-
1 Fass
〈o.; Fasses, Fässer〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 das schlägt dem Fass den Boden aus! • dat is het toppunt, nu is de maat vol! -
2 fass dich
fass dich!beheers je! -
3 das schlägt dem Fass den Boden aus
das schlägt dem Fass den Boden aus!dat is het toppunt, nu is de maat vol!Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > das schlägt dem Fass den Boden aus
-
4 ein Fass anzapfen
-
5 ein Fass aufmachen
-
6 ein Fass ohne Boden
ein Fass ohne Boden -
7 einen Reifen auf ein Fass treiben
einen Reifen auf ein Fass treibenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > einen Reifen auf ein Fass treiben
-
8 er ist ein richtiges Fass
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > er ist ein richtiges Fass
-
9 trinken wie ein Fass
-
10 Boden
Boden〈m.; Bodens, Böden〉♦voorbeelden:Boden gewinnen • veld, terrein winnenBoden gut-, wettmachen • terrein herwinnen, terugkomenan Boden verlieren • terrein verliezendem Verdacht den Boden entziehen • alle reden tot verdenking wegnemenetwas dem Boden gleichmachen • iets met de grond gelijkmakenam Boden zerstört sein • totaal op zijnauf dem Boden der Tatsachen stehen • (a) zich aan de feiten houden; (b) met beide benen op de grond blijvenjemandem den Boden unter den Füßen wegziehen • de poten onder iemand af-, wegzagenzu Boden gehen • tegen de grond, vlakte gaandie Augen zu Boden schlagen • de ogen neerslaan -
11 anzapfen
-
12 auffüllen
-
13 fassen
fassenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 pakken, grijpen ⇒ vat krijgen♦voorbeelden:der Wind fasst ins Segel • de wind krijgt vat in het zeilII 〈 overgankelijk werkwoord〉8 meepakken, grijpen♦voorbeelden:jemanden an, bei seiner schwachen Seite, Stelle fassen • iemand op zijn zwakke plek raken〈 figuurlijk〉 jemanden bei seiner Ehre zu fassen versuchen • op iemands eer(gevoel) proberen te werkeneinen Weg mit Bäumen fassen • een weg met bomen omzomenetwas in Worte fassen • iets onder woorden brengen7 das ist nicht zu fassen! • je houdt het niet voor mogelijk!Vertrauen zu jemandem fassen • vertrouwen in iemand krijgeneinen Vorsatz fassen • zich iets voornemenetwas ins Auge fassen • iets onder ogen zienjemanden ins Auge fassen • iemand op het oog hebben10 Angst, Entsetzen fasste mich • angst, ontzetting greep mij aan1 tot bedaren komen, zich beheersen ⇒ opnieuw zijn evenwicht vinden♦voorbeelden:1 fass dich! • beheers je! -
14 treiben
treiben♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 sich treiben lassen • zich (willoos) door de stroom laten meevoeren; 〈 ook〉 zich laten gaan〈 figuurlijk〉 wohin werden die Dinge noch treiben? • hoe zullen de zaken zich ontwikkelen?der Saft trieb ins Holz • het sap schoot in het houtdie Hefe treibt • de gist rijstII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 doen aan, uitoefenen ⇒ (be)drijven, beoefenen♦voorbeelden:1 einen Kreisel treiben • een tol zwepen, aandrijvendas Wasser treibt das Rad • het water drijft het rad (aan)man muss ihn immer treiben! • je moet steeds achter hem aan zitten!