-
1 I'm fed up with Ned's nagging
I'm fed up with Ned's nagging -
2 botheration
interj. uitdrukking van ergernis--------n. toestand van lastig vallen of lastig te worden gevallen[ boðəreesjn]♦voorbeelden:¶ botheration! • wat naar nou!, wat vervelend! -
3 bug
n. ongedierte; bacil, virus; (in computers) bug, een onvolkomenheid in een computerprogramma met grote gevolgen voor de werking van het programma; een afluister mikrofoon--------v. microfoon inplanten; verzamelen (van insekten)bug1[ bug] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————bug2〈werkwoord; bugged〉 〈 informeel〉♦voorbeelden:2 what's bugging him? • wat zit hem dwars?stop bugging me! • hou op met je gezeur! -
4 drag
n. sleep, gesleep; rem; gezanik, gezeur; (in computers) het slepen; (bij computers) voorwerpen (of tekst) op het scherm verplaatsen door de muisknop ingedrukt te houden; tegenkracht (zoals weerstand van lucht)--------v. slepen; dreggen; kruipendrag1[ dræg] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 het slepen ⇒ het trekken, het zeulen3 dreg ⇒ dregnet, dreganker6 〈 informeel〉saai gedoe/figuur ⇒ vervelend iets/iemand♦voorbeelden:6 it was such a drag • het was stierlijk vervelend/stomvervelend8 in drag • in travestie, als man/vrouw verkleed————————drag2〈 dragged〉1 dreggen♦voorbeelden:1 (mee)slepen ⇒ (voort)trekken/sleuren/zeulen♦voorbeelden:don't drag my name in • laat mijn naam erbuitenshe dragged him off to concerts • ze sleepte hem mee naar concertendrag someone into something • iemand tegen zijn zin ergens in betrekken -
5 everlasting
adj. eeuwig, oneindigeverlasting1[ evvəla:sting]I 〈eigennaam; the Everlasting〉♦voorbeelden:————————everlasting2〈bijvoeglijk naamwoord; everlastingness〉♦voorbeelden:3 your everlasting bother • je/jullie eindeloos gezeur -
6 fed up
balen v. iets, het zit hem tot hierfed up〈 informeel〉1 (het) zat ⇒ ontevreden, (het) beu♦voorbeelden:I'm fed up with Ned's nagging • Neds gezeur zit me tot hierFanny's fed up that you didn't write • Fanny is kwaad dat je niet geschreven hebt -
7 nark
n. drugspeurder, rechercheur van de drugbrigade, regeringsofficier die op de naleving van beperkingen op illegale drugs toeziet; tipgever, politiespion (Engels gebruik); vervelend iemand, lastigvallend persoon (Australisch gebruik)nark1————————nark2〈 Brits-Engels〉♦voorbeelden:1 stop narking! • hou op met dat gezeur!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 shit
interj. stront! (uitdruk van walging, i.h. Nederlands "bah!", spreektaal)--------n. poep; stront; uitwerpsel; gezeur, gezwam, domme praat--------v. poepen, drukkenshit1♦voorbeelden:1 you shit! • klootzak!1 stront ⇒ kak, poep♦voorbeelden:beat the shit out of someone • iemand een pak op zijn sodemieter gevennot give a shit • er schijt aan hebben1 gezeik ⇒ gelul, onzin2 hasj→ tough tough/IV 〈meervoud; the〉1 schijterij ⇒ ‘dunne’, diarree————————shit2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schijten op/in♦voorbeelden:————————shit3〈 tussenwerpsel〉 〈 vulgair〉 -
9 stop bugging me!
stop bugging me!hou op met je gezeur! -
10 stop narking!
stop narking!hou op met dat gezeur! -
11 whinge
-
12 your everlasting bother
je/jullie eindeloos gezeur -
13 naggingly
adv. op doordrammende wijze, door onophoudelijk gezeur -
14 no-quibble guarantee
geen-gezeur garantie
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский