-
1 den Boden unter den Füßen verlieren
den Boden unter den Füßen verlierenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > den Boden unter den Füßen verlieren
-
2 den Boden aussaugen
-
3 den Boden scharren
over de grond schrapen, krabben -
4 jemandem den Boden unter den Füßen wegziehen
jemandem den Boden unter den Füßen wegziehende poten onder iemand af-, wegzagenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem den Boden unter den Füßen wegziehen
-
5 das schlägt dem Fass den Boden aus
das schlägt dem Fass den Boden aus!dat is het toppunt, nu is de maat vol!Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > das schlägt dem Fass den Boden aus
-
6 dem Verdacht den Boden entziehen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > dem Verdacht den Boden entziehen
-
7 eine Spur in den Boden eindrücken
eine Spur in den Boden eindrückenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Spur in den Boden eindrücken
-
8 Boden
Boden〈m.; Bodens, Böden〉♦voorbeelden:Boden gewinnen • veld, terrein winnenBoden gut-, wettmachen • terrein herwinnen, terugkomenan Boden verlieren • terrein verliezendem Verdacht den Boden entziehen • alle reden tot verdenking wegnemenetwas dem Boden gleichmachen • iets met de grond gelijkmakenam Boden zerstört sein • totaal op zijnauf dem Boden der Tatsachen stehen • (a) zich aan de feiten houden; (b) met beide benen op de grond blijvenjemandem den Boden unter den Füßen wegziehen • de poten onder iemand af-, wegzagenzu Boden gehen • tegen de grond, vlakte gaandie Augen zu Boden schlagen • de ogen neerslaan -
9 Fass
〈o.; Fasses, Fässer〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 das schlägt dem Fass den Boden aus! • dat is het toppunt, nu is de maat vol! -
10 aussaugen
-
11 eindrücken
-
12 scharren
-
13 Grund
〈m.; Grund(e)s, Gründe〉2 grond, bodem4 fond, onder-, achtergrond6 〈verouderd; formeel〉(diepste punt van een) dal, laagte♦voorbeelden:es gibt nicht den geringsten, keinen Grund dazu • daar bestaat, is niet de geringste aanleiding toeer hat wenig Grund, sich zu freuen • er is weinig reden voor hem om zich te verheugendas hat schon seine Gründe • daar zijn goede redenen voorauf Grund, aufgrund Ihres Schreibens • naar aanleiding van uw schrijvenaus diesem Grund(e) • om deze redenaus, mit gutem Grund • met reden, terecht, op goede grondendafür gibt es keine Gründe • daar zijn geen redenen, termen voor aanwezig(allen) Grund für eine Sache, zu einer Sache haben • (alle) reden tot iets hebbenseinen Grund in einer Sache haben • zijn oorzaak in iets vindenohne jeden Grund • zonder enige redenohne ersichtlichen Grund • zonder (duidelijk) aanwijsbare oorzaakGründe für und wider • argumenten voor en tegen2 (keinen) Grund (unter den Füßen) haben • (geen) vaste grond, bodem onder de voeten hebbendas Schiff ist auf Grund gelaufen • het schip is aan de grond gelopen3 den Grund (zu einer Sache) legen • het fundament (voor iets) leggen; 〈 ook figuurlijk〉 de grondslag (voor iets) leggenauf Grund, aufgrund 〈 met 2e naamval〉 • op grond, basis van, naar aanleiding van, krachtenseiner Sache auf den Grund gehen • een zaak grondig onderzoeken, nagaanein Gebäude bis auf den Grund abreißen, zerstören • een gebouw met de grond gelijkmakenim Grunde (genommen) • in de grond van de zaakvon Grund auf, aus • door en doorjemanden in Grund und Boden reden • (a) iemand onder de tafel praten; (b) iemand niet aan het woord latensich in Grund und Boden schämen • zich doodschamenetwas in Grund und Boden schießen • iets platschieten, in puin schieten -
14 an
an1〈voorzetsel + 3,4〉1 aan, op ⇒ (tot) bij, tegen2 op ⇒ in, met♦voorbeelden:am Fenster stehen • bij het raam staanjemanden an der, die Hand nehmen • iemand bij de hand nemenFrankfurt am Main • Frankfurt aan de Mainan Ort und Stelle • ter plaatseetwas an seinen Platz stellen • iets op zijn plaats zettensich an den Schrank lehnen • tegen de kast leunenan jener Stelle • op die plaatsetwas an die Tafel schreiben • iets op het bord schrijvensich an den Tisch setzen • aan tafel plaatsnemender Ort, an dem er wohnte • de plaats waar hij woondebis an den Rhein • tot aan de Rijnam Ufer entlang gehen • langs de oever gaan, lopenan … vorbei, vorüber • langs … heener ging an mir vorbei, vorüber • hij passeerde mijam Ende des Jahres • aan, op het einde van het jaaram Montag • op maandag, 's maandagsam 2. Juni • op 2 juni, de tweede junian Ostern • met Pasenein Schreiben an mich • een schrijven aan mij (gericht)der Tag, an dem es geschah • de dag waarop dat gebeurdebis an seinen letzten Tag • tot de laatste dag toe5 Mangel, Überfluss an Rohstoffen • gebrek, overvloed aan grondstoffenarm, reich an Nährstoffen • arm, rijk aan voedingsstoffengesund an Leib und Seele • gezond naar lichaam en ziel6 an Krücken gehen • met, op krukken lopenKopf an Kopf stehen • op elkaar gepakt staanTür an Tür wohnen • naast elkaar wonenam besten, meisten, schönsten • het best, het meest, het mooist, op zijn mooistetwas an sich 〈 3e naamval〉 haben • iets als typische eigenschap hebben, iets over zich hebbenan sich halten • zich beheersenes ist nichts an dem • het klopt niet, daar is niets van aanjetzt ist es an dir, zu handeln • nu is het jouw beurt, taak te handelenan dem Roman ist nicht viel (dran) • die roman is niet veel zaaksdas Haus an sich ist schön • het huis op zichzelf is mooian (und für) sich hat er Recht • in de grond, eigenlijk heeft hij gelijk————————an2〈 bijwoord〉4 〈 bij telwoorden〉ongeveer, circa♦voorbeelden:1 Scheinwerfer an! • lichten aan!an sein • aan zijn, aan staan, ingeschakeld zijn3 an Köln, Köln an: 13.20 • aankomst in Keulen: 13.20von Anfang an • vanaf het beginvon Jugend, Kindheit an • van kindsbeen af -
15 aufnehmen
aufnehmen♦voorbeelden:die Küche aufnehmen • de keuken dweilenMaschen aufnehmen • steken opnemenein Kind auf den Arm aufnehmen • een kind op de arm nemenetwas vom Boden aufnehmen • iets van de grond oprapen2 eine Arbeit aufnehmen • een werk opnemen, beginnenden Kampf aufnehmen • de strijd aanbindendie Verfolgung aufnehmen • de achtervolging inzetten8 eine Anleihe aufnehmen • een lening aangaan, sluitender Film wurde mit Begeisterung vom Publikum aufgenommen • het publiek reageerde enthousiast op de filmein Protokoll aufnehmen • een proces-verbaal opmakeneinen Unfall aufnehmen • een ongeval protocolleren -
16 aufkommen
-
17 aufheben
aufheben♦voorbeelden:2 den Arm, die Hand aufheben • de arm, de hand opsteken3 bei jemandem gut, schlecht aufgehoben sein • bij iemand in goede, slechte handen zijnjemandem etwas zum Aufheben geben • iemand iets geven om het te bewarendie Sitzung, die Versammlung aufheben • de zitting, de vergadering opheffen, schorseneins hebt das andere nicht auf • het een sluit het andere niet uit¶ 〈 spreekwoord〉 aufgeschoben ist nicht aufgehoben • uitstel is geen afstel; wat in het vat is, verzuurt niet♦voorbeelden: -
18 fallen
fallen7 ten deel, te beurt vallen♦voorbeelden:1 einen Plan fallen lassen • een plan laten varen, opgeven〈 figuurlijk〉 jemanden fallen lassen • iemand laten vallen, iemand niet langer steunenüber etwas, jemanden kein Wort fallen • over iets, iemand met geen woord reppendas Haar fiel ihr bis auf die Schultern • haar haar viel tot op haar schoudersim Fallen • al vallendeinem Pferd in die Zügel fallen • een paard bij de teugels grijpendas fällt unter das neue Gesetz • dat valt onder de nieuwe wetsich zu Tode fallen • doodvallenim Preis fallen • in prijs dalendie meiste Arbeit fiel auf ihn • hij kreeg het meeste werk te verrichten〈 spreekwoord〉 wenn das Kind in den Brunnen gefallen ist, deckt man ihn zu • als het kalf verdronken is, dempt men de put〈 spreekwoord〉 wer andern eine Grube gräbt, fällt selbst hinein • wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in -
