-
1 deuntje
melodiaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > deuntje
-
2 ditty
-
3 air
air [er]〈m.〉2 wind3 uiterlijk ⇒ voorkomen, houding, manieren4 wijsje ⇒ lied, melodie, deuntje♦voorbeelden:air conditionné • airconditioningêtre libre comme l'air • zo vrij zijn als een vogeltje in de luchten plein air, au grand air • in de open luchtelle a besoin de changer d'air • ze moet er even uitdonner de l'air, mettre à l'air • luchtens'élever dans l'air, les airs • opstijgenon manque d'air ici • het is hier benauwd〈 informeel〉 avec un air de dire … • met zo'n gezicht van …, zo met een gezicht van …il y a de la bagarre dans l'air • er zit ruzie in de luchtidées dans l'air • eigentijdse ideeënbâtir en l'air • luchtkastelen bouwence sont des contes en l'air • dat is uit de lucht gegrepen〈 argot〉 s'envoyer en l'air • neuken, vrijen〈 informeel〉 envoyer, flanquer, foutre en l'air • wegdoen, -gooien, -smijtenparler en l'air • in het wilde weg pratenavoir toujours un pied en l'air • altijd druk in de weer zijn, opgewonden zijnpromesses en l'air • vage beloftenregarder en l'air • omhoog kijkenêtre une tête en l'air • verstrooid, vergeetachtig zijnavoir (un) grand air • stijl hebben, er voornaam uitzienil a un drôle d'air • hij ziet er vreemd uitil a un faux air de qn. que je connais • hij lijkt een beetje op iemand die ik kenprendre de grands airs (avec qn.) • verwaand, hooghartig zijn (jegens iemand)ça en a tout l'air • het ziet er wel naar uitavoir l'air (de) • lijken, schijnen, er uitziensans avoir l'air de rien • alsof er niets aan de hand isprendre un air • een (voorname) houding aannemenprendre des airs • een hooghartige houding aannemend' un air décidé • vastbesloten4 il en a l'air et la chanson • hij, het lijkt niet alleen zo, hij, het is ook zoairs à boire • drinkliederenairs de danse • dansliederenm1) lucht2) wind3) sfeer4) voorkomen, uiterlijk5) deuntje -
4 chansonnette
-
5 scie
scie [sie]〈v.〉1 zaag♦voorbeelden:1 scie à métaux • metaal-, ijzerzaagscie à ruban • lintzaagscie alternative • heen-en-weergaande zaagscie articulée • kettingzaagscie circulaire • cirkelzaagscie mécanique • zaagmachinescie à tronçonner • kortzaag→ dent5 quelle scie! • wat een zeur!f1) zaag2) zaagvis4) gezeur5) zeur -
6 всё та же песня
ngarph.exp. altijd hetzelfde deuntje -
7 всё одно и то же
ngarph.exp. altijd hetzelfde deuntje -
8 мелодия
ngener. deuntje, muziek, voois, zangwijs, zangwijze, melodie, wijs -
9 напев
ngener. deuntje, melodie, voois -
10 песенка
ngener. deuntje, liedje, mopje -
11 air
n. lucht; wind; sfeer; gevoelsuitdrukking; van muziekspelen--------v. luchten; waaienair1[ eə]1 voorkomen ⇒ sfeer, aanzicht♦voorbeelden:have an air of gentility/loneliness • een deftige/eenzame indruk maken2 airs and graces • aanstellerij, kouwe druktegive oneself/put on airs • zich aanstellen, indruk proberen te maken1 lucht ⇒ atmosfeer, dampkring2 lucht ⇒ luchtruim, hemel♦voorbeelden:get some (fresh) air • een frisse neus halenin the open air • in (de) open luchtthe plane has just taken the air • het vliegtuig is zojuist opgestegenby air • met het vliegtuig, per luchtpost3 be/go on the air • in de ether zijn/gaan, uitzenden, uitgezonden wordenthe prime minister went on the air • de eerste minister hield een radio/tv-toespraakover the air • per radiolive on air • van de lucht leven, nauwelijks iets etentread/walk on air • in de wolken/de zevende hemel zijnrumours are in the air • het gerucht doet de rondemy plans are still (up) in the air • mijn plannen staan nog niet vasthe was left in the air • hij werd in het ongewisse gelatenshe was up in the air about it • ze was er erg opgewonden door————————air21 drogen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 bekendmaken ⇒ luchten, ventileren♦voorbeelden:3 air one's grievances/ideas • uiting geven aan zijn klachten/ideeën -
12 haunt
n. een plaats waar geesten vaak rondspoken; achtervolgen--------v. zich altijd ophouden in, regelmatig bezoeken; rondspoken in; niet loslatenhaunt1[ ho:nt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————haunt2〈 werkwoord〉1 vaak aanwezig zijn in ⇒ zich altijd ophouden in, regelmatig bezoeken3 achtervolgen ⇒ niet loslaten, (steeds) lastig vallen♦voorbeelden:2 haunted castle • spookkasteel/slot -
13 lilt
n. vrolijk wijsje; ritme, cadans--------v. wippen, huppelen; zingenlilt1[ lilt] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 geen meervoud〉zangerig accent/stemgeluid————————lilt2〈 werkwoord〉1 kwinkeleren ⇒ kwelen, zangerig spreken♦voorbeelden: -
14 that tune has been haunting me all afternoon
English-Dutch dictionary > that tune has been haunting me all afternoon
-
15 refrain
refrain [rəfrẽ]〈m.〉1 refrein♦voorbeelden:c'est toujours le même refrain • het is altijd hetzelfde liedjem1) refrein2) deuntje -
16 trotter
trotter [trottee]2 trippelen ⇒ dribbelen, draven♦voorbeelden:cette histoire trotte par la ville • dit verhaal doet de ronde door de stadfaire trotter l'imagination • de verbeelding prikkelenv1) draven2) trippelen -
17 c'est toujours la même litanie
c'est toujours la même litanieDictionnaire français-néerlandais > c'est toujours la même litanie
-
18 couplet
-
19 litanie
litanie [lietaanie]〈v.〉♦voorbeelden: -
20 mirliton
- 1
- 2
См. также в других словарях:
De Spelbrekers — De Spelbrekers … Википедия