-
1 frisheid
-
2 frisheid
-
3 frisheid
-
4 frisheid
n. freshness, vigor, liveliness; newness, recentness -
5 свежесть
frisheid ; koelte ; fris, vers ; koel -
6 Frische
Frische〈v.; Frische〉♦voorbeelden:mit Frische vortragen • op een frisse, levendige manier voordragendie Frische der Erzählung • de levendigheid van het verhaal4 die Frische der Luft • de friste, koelte van de lucht -
7 fraîcheur
-
8 бодрость
opgewektheid, frisheid -
9 бодрость
ngener. lichtheid, frisheid, krasheid, opgewektheid, tierigheid -
10 прохлада
ngener. frisheid, koelte, koelheid -
11 свежесть
ngener. frisheid, groenheid, fleur, koelheid, koelte, versheid -
12 chill
adj. kou--------n. kilte; koelte; kippevel--------v. kou vatten; verkouden wordenchill1[ tsjil] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————chill2→ chilly chilly/————————chill3II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 flush
adj. vloed, (plotselinge) stroom; (water)spoeling; weelderig groei; opwinding, roes; blos; flush (kaartspel); rijkelijk voorzien; doorspoelen, doortrekken (v. toilet); kleuren, blozen; onder water zetten--------n. rood aangelopen (van blozen); wegspoeling, afspoeling; verlossing; stroom water; vooruitstrevenheid; enthousiasme, opwinding; kracht--------v. blozen; rood worden; weg stromen (met water), doortrekken (toilet), snel stromend; ophitsen; (in computers) een deel van het geheugen vrijmaken, het geheugen schonen (legen)flush1[ flusj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vloed ⇒ (plotselinge) stroom, vloedgolf2 (water)spoeling ⇒ het door/om/schoonspoelen5 opwinding ⇒ uitgelatenheid, roes6 frisheid ⇒ bloei, kracht7 blos♦voorbeelden:→ royal royal/————————flush2〈bijvoeglijk naamwoord; voornamelijk predicatief〉♦voorbeelden:————————flush33 op/wegvliegen♦voorbeelden:2 flush up • kleuren, blozenflush with shame • rood worden van schaamteII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (schoon)spoelen ⇒ om/uit/doorspoelen3 doen kleuren/blozen4 opwinden ⇒ opgetogen maken, aanvuren5 doen op/wegvliegen ⇒ op/verjagen♦voorbeelden:flushed with victory • in een overwinningsroes————————flush4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 fit flush into • gelijk vallen/zijn met, één vlak vormen met -
14 maidenhead
n. maagdelijkheid; maagdenvlies[ meednhed] -
15 freshness
n. frisheid -
16 clarté
clarté [klaartee]〈v.〉1 licht ⇒ lichtschijn(sel), glans, helderheid♦voorbeelden:f1) lichtschijn(sel), glans2) helderheid [water, glas]3) duidelijkheid, helderheid -
17 fleur
fleur [flur]1 geurII 〈v.〉2 bloeitijd ⇒ frisheid, schoonheid4 lof ⇒ loftuiting, complimentje♦voorbeelden:fleurs coupées • snijbloemenen fleur • in bloeitout en fleurs • in volle bloeiil est très fleur bleue • hij is erg sentimenteelfaire une fleur à qn. • iemand een plezier doenà fleur de • bijna aan de oppervlakte vanà fleur d'eau • aan de wateroppervlakteavoir les yeux à fleur de tête • uitpuilende ogen hebbenavoir les nerfs à fleur de peau • zeer prikkelbaar zijncomme une fleur • met gemak1. m 2. f1) bloem2) bloeitijd3) (het) beste, keur4) complimentje3. fleursf plkaam, schimmel -
18 rajeunir
rajeunir [raazĵunnier]2 z'n luister, kracht, frisheid herkrijgenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 jonger maken ⇒ verjongen, er jonger doen uitzien3 vernieuwen ⇒ aanpassen aan z'n tijd, verfrissen, moderniserenv2) verjongen3) vernieuwen -
19 vivacité
vivacité [vievaasietee]〈v.〉2 heftigheid ⇒ driftigheid, onstuimigheid3 frisheid ⇒ gloed, hevigheid♦voorbeelden:f1) levendigheid2) heftigheid, felheid -
20 décatir
décatir [deekaatier]1 verleppen ⇒ aftakelen, z'n frisheid verliezen, oud worden
Страницы
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Claudia de Breij — (* 13. März 1975 in Utrecht) ist eine niederländische Kabarettistin und Rundfunkjournalistin. Claudia de Breij Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia