep————————whisk2〈 werkwoord〉 -
94 battage
battage [baataazĵ]〈m.〉1 (het) slaan ⇒ (het) (uit)kloppen, (het) dorsen, (het) karnen, (het) heien2 schreeuwerige reclame ⇒ koude drukte, tamtam♦voorbeelden:m1) (het) (plat)slaan, (uit)kloppen, dorsen, heien -
95 battre
battre [baatr]♦voorbeelden:le coeur lui bat • zijn hart bonstla porte bat • de deur kleppertle tambour bat • de trommel wordt geroerdla pluie bat contre les vitres • de regen klettert tegen de ruitenbattre des cils, des paupières • met de ogen knipperenle public bat des mains • het publiek klapt in de handenl'oiseau battait des ailes • de vogel klapwiektebattre du tambour • de trommel slaanson coeur bat pour cette jeune fille • zijn hart behoort dat meisje toeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 slaan ⇒ slaag geven, aframmelen2 verslaan ⇒ overwinnen, bedwingen3 slaan (op, tegen) ⇒ bewerken, kloppen♦voorbeelden:battre qn. avec ses propres armes • iemand met zijn eigen wapenen bestrijdenbattre un record • een record brekenbattre le blé • graan dorsen〈 sport en spel〉 battre les cartes • de kaarten schudden, wassenbattre le fer • ijzer hameren, (koud) smedenbattre monnaie • munten slaanbattre un tapis • een kleed uitkloppenbattre froid à qn. • iemand ijzig behandelen1 vechten ⇒ twisten, ruzie maken♦voorbeelden:se battre avec un problème • met een probleem worstelense battre pour, contre qc. • voor, tegen iets strijden→ oeilje pourrais me battre • ik kan mezelf wel een klap geven1. v2) kloppen3) aframmelen4) verslaan, overwinnen2. se battrev1) vechten, ruzie maken -
96 fouetter
fouetter [foe.ettee]→ queueII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 met de zweep slaan ⇒ (op)zwepen, voortzwepen2 geselen ⇒ kastijden, met de roede slaan3 kloppen ⇒ klutsen, slaan5 aansporen ⇒ prikkelen, opwekken, aanwakkeren♦voorbeelden:→ chatv1) kletteren, slaan2) stinken3) 'm knijpen4) (op)zwepen5) kastijden, geselen6) kloppen7) aansporen -
97 стучать в дверь
vgener. aan de deur kloppen, op de deur kloppen -
98 bonzen
1 [beuken] frapper dur2 [botsen] se cogner (à, contre)3 [onstuimig kloppen] battre (à tout rompre)♦voorbeelden:2 tegen iemand aan bonzen • se cogner à qn.II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [hevig kloppen, slaan] frapper violemment♦voorbeelden:1 iemand wakker bonzen • frapper bruyamment à la porte de qn. pour le réveiller -
99 bonzen
2 [botsen] bump/crash (against/into)3 [onstuimig kloppen] pound♦voorbeelden:2 tegen iemand aan bonzen • bump/crash into someoneII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
100 slagroom
♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
kloppen — kloppen: I.kloppen:⇨schlagen(I,1) II.kloppen,sich:⇨schlagen(II,1) … Das Wörterbuch der Synonyme
kloppen — Vsw klopfen … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
kloppen — ↑ klopfen … Das Herkunftswörterbuch
kloppen — prügeln; dreschen (umgangssprachlich); schlagen; boxen; hauen * * * klọp|pen 〈V. tr.; hat; mdt.; norddt.〉 1. etwas (in etwas) kloppen schlagen, hauen, klopfen 2. jmdn. od. sich kloppen … Universal-Lexikon
kloppen — klọp|pen (norddeutsch, mitteldeutsch für klopfen, schlagen); sich kloppen … Die deutsche Rechtschreibung
kloppen — kloppentr 1.klopfen,prügeln.NiederdundmitteldFormvonhd»klopfen«.1300ff. 2.intr=betteln.⇨klopfen5.Seitdem19.Jh … Wörterbuch der deutschen Umgangssprache
kloppen — klopu … Woordenlijst Sranan
Pinneken kloppen — Pinneken kloppen, auch Pennchen kloppen, (Plattdeutsch für ‚Stöckchen schlagen‘) ist ein ehemals sehr beliebtes Straßenspiel aus dem Ruhrgebiet, das in anderen Regionen auch unter Bezeichnungen wie Stockschlagen, Holzpinn schlagen, Klippchen… … Deutsch Wikipedia
Griffe kloppen \(seltener auch: klopfen\) — Der Ausdruck stammt aus der Soldatensprache und bedeutet, mit dem Gewehr exerzieren, Gewehrgriffe üben: Die Rekruten mussten in glühender Hitze Griffe kloppen … Universal-Lexikon
(Große) Sprüche machen \(oder: kloppen\) — [Große] Sprüche machen (oder: kloppen) Die Fügung wird umgangssprachlich abwertend gebraucht um auszudrücken, dass sich jemand in großtönenden Worten äußert, hinter denen nicht viel steckt: Kann dein Freund auch noch was anderes außer Sprüche… … Universal-Lexikon
Solveig Kloppen — (born June 10, 1971) is a Norwegian journalist, actress and TV hostess.She is best known as hostess for Idol , the Norwegian version of Pop Idol. She grew up in Vik in Sogn and at Jessheim … Wikipedia