-
1 ils ne sont pas gâtés!
ils ne sont pas gâtés!ze hebben ook niet veel geluk! -
2 pour être plus âgés, ils n'en sont pas plus prudents
pour être plus âgés, ils n'en sont pas plus prudentsook al zijn ze ouder, ze zijn daarom nog niet voorzichtigerDictionnaire français-néerlandais > pour être plus âgés, ils n'en sont pas plus prudents
-
3 autant
autant [ootã]〈 bijwoord〉6 〈+ bijvoeglijk naamwoord; met herhaling van ‘autant’〉zo … (als), zo …♦voorbeelden:autant de garçons que de filles • evenveel jongens als meisjesautant que possible • zoveel mogelijkétaient-ils autant qu'hier? • waren ze met evenveel als gisteren?vous, autant que vous êtes • ieder van u, stuk voor stukje ne l'ai jamais vu manger autant • ik heb hem nooit zoveel zien etenil travaille autant qu'il peut • hij werkt zoveel hij kanils sont autant que nous • zij zijn met evenveel als wijil travaille autant qu'il peut • hij werkt zoveel hij kanintelligent, il l'est autant que toi • hij is even intelligent als jijj'en souffre autant que toi • ik lijd daar evenzeer onder als jijil est modeste autant qu'habile • hij is even bescheiden als (hij) slim (is)autant dire que … • het komt erop neer dat …autant parler à un sourd • je kunt net zo goed tegen dovemansoren pratenc'est un homme mort ou autant vaut • hij is zo goed als doodautant vaut rester à la maison • je kan beter thuis blijvenfaites en autant • doe evenzoen faire autant à qn. • iemand hetzelfde behandelenje ne puis en dire autant • dat geldt niet voor mij5 je ne pensais pas qu'il aurait autant de patience • ik dacht niet dat hij zoveel geduld zou hebben6 autant il est charmant avec elle, autant il est désagréable avec nous • zo aardig (als) hij is tegen haar, zo onaangenaam doet hij tegen onsd' autant mieux que … • des te beter, naarmate …d' autant moins, plus que … • des te minder, meer omdat …d' autant plus! • daarom des te meer!pour autant • daarom (echter)il a beaucoup travaillé, il n'a pas réussi pour autant • hij heeft hard gewerkt, toch is hij niet geslaagd(pour) autant que je sache • voor zover ik weetautant qu'il est possible • voor zover mogelijk(pour) autant qu'on puisse prévoir • voor zover dat te voorzien valt→ vent -
4 pour
pour1 [poer]〈m.〉————————pour2 [poer]〈 voorzetsel〉7 wegens ⇒ vanwege, voor, om♦voorbeelden:pour le directeur • de directeur p(er) o(rder)un député pour tant d'habitants • één afgevaardigde op zoveel inwonerspour cent • percent, procentpour mille • promilleprendre qn. pour un autre • iemand voor een ander aanzienil a parlé pour moi • hij heeft namens mij gesprokenn'y être pour rien • er niets mee te maken hebbenpour rien • voor niets, voor nopêtre pour beaucoup, peu dans qc. • alles, weinig met iets te maken hebbenêtre pour (qc., qn.) • voor (iets, iemand) zijn, achter (iets, iemand) staans'accorder pour dire que • allebei, allemaal van mening zijn datce n'est pas pour dire • niet om het een of anderpour plaisanter, rire • voor de grappour le moins • op zijn minst, minstenspour tout avantage • als enige voordeelpour toute réponse • bij wijze van antwoord, als enig antwoordpasser pour • doorgaan voorse faire passer pour • zich uitgeven voorpour ainsi dire • om zo te zeggen, bij wijze van sprekenpour de bon • werkelijk, echtpour de vrai • echt, menens5 c'est pour aujourd'hui ou pour demain? • komt er nog wat van?pour toujours pour jamais • voor eens en voor altijd6 pour ma part • wat mij betreft, voor mijn partpour ce qui est de • wat betreft, wat … aangaatpour moi • wat mij betreften tout et pour tout • slechts, alles bij elkaar, hoogstenspour quoi (faire)? • waarvoor?pour autant • daarompour si peu (de chose) • om zo'n kleinigheidpour être plus âgés, ils n'en sont pas plus prudents • ook al zijn ze ouder, ze zijn daarom nog niet voorzichtigerpour que 〈+ aanvoegende wijs〉 • opdat, ompour peu que 〈+ aanvoegende wijs〉 • mits, als … maar1. m 2. prép1) voor2) om te3) als4) wat betreft5) wegens, vanwege -
