-
1 Grund
〈m.; Grund(e)s, Gründe〉2 grond, bodem4 fond, onder-, achtergrond6 〈verouderd; formeel〉(diepste punt van een) dal, laagte♦voorbeelden:es gibt nicht den geringsten, keinen Grund dazu • daar bestaat, is niet de geringste aanleiding toeer hat wenig Grund, sich zu freuen • er is weinig reden voor hem om zich te verheugendas hat schon seine Gründe • daar zijn goede redenen voorauf Grund, aufgrund Ihres Schreibens • naar aanleiding van uw schrijvenaus diesem Grund(e) • om deze redenaus, mit gutem Grund • met reden, terecht, op goede grondendafür gibt es keine Gründe • daar zijn geen redenen, termen voor aanwezig(allen) Grund für eine Sache, zu einer Sache haben • (alle) reden tot iets hebbenseinen Grund in einer Sache haben • zijn oorzaak in iets vindenohne jeden Grund • zonder enige redenohne ersichtlichen Grund • zonder (duidelijk) aanwijsbare oorzaakGründe für und wider • argumenten voor en tegen2 (keinen) Grund (unter den Füßen) haben • (geen) vaste grond, bodem onder de voeten hebbendas Schiff ist auf Grund gelaufen • het schip is aan de grond gelopen3 den Grund (zu einer Sache) legen • het fundament (voor iets) leggen; 〈 ook figuurlijk〉 de grondslag (voor iets) leggenauf Grund, aufgrund 〈 met 2e naamval〉 • op grond, basis van, naar aanleiding van, krachtenseiner Sache auf den Grund gehen • een zaak grondig onderzoeken, nagaanein Gebäude bis auf den Grund abreißen, zerstören • een gebouw met de grond gelijkmakenim Grunde (genommen) • in de grond van de zaakvon Grund auf, aus • door en doorjemanden in Grund und Boden reden • (a) iemand onder de tafel praten; (b) iemand niet aan het woord latensich in Grund und Boden schämen • zich doodschamenetwas in Grund und Boden schießen • iets platschieten, in puin schieten -
2 Boden
Boden〈m.; Bodens, Böden〉♦voorbeelden:Boden gewinnen • veld, terrein winnenBoden gut-, wettmachen • terrein herwinnen, terugkomenan Boden verlieren • terrein verliezendem Verdacht den Boden entziehen • alle reden tot verdenking wegnemenetwas dem Boden gleichmachen • iets met de grond gelijkmakenam Boden zerstört sein • totaal op zijnauf dem Boden der Tatsachen stehen • (a) zich aan de feiten houden; (b) met beide benen op de grond blijvenjemandem den Boden unter den Füßen wegziehen • de poten onder iemand af-, wegzagenzu Boden gehen • tegen de grond, vlakte gaandie Augen zu Boden schlagen • de ogen neerslaan -
3 Erde
Erde〈v.; Erde, Erden〉♦voorbeelden:1 〈 religie〉 du bist Erde und sollst zu Erde werden • gij zijt stof, en tot stof zult gij wederkerenetwas aus der Erde stampfen • iets uit de grond stampen〈 informeel〉 jemanden unter die Erde bringen • (a) een nagel aan iemands doodskist zijn; (b) iemand onder de grond stoppenzu ebener Erde • op de begane grond -
4 Scholle
Scholle〈v.; Scholle, Schollen〉2 (ijs)schots, ijsschol♦voorbeelden:3 die heimatliche, heimische Scholle • de geboortegrond, de vaderlandse grondauf eigener Scholle • op zijn eigen stukje grond wonen -
5 landen
landen2 〈 figuurlijk〉belanden, terechtkomen♦voorbeelden:2 an einem Ort landen • in een plaats verzeild raken, belandendas Auto landete an einer Mauer • de auto belandde tegen een muurII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aan land zetten, ontschepen ⇒ neerlaten, aan wal brengen♦voorbeelden:Passagiere landen • passagiers aan land zetten -
6 Erdboden
-
7 Freiland
-
8 Land