〈 onpersoonlijk werkwoord〉 es treibt mich • ik (ge)voel de behoefte, ik voel me gedrevenwas mag ihn wohl treiben? • wat mag, zou hem toch bezielen?einen Reifen auf ein Fass treiben • een hoepel om een vat slaandie Wut wurde bis zur Siedehitze getrieben • de woede steeg tot het kookpuntetwas durch ein Sieb treiben • iets door een zeef haleneinen Nagel in die Wand treiben • een spijker in de muur drijven, slaandie Preise in die Höhe, nach oben treiben • de prijzen opdrijvendas trieb ihm den Zorn ins Gesicht • hij werd rood van kwaadheid (daardoor)das Vieh ins, zu Tal treiben • het vee naar het dal drijvenDemonstranten von der Straße treiben • demonstranten van de straat af-, verjagen, verdrijvenjemanden zur Arbeit treiben • iemand aan het werk zettenjemanden zur Eile treiben • iemand tot spoed aanzettenjemanden zur Verzweiflung treiben • iemand wanhopig maken2 Gymnastik treiben • (aan) gymnastiek doen, gymmenein Handwerk treiben • een ambacht uitoefenenLuxus treiben • in grote luxe levenSpionage treiben • aan spionage doen, spionerenSport treiben • aan sport doen, sportenein Studium treiben • een studie doen, studerenVorsorge treiben • voorzorgsmaatregelen treffen3 was treibst du den ganzen Tag? • wat doe jij zoal de hele dag?was treibt ihr (denn) hier? • wat voeren, spoken jullie hier uit?so darf, kann er es nicht mehr lange treiben • zo mag, kan hij niet lang meer blijven doorgaanes wüst treiben • woest tekeergaan, (lelijk, danig) huishoudenes schlimm, übel mit jemandem treiben • iemand slecht behandelen〈 informeel〉 es mit allerhand Männern treiben • zich met allerlei mannen afgeven, inlaten
См. также в других словарях:
Fass — ( de. barrel, vat) may refer to: * Fass 57 (SIG 510), a battle rifle * FASS 90 (SIG 550), an assault rifleFass or Faß is the surname of: * Baddon Fass, a fictional character in Dark Empire and Dark Empire II * Bob Fass (born 1933), radio… … Wikipedia
Fass — Fass: Das westgerm. Substantiv mhd., ahd. vaz̧, niederl. vat, engl. vat beruht mit verwandten Wörtern in anderen idg. Sprachen auf idg. *pē̆d , *pō̆d »Gefäß, Behälter«, vgl. z. B. lit. púodas »Topf«. Aus dem germ. Sprachbereich stellt sich z. B … Das Herkunftswörterbuch
Fass — [Aufbauwortschatz (Rating 1500 3200)] Bsp.: • Sie kauften ein Fass Bier für die Party … Deutsch Wörterbuch
Fass — ↑Barrel … Das große Fremdwörterbuch
Fass — 1. Alte vass rinnen gern. – Tappius, 8a; Henisch, 1011; Petri, II, 10; Simrock, 2263a; Körte, 1294; Sailer, 193. In Bezug auf alte Leute, die gern reden und nicht gut etwas für sich behalten können. Holl.: Olde vaten leken gheern. (Tunn., 20,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Fass — Barrel; Tonne; Bottich; Gebinde * * * Fass [fas], das; es, Fässer [ fɛsɐ]: größeres, zylindrisches, oft bauchig geformtes Behältnis (aus Holz oder Metall, das der Aufnahme, Aufbewahrung meist flüssiger Substanzen, auch von Nahrungsmitteln und… … Universal-Lexikon
Fass — Drei Weinfässer zwei Fuderfässer zu 3125 und 1000 Liter und ein Stückfass zu 1400 Liter Ein Fass – auch Tonne genannt (vom lat. „Tunna“) – ist ein aus Holz, Metall oder Kunststoff hergestellter, großer, walzenförmiger (zylindrischer), eventuell… … Deutsch Wikipedia
Fass 57 — Stgw 57/Fass 57 Fass 57/SIG 510 … Wikipédia en Français
Fass — Fạss das; es, Fäs·ser; ein größerer Behälter (meist aus Holz, Metall oder Plastik) in Form eines Zylinders, in dem besonders Flüssigkeiten aufbewahrt werden: ein Fass Bier, Wein || Abbildung unter ↑Behälter || NB: als Maßangabe bleibt Fass oft… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Fass — das Fass, ä er (Mittelstufe) walzenförmiger Behälter aus Holz oder Metall, in dem z. B. Wein aufbewahrt wird Beispiele: Er ist dick wie ein Fass. Er trinkt gern Bier vom Fass … Extremes Deutsch
Fass 90 — SIG 550 SIG 550 Pays … Wikipédia en Français