5 fâché
fâché [faasĵee]1 boos ⇒ kwaad, ontstemd♦voorbeelden:ils sont fâchés • zij zijn boos op elkaar, zij hebben ruzieêtre fâché avec qn. • met iemand gebrouilleerd zijnêtre fâché contre qn. • boos op iemand zijnadjboos, kwaad -
6 gare
gare1 [gaar]〈v.〉♦voorbeelden:gare de départ • vertrekhalgare de jonction • aansluitingsstationgare terminus • eindstation, -puntgare routière • autobus- en vrachtwagenstationmettre qn. à la gare • iemand naar het station brengen¶ à la gare! • loop naar de maan!envoyer qn. à la gare • iemand afschepen, iemand er uit zetten————————gare2 [gaar]1 pas op! ⇒ let op!, kijk uit!♦voorbeelden:1 ils sont arrivés sans crier gare • ze kwamen onverwachts, zo maar binnenvallengare à toi! • wee je gebeente!gare à tes fesses! • moet je soms een pak voor de broek hebben!f1) station2) luchthaven3) aanlegplaats [schip] -
7 gâter
gâter [gaatee]1 bederven ⇒ verknoeien, laten verrotten, ontsieren♦voorbeelden:1 elle est jolie et très riche, ce qui ne gâte rien! • ze is knap en schatrijk, wat ook nooit weg is!ils ne sont pas gâtés! • ze hebben ook niet veel geluk!1 bederven ⇒ verrotten, niet goed blijven♦voorbeelden:v1) bederven, verknoeien2) verwennen -
8 nombre
nombre [nõbr]〈m.〉2 aantal ⇒ menigte, hoeveelheid3 telwoord♦voorbeelden:nombres fractionnaires décimaux • tiendelige breukenun mauvais nombre • ongeluksgetalfaire nombre • alleen maar als zaalvulling dienen; talrijk lijken; meetellenmettre au nombre des meilleurs • tot de besten rekenenle (plus) grand nombre • het merendeelje te compte au nombre de mes amis • ik reken jou tot mijn vriendennombre (de) • veelen nombre • in groten getaleils sont supérieurs en nombre • zij zijn numeriek sterkersans nombre • talloosserez-vous du nombre (des invités)? • behoort u tot de genodigden?nombre ordinal • rangtelwoord————————nombre (de)m1) getal2) menigte, hoeveelheid3) telwoord -
9 être
être1 [etr]〈m.〉♦voorbeelden:————————être2 [etr]1 zijn ⇒ afkomstig zijn (uit), deelnemen (aan), behoren (tot, aan), bezig zijn (met)2 zijn ⇒ zich bevinden, staan, zitten, liggen3 zijn ⇒ werkelijkheid zijn, bestaan, leven♦voorbeelden:1 est-ce que tu viens? • kom je?n'est-ce pas? • nietwaar?ne serait-ce qu'un moment • al is het maar een ogenblikc'est moi qui l'ai fait • ík heb dat gedaanc'est trois heures qui sonnent • het slaat drie uurc'est bien (de) lui • dat is net iets voor hem〈 informeel〉 c'est ça! • ziezo, dat is dat!voilà ce que c'est que de 〈+ onbepaalde wijs〉 • zo gaat het als, dat komt ervan alsen serez-vous? • komt u ook?ça y est • het is in orde, het is voor elkaarêtre bien, mal • zich goed, slecht voelenje suis à vous • (ik ben) tot uw dienstil est toujours à se plaindre • hij klaagt eeuwig en altijdtout est à refaire • alles moet overil n'est pas à ce qu'il fait • hij is er niet bij met zijn hoofdêtre après qn. • het op iemand begrepen hebbenle prix est de 200 francs • de prijs bedraagt 200 frankpour ce qui est de • wat betreftc'est que • dat is omdatsi ce n'était, n'était • zondersi j'étais de vous • als ik u wasavoir été voir qn. • iemand opgezocht hebbenoù en êtes-vous? • hoe ver bent u, hoe staat het met u?il n'en a rien été • er is niets van terechtgekomenvoilà ce qu'il en est • zo staat het ermeeil n'en est rien • daar is niets van waarne plus savoir où l'on en est • zich geen raad meer weteny être • thuis zijn; begrijpenje n'y suis pour personne • ik ben voor niemand te sprekenj'y suis • ik snap hetje n'y suis pour rien • ik heb daar niets mee te makencela peut être • dat is mogelijktoujours est-il que • toch, niettemin, in elk gevalun coquin s'il en est • een echte schurkainsi soit-il • het zij zoce temps heureux n'est plus • die gelukkige tijd is voorbijsoit! • het zij zo!II 〈 hulpwerkwoord〉1 zijn2 hebben3 worden♦voorbeelden:1. m1) wezen, schepsel2. v1) zijn2) hebben3) worden -
10 en