〈o.; Landes, Länder〉4 land, (aard)bodem ⇒ veld, grond6 〈meervoud Lande; verouderd; formeel〉(land)streek, gewest♦voorbeelden:das Gelobte Land • het Beloofde Landsich außer Landes befinden • in het buitenland vertoeven, zijnwieder im Lande sein • weer terug zijndort zu Lande • (daar) in dat landhier zu Lande • hier te lande, hier bij ons〈 spreekwoord〉 bleibe im Lande und nähre dich redlich • oost west, thuis bestdas ist Sache der Länder • dat ligt bij de deelstaten〈 figuurlijk〉 wen hast du dir an Land gezogen? • wie heb jij ingepalmd, op sleeptouw genomen?〈 figuurlijk〉 etwas an Land ziehen • iets inpikken, inpalmenzu Lande • te landdas freie Land • het open land(schap)das weite Land • het uitgestrekte land(schap)5 aufs Land ziehen • naar het platteland verhuizen, buiten gaan wonenüber Land fahren • door, over de dorpen rijden -
9 Söller
Söller〈m.; Söllers, Söller〉 -
10 Tiefbau
Tiefbau〈m.; meervoud Tiefbaue of Tiefbauten〉1 het bouwen op of onder de grond ⇒ weg- en waterbouw, wegenbouw; tunnelbouw; riolering4 〈meervoud Tiefbaue; mijnwezen〉mijn, groeve -
11 abheben
abhebenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 zich aftekenen ⇒ afsteken, zich onderscheiden♦voorbeelden: -
12 an
an1〈voorzetsel + 3,4〉1 aan, op ⇒ (tot) bij, tegen2 op ⇒ in, met♦voorbeelden:am Fenster stehen • bij het raam staanjemanden an der, die Hand nehmen • iemand bij de hand nemenFrankfurt am Main • Frankfurt aan de Mainan Ort und Stelle • ter plaatseetwas an seinen Platz stellen • iets op zijn plaats zettensich an den Schrank lehnen • tegen de kast leunenan jener Stelle • op die plaatsetwas an die Tafel schreiben • iets op het bord schrijvensich an den Tisch setzen • aan tafel plaatsnemender Ort, an dem er wohnte • de plaats waar hij woondebis an den Rhein • tot aan de Rijnam Ufer entlang gehen • langs de oever gaan, lopenan … vorbei, vorüber • langs … heener ging an mir vorbei, vorüber • hij passeerde mijam Ende des Jahres • aan, op het einde van het jaaram Montag • op maandag, 's maandagsam 2. Juni • op 2 juni, de tweede junian Ostern • met Pasenein Schreiben an mich • een schrijven aan mij (gericht)der Tag, an dem es geschah • de dag waarop dat gebeurdebis an seinen letzten Tag • tot de laatste dag toe5 Mangel, Überfluss an Rohstoffen • gebrek, overvloed aan grondstoffenarm, reich an Nährstoffen • arm, rijk aan voedingsstoffengesund an Leib und Seele • gezond naar lichaam en ziel6 an Krücken gehen • met, op krukken lopenKopf an Kopf stehen • op elkaar gepakt staanTür an Tür wohnen • naast elkaar wonenam besten, meisten, schönsten • het best, het meest, het mooist, op zijn mooistetwas an sich 〈 3e naamval〉 haben • iets als typische eigenschap hebben, iets over zich hebbenan sich halten • zich beheersenes ist nichts an dem • het klopt niet, daar is niets van aanjetzt ist es an dir, zu handeln • nu is het jouw beurt, taak te handelenan dem Roman ist nicht viel (dran) • die roman is niet veel zaaksdas Haus an sich ist schön • het huis op zichzelf is mooian (und für) sich hat er Recht • in de grond, eigenlijk heeft hij gelijk————————an2〈 bijwoord〉4 〈 bij telwoorden〉ongeveer, circa♦voorbeelden:1 Scheinwerfer an! • lichten aan!an sein • aan zijn, aan staan, ingeschakeld zijn3 an Köln, Köln an: 13.20 • aankomst in Keulen: 13.20von Anfang an • vanaf het beginvon Jugend, Kindheit an • van kindsbeen af -
13 aufgrund
aufgrund♦voorbeelden: -
14 aufsetzen
aufsetzenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 opstellen, opmaken4 op-, aanzetten ⇒ op-, aannaaien5 (neer)zetten ⇒ aan, op de grond zetten♦voorbeelden:7 ich setzte mich auf • ik ging overeind, rechtop zitten -
15 etwas dem Erdboden gleichmachen
————————Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas dem Erdboden gleichmachen
-
16 vergraben
vergraben♦voorbeelden:2 die Hände in die, den Hosentaschen vergraben • de handen in zijn broekzakken steken, stoppen -
17 Ackerboden
-
18 Areal
-
19 Atem
Atem〈m.; Atems〉2 ademhaling, het ademhalen♦voorbeelden:Atem holen, schöpfen • ademhalenjemandem den Atem verschlagen • (a) iemand de adem afsnijden; 〈 (b) figuurlijk〉 iemand sprakeloos makenaußer Atem geraten, kommen • buiten adem gerakennach Atem ringen • naar adem snakkenein schneller Atem • een snelle ademhalingin einem, im gleichen, im selben Atem • in één adem, zonder tussenpozenjemanden in Atem halten • iemand in spanning houden -
20 Baugelände
См. также в других словарях:
Grond — (called the Hammer of the Underworld) is the name of two fictional weapons from the works of J. R. R. Tolkien.LiteratureThe first Grond appears in The Silmarillion . In the First Age, Grond was the great mace of Morgoth Bauglír, the first Dark… … Wikipedia
Grond — ist der Familienname von: Erich Grond (* 19??), deutscher Mediziner und Pflegewissenschaftler Walter Grond (* 1957), österreichischer Schriftsteller Diese Seite ist eine Begriffsklärung zur Unterscheidung mehrerer mit demsel … Deutsch Wikipedia
Grond — (denominado también como El martillo de los mundos) es un objeto ficticio producto de los trabajos de J. R. R. Tolkien. En la Primera era, Grond el martillo de Morgoth, que fue utilizado como un mazo mientras luchaba contra Fingolfin. Durante la… … Enciclopedia Universal
Grond — Grond, obs. imp. of {Grind}. Chaucer. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Grond — Con la palabra Grond nos podemos referir a varias cosas diferentes: a dos objetos denominados Grond en la obra ficticia de J. R. R. Tolkien: Grond es la maza que Morgoth utilizó en la Primera Edad contra Fingolfin; y Grond es también un gran… … Wikipedia Español
Grond — Liste des armes de la Terre du Milieu Voici une liste d armes présentes dans l œuvre de J. R. R. Tolkien et dans les adaptations cinématographiques de Peter Jackson du roman Le Seigneur des Anneaux. Sommaire 1 Aeglos 2 Andúril 3 Anglachel … Wikipédia en Français
Grond — 1) (battering ram) / Grond The battering ram used against the Gate of Minas Tirith. The battering ram that breached Minas Tirith s Great Gate. The battering ram used to destroy Minas Tirith s Great Gate during the Battle of the… … J.R.R. Tolkien's Middle-earth glossary
Grond (ariete) — Para otros usos de este término, véase Grond. Grond es el nombre que dio J. R. R. Tolkien a un ariete que aparece en su novela El Señor de los Anillos, concretamente en el capítulo 4 «El sitio de Gondor» del libro quinto (tercer tomo, El retorno… … Wikipedia Español
Grond (maza) — Para otros usos de este término, véase Grond. Grond es el nombre que dio J. R. R. Tolkien a la maza de Morgoth en su novela El Silmarillion. El nombre «Grond» significa solamente «maza» o «porra».[1] Grond significa «tierra» en afrikáans, lo que … Wikipedia Español
grond — past 3rd sing of grindan … Old to modern English dictionary
grond — gron … Woordenlijst Sranan