19 frieren
frieren♦voorbeelden:ich friere • ik heb het koudleicht frieren • het gauw koud hebbenich friere an den Händen • ik heb (ijs)koude handenII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
20 reißen
reißen♦voorbeelden:1 das reißt ins Geld • dat hakt erin, dat loopt in de papierenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:in den Abgrund reißen • in de afgrond sleurenjemanden zu Boden reißen • iemand tegen de grond smijtendie Latte reißen • de lat eraf springen, raken
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Den Boden für jemanden \(oder: etwas\) vorbereiten — Den Boden für jemanden (oder: etwas) vorbereiten; einen guten (oder: günstigen) Boden für etwas [vor]finden Die Wendung »den Boden für jemanden oder etwas vorbereiten« besagt, dass günstige Bedingungen oder Voraussetzungen für eine Person oder… … Universal-Lexikon
den Boden unter den Füßen schwinden lassen — den Boden unter den Füßen schwinden lassen … Deutsch Wörterbuch
den Boden unter den Füßen verlieren — Jemandem den Boden unter den Füßen wegziehen; einer Sache den Boden entziehen; den Boden unter den Füßen verlieren Wer jemandem den Boden unter den Füßen wegzieht, beraubt ihn seiner Existenzgrundlage: Durch die Supermärkte wird immer mehr… … Universal-Lexikon
Jemandem den Boden unter den Füßen wegziehen — Jemandem den Boden unter den Füßen wegziehen; einer Sache den Boden entziehen; den Boden unter den Füßen verlieren Wer jemandem den Boden unter den Füßen wegzieht, beraubt ihn seiner Existenzgrundlage: Durch die Supermärkte wird immer mehr… … Universal-Lexikon
einer Sache den Boden entziehen — Jemandem den Boden unter den Füßen wegziehen; einer Sache den Boden entziehen; den Boden unter den Füßen verlieren Wer jemandem den Boden unter den Füßen wegzieht, beraubt ihn seiner Existenzgrundlage: Durch die Supermärkte wird immer mehr… … Universal-Lexikon
Kontrollierter Flug in den Boden — Der Ausdruck Kontrollierter Flug in den Boden oder auch Kontrollierter Flug ins Gelände (englisch: CFIT, Controlled Flight Into Terrain) ist der Fachausdruck für den Absturz eines zum Zeitpunkt des Unfalls voll flugtauglichen und kontrollierbaren … Deutsch Wikipedia
Einer Sache den Boden entziehen — Wer einer Sache oder Behauptung den Boden entzieht, beraubt sie ihrer Grundlage und entkräftet sie: Mit dieser Erklärung hat die Regierung allen Gerüchten den Boden entzogen. Das Auftreten des Diktators in der Öffentlichkeit entzog allen… … Universal-Lexikon
Dich \(auch: den\) hau ich ungespitzt in den Boden! — Diese umgangssprachliche Redensart ist als Drohrede zu verstehen: Der soll nur kommen, der Angeber, den hau ich ungespitzt in den Boden. Wenn du noch einmal meiner Frau nachpfeifst, hau ich dich ungespitzt in den Boden! … Universal-Lexikon
Das schlägt dem Fass den Boden aus \(scherzhaft entstellt auch: die Krone ins Gesicht\) — In der scherzhaften Abwandlung »das schlägt dem Fass die Krone ins Gesicht« ist die umgangssprachliche Redensart mit zwei bedeutungsähnlichen Wendungen verschmolzen worden: mit »etwas setzt einer Sache die Krone auf«, d. h., es ist an Frechheit … Universal-Lexikon
dem Fass den Boden ausschlagen — [Redensart] Auch: • einer Sache die Krone aufsetzen • die Höhe sein Bsp.: • Hat er wirklich gesagt, dass er eine Entschuldigung von mir erwartet? Das schlägt dem Fass den Boden aus! • Jetzt sagen die Leute von der Versicherung, dass sie für den… … Deutsch Wörterbuch
den Boden bereiten — vorbereiten; präparieren; rüsten … Universal-Lexikon