en1 [ã]1 〈vervangt een zelfstandig naamwoord (zaaknaam) voorafgegaan door ‘de’ als vast voorzetsel van werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of bijwoord〉 ervan ⇒ daarvan, erover, daarover, erop, daarop, ermee, daarmee 〈enz.〉2 〈 vervangt een zelfstandig naamwoord (zaaknaam) dat weggelaten is, of wordt gebruikt bij woorden en uitdrukkingen die hoeveelheden aangeven〉 er(van)♦voorbeelden:il prit un bâton et l'en frappa • hij pakte een stok en sloeg hem ermeeje lui en parlerai • ik zal er met hem over pratenje suis reçu au baccalauréat et j'en suis fier • ik ben voor het eindexamen (middelbare school) geslaagd en ik ben er trots opil en tirera un joli bénéfice • hij zal daar een aardig slaatje uit slaan2 combien de livres avez-vous? j'en ai plusieurs • hoeveel boeken heeft u? ik heb er verscheideneavez-vous des timbres postes? non, je n'en ai plus • heeft u ook postzegels? nee, ik heb er geen meerj'en ai • ik heb er watje n'en ai pas • ik heb er geenvoilà des fruits, prenez-en quelques-uns • hier is fruit, neem er wat van3 j'ai un coffre-fort mais j'en ai perdu la clef • ik heb een brandkast maar ik heb de sleutel ervan verloren————————en2 [ã]〈 bijwoord〉4 〈 wordt niet vertaald〉♦voorbeelden:1 elle en sort • zij komt eruit, zij komt er vandaans'en retourner • rechtsomkeert maken, teruggaanils en sont venus aux mains • ze zijn slaags geraakt————————en3 [ã]〈 voorzetsel〉1 〈 voor namen van landen, landstreken, tijd, hoedanigheid〉in ⇒ te, tijdens, per, bij 〈 blijft soms ook onvertaald〉7 aan♦voorbeelden:en mon absence • in, tijdens mijn afwezigheidteneur en alcool • alcoholgehalteen automne • in de herfstcompte en banque • bankrekeningen classe • in de klas, op schooltélévision en couleur • kleurentelevisieen croix • gekruistdocteur en droit • meester in de rechtenarbres en fleurs • bomen in bloeien France • in Frankrijken dix minutes • in tien minutenpromenade en vélo • fietstochtje, een eindje om per fietsen général • in het algemeenaller en ville • de stad ingaan, naar de stad gaanaller en voiture • per auto gaanêtre fort en mathématiques • goed in wiskunde zijnpeindre qc. en bleu • iets blauw verventraduire un texte en allemand • een tekst in het Duits vertalenil y a en lui qc. de mystérieux • hij heeft iets geheimzinnigsen moi-même, je pensais … • ik dacht bij mezelf …cela ne me concerne en rien • dat gaat mij niets aancela fait en tout deux cents francs • dat is dan in het totaal tweehonderd frankfaire les choses en grand • de zaken groots aanpakkense déguiser en arlequin • zich als clown vermommenen cercle • cirkelvormigparler en connaisseur • als een kenner pratenen ce moment • op dit ogenbliken ce monde • op deze werelden sabots • op klompenen Sicile • op Siciliëêtre en voyage • op reis zijnen arrière • naar achterenen avant • naar vorenen entrant il dit bonjour • bij het binnenkomen groette hijpauvre en matières premières • arm aan grondstoffen1. proner(van), erover, erop, etc.2. adv1) ervandaan, eruit2) daarom, erom, erdoor3) op weg3. prép1) in, te, tijdens, per, bij, naar [landen]2) als, -vormig [eigenschap]3) op [plaats, tijd]4) bij het5) tot [begin-, eindpunt]6) aan7) van [materiaal]8) over [tijd] -
11 air
air [er]〈m.〉2 wind3 uiterlijk ⇒ voorkomen, houding, manieren4 wijsje ⇒ lied, melodie, deuntje♦voorbeelden:air conditionné • airconditioningêtre libre comme l'air • zo vrij zijn als een vogeltje in de luchten plein air, au grand air • in de open luchtelle a besoin de changer d'air • ze moet er even uitdonner de l'air, mettre à l'air • luchtens'élever dans l'air, les airs • opstijgenon manque d'air ici • het is hier benauwd〈 informeel〉 avec un air de dire … • met zo'n gezicht van …, zo met een gezicht van …il y a de la bagarre dans l'air • er zit ruzie in de luchtidées dans l'air • eigentijdse ideeënbâtir en l'air • luchtkastelen bouwence sont des contes en l'air • dat is uit de lucht gegrepen〈 argot〉 s'envoyer en l'air • neuken, vrijen〈 informeel〉 envoyer, flanquer, foutre en l'air • wegdoen, -gooien, -smijtenparler en l'air • in het wilde weg pratenavoir toujours un pied en l'air • altijd druk in de weer zijn, opgewonden zijnpromesses en l'air • vage beloftenregarder en l'air • omhoog kijkenêtre une tête en l'air • verstrooid, vergeetachtig zijnavoir (un) grand air • stijl hebben, er voornaam uitzienil a un drôle d'air • hij ziet er vreemd uitil a un faux air de qn. que je connais • hij lijkt een beetje op iemand die ik kenprendre de grands airs (avec qn.) • verwaand, hooghartig zijn (jegens iemand)ça en a tout l'air • het ziet er wel naar uitavoir l'air (de) • lijken, schijnen, er uitziensans avoir l'air de rien • alsof er niets aan de hand isprendre un air • een (voorname) houding aannemenprendre des airs • een hooghartige houding aannemend' un air décidé • vastbesloten4 il en a l'air et la chanson • hij, het lijkt niet alleen zo, hij, het is ook zoairs à boire • drinkliederenairs de danse • dansliederenm1) lucht2) wind3) sfeer4) voorkomen, uiterlijk5) deuntje
См. также в других словарях:
Ils sont fous, ces Romains ! — « Ils sont fous, ces Romains ! » est une phrase récurrente de la série de bandes dessinées Astérix. Elle est souvent prononcée par Obélix, personnage qui incarne le bon sens naïf. Cette phrase montre l incompréhension d Obélix et… … Wikipédia en Français
Les gens ne sont pas tous forcément ignobles — est un téléfilm français de Bernard Murat diffusé en 1991 sur Antenne 2. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution 4 … Wikipédia en Français
Pas de calais — Pour les articles homonymes, voir Pas de Calais (homonymie). Pas de Calais Carte de localisation du pas de Calais Type … Wikipédia en Français
Pas whitworth — Pas de vis Le pas de vis, correspond à la distance relative parcourue en translation par une vis par rapport à son écrou lors d un tour complet. Par exemple, une vis avec un pas de 5 (car le pas s exprime en 1/100ème mm) avancera de 5/100ème mm… … Wikipédia en Français
Pas de printemps pour Marnie — Données clés Titre original Marnie Réalisation Alfred Hitchcock Scénario Jay Presson Allen d après le roman de Winston Graham Acteurs principaux Tippi Hedren Sean Connery Diane B … Wikipédia en Français
Pas de printemps pour marnie — Titre original Marnie Réalisation Alfred Hitchcock Acteurs principaux Tippi Hedren : Marnie Edgar Sean Connery : Mark Rutland Diane Baker : Lil Mainwaring Martin Gabel : Sidney Strutt Louise Latham: Bernice Edgar Bruce… … Wikipédia en Français
Ils ont filmé la guerre en couleur — est une série de quatre téléfilms documentaires de 90 minutes, traitant de la Seconde Guerre mondiale, et réalisés pour France 2 par René Jean Bouyer entre 2000 à 2005. Ces documentaires ont la particularité de n utiliser que des images d… … Wikipédia en Français
Ils ont filmé la guerre en couleurs — Ils ont filmé la guerre en couleur Ils ont filmé la guerre en couleur est une série de quatre téléfilms documentaires de 90 minutes, traitant de la Seconde Guerre mondiale, et réalisés pour France 2 par René Jean Bouyer entre 2000 à 2005. Ces… … Wikipédia en Français
Pas de Calais — Pour les articles homonymes, voir Pas de Calais (homonymie). Pas de Calais Carte de localisation du pas de Calais … Wikipédia en Français
Ils (film, 2006) — Pour les articles homonymes, voir Ils. Ils est un film thriller horreur français réalisé par David Moreau et Xavier Palud, sorti en 2006. Sommaire 1 Synopsis … Wikipédia en Français
Ils Se Marièrent Et Eurent Beaucoup D'enfants — Happy end Pour les articles homonymes, voir Happy end (homonymie). Le happy end est un terme d origine anglaise couramment utilisé dans la langue française pour désigner la fin heureuse d une histoire, notamment dans les films. Le happy end est… … Wikipédia en Français