-
1 dronken
♦voorbeelden:1 met zijn dronken kopzich dronken drinken • s'enivrerde wijn maakt hem dronken • le vin l'enivredronken van vreugde • ivre de joie -
2 ver heen zijn
ver heen zijnêtre à un stade avancé (de démence, d'alcoolisme, etc.)————————ver heen zijn〈 dronken〉 être bien parti; 〈m.b.t. bewustzijn〉 être à peine conscient; 〈 zeer ziek〉 être au plus mal -
3 in de lorum zijn
in de lorum zijn -
4 in de lorum zijn
in de lorum zijn〈 in de war〉 be confused; 〈 dronken〉 be sloshed/plastered; 〈 in moeilijke omstandigheden〉 be in a tight spotVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in de lorum zijn
-
5 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily -
6 zitten
1 [algemeen] être2 [+ onbepaalde wijs][bezig zijn met] être en train de3 [m.b.t. kleding] aller4 [+ op][lid zijn van, beoefenen] faire (de qc.)5 [gevangen gehouden worden] faire de la taule♦voorbeelden:het blijft niet zitten • cela ne tient paser eens voor gaan zitten • 〈 ergens werk van maken〉 s'y mettre; 〈 de tijd nemen〉 prendre son temps (pour)hoe zit dat in elkaar? • 〈 juiste toedracht〉 qu'est-ce qu'il en est exactement?; 〈m.b.t. mechanisme〉 comment est-ce que cela fonctionne?daar zit 'm de moeilijkheid • voilà le hicergens heel aardig zitten • être très bien qp.〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • il y a qc. là-dessoushet zit er (dik) in • il y a (bien) des chanceshet zit er dik in dat … • il y a gros à parier que …er zit niets anders op dan … • il n'y a rien d'autre à faire que de … 〈+ onbepaalde wijs〉dat zit wel goed • pas de problèmeshet zit los • cela ne tient paszit stil! • ne bouge pas!hij zit altijd thuis • il ne sort jamais de chez luiwaar zit hij toch? • où peut-il bien être?aan het raam zitten • être à la fenêtreaan tafel zitten • être à tableaan de koffie zitten • être en train de prendre le café〈 figuurlijk〉 ik zit al een uur boven mijn opstel • cela fait déjà une heure que je travaille à ma rédactionin het bestuur zitten • être membre du comitéin het derde jaar zitten • être en troisième annéenog in de kleine kinderen zitten • avoir encore des enfants en bas âgehet zit in de familie • c'est dans la familleonder de verf zitten • être couvert de peintureop een kantoor zitten • travailler dans un bureauop school zitten • aller à l'écoleer zit een vlek op je jurk • il y a une tache sur ta robe〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier! • j'en ai jusque-là!zit! • assis!die stoel zit lekker • cette chaise est confortablehet zit eraan te komen • ça vientwegens diefstal zitten • être en prison pour volwij zijn (hier) blijven zitten • nous sommes restés iciergens mee blijven zitten • ne pas arriver à se débarrasser de qc.op school blijven zitten • redoubler une classe〈 figuurlijk〉 laat maar zitten • 〈doe niets; ook m.b.t. gesprek〉 laisse(z) tomber; 〈m.b.t. wisselgeld〉 garde(z) la monnaiehij heeft zijn vrouw laten zitten • il a abandonné sa femme〈 figuurlijk〉 het er niet bij laten zitten • 〈 er werk van maken〉 s'occuper de qc.; 〈 iemand belonen〉 exprimer sa gratitudeiets niet op zich laten zitten • ne pas accepter qc.die zit! • 〈 rake opmerking〉 c'est bien envoyé!daar zit het hem niet in • ce n'est pas çadaar zit wat in • il y a du vrai là-dedans〈 figuurlijk〉 en als dat gebeurt, dan zit je • et si cela arrive, te voilà dans le pétrinerdoorheen zitten • n'en plus pouvoirhet zit erop • voilà une bonne chose de faite!de vakantie zit erop • les vacances sont terminéesdat zal hem niet glad zitten • il le payera cherdat idee zit mij niet lekker • cette idée ne me plaît pashet zit dat meisje niet mee • cette fille n'a pas de chancewaar zit het hem in? • à quoi cela tient-il?aan iets zitten • toucher à qc.achter iemand, iets aan zitten • courir après qn., qc.hoe zit het dan met …? • qu'en est-il de …?〈 figuurlijk〉 met iets zitten • ne pas savoir que faire de qc.met een probleem zitten • avoir un problème -
7 hem hebben zitten
hem hebben zitten -
8 hem hebben zitten
hem hebben zittenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hem hebben zitten
-
9 kop
1 [deel van het dierlijk lichaam] head7 [afbeelding; iets met de gedaante van een kop] head8 [persoon] head9 [audio, video] head♦voorbeelden:kop dicht! • shut up!〈 figuurlijk〉 een houten kop hebben • have a hangover, have a thick headeen kale kop • a bald headzij is een kop kleiner dan hij • she's a head shorter than he iseen mooie kop met haar • a beautiful head of haireen rooie kop krijgen • go red, flushhou je kop! • shut up!, shut your trap!hij had zichzelf wel voor zijn kop kunnen slaan • he could have kicked himselfkop op! • chin/cheer up!〈 figuurlijk〉 op zijn kop krijgen • get a good scolding/telling-offje krijgt het niet al ga je op je kop staan • you're not going to get it no matter what you dozich voor de kop schieten • blow one's brains outzij kreeg een kop als vuur • she turned as red as a beetrootdat is een knappe kop • he is a smart fellowmet een kwaaie kop weglopen • leave in a huffiemand aan zijn kop zeuren • nag someonehij heeft het nu eenmaal in zijn kop • he has taken it into his headde kop van Overijssel • the north of Overijsselde kop van een spijker/hamer • the head of a nail/hammerde kop van een stoet/het peloton • the head of a procession/the platoon〈 sport〉 de kop nemen • take the lead, go into the leadop zijn kop staan • be topsy-turvy/upside downover de kop gaan/slaan • overturn, somersault〈 figuurlijk〉 over de kop gaan • go broke, foldeen kop en schotel • a cup and saucer6 grote/vette koppen • big/bold headlinesde koppen tellen • count headseen gerucht de kop indrukken • 〈 ook〉 squash/scotch a rumourde kop opsteken • surface, crop upde griep steekt weer de kop op • the flu is rearing its (ugly) head againiets op de kop (weten te) tikken • (manage to) pick something up, (manage to) get hold of something/come by somethinghet is vijf uur op de kop af • it is exactly five o'clock -
10 kind
♦voorbeelden:een kind van zijn tijd zijn • être de son tempseen buitenechtelijk kind • un enfant illégitimeeen echt kind • un enfant légitimenog een groot kind zijn • être un grand enfantdat kan een klein kind • c'est un jeu d'enfanteen ondergeschoven kind • un enfant substituédat kan een kind begrijpen • c'est simple comme bonjourzij is nog zo'n kind • elle est encore si enfanteen kind krijgen • avoir un enfant〈 schertsend〉 ik mag een kind krijgen als het niet waar is • je veux bien être pendu si ce n'est pas la véritéhet kind bij zijn naam noemen • appeler un chat un chateen kind verwachten • attendre un enfanthet kind met het badwater weggooien • jeter le bébé avec l'eau du bainergens (als) kind aan huis zijn • être qp. comme chez soivan kind af aan • dès l'enfancegeen kind aan iemand hebben • ne pas être gêné par qn.als kind • lorsque j'étais enfantzo onschuldig als een (pasgeboren) kind • innocent comme l'enfant qui vient de naître〈 spreekwoord〉 kinderen en dronken mensen zeggen de waarheid • la vérité sort de la bouche des enfantsach kind, schei toch uit! • voyons mon petit, je t'en prie! -
11 ver
3 [zich uitstrekkend over een grote afstand] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 long/longue♦voorbeelden:een sprong van een meter ver • un saut d'un mètrein de verre toekomst • dans un lointain avenireen ver vooruitzicht • une perspective lointaineeen verre voorvader • un lointain ancêtrever gevorderd zijn • avoir bien progresséje hebt te ver gegooid • tu as jeté la balle, la pierre (etc.) trop loindat is ver gezocht • c'est tiré par les cheveuxde nacht is ver gevorderd • il est déjà bien tardver komen • aller loinver met iets komen • bien avancer qc.met die vijftig gulden zul je niet ver komen • tu n'iras pas loin, avec ces cinquante florinsver vooruitzien • voir loinnog (altijd) even ver zijn • ne pas être plus avancé (qu'auparavant)de vrede is nog ver te zoeken • la paix n'est pas pour demainde vanillesmaak is in deze pudding ver te zoeken • il faut de la bonne volonté pour trouver à ce flan un goût de vanillehoe ver is het nog? • c'est encore loin?hoe ver bent u? • où en êtes-vous?u gaat te ver! • vous allez trop loin!dat gaat te ver! • c'est trop fort!ver weg • loinzo ver loop ik niet • je ne vais pas faire tout ce trajet à piedzo ver reikt mijn macht niet • mon pouvoir ne s'étend pas jusque-làzo ver zijn we nog niet • on n'en est pas encore làhij is ver boven de vijftig • il a largement dépassé la cinquantainever na middernacht • bien après minuittot ver in de nacht • jusqu'à une heure avancée de la nuitver uit, van elkaar liggen • être éloignésvan ver komen • venir de loinver van de weg af liggen, staan • être loin de la routehet is ver van het station naar de stad • il y a loin de la gare à la ville2 iemand ver overtreffen • être très supérieur à qn.ver heen zijn • 〈 dronken〉 être bien parti; 〈m.b.t. bewustzijn〉 être à peine conscient; 〈 zeer ziek〉 être au plus malver in de minderheid blijven • être nettement minoritairever onder het gemiddelde • bien au-dessous de la moyennedat het zo ver met iemand kan komen! • que l'on puisse tomber si bas! -
12 laatst
1 [in tijd/reeks] last4 [van twee] latter♦voorbeelden:de laatste zijn om iets te doen • be the last to do somethingdat zou het laatste zijn wat ik zou doen • that is the last thing I would do2 zijn laatste boek • his latest/last bookin de laatste jaren • in the last few years, in recent yearsde laatste tijd • recently, lately3 voor de laatste keer optreden • make one's last/final appearance4 in de laatste helft van juli • in the latter/second half of JulyII 〈 bijwoord〉2 [in tijd/reeks] last♦voorbeelden:laatst op een keer/middag • the other day/afternoonmorgen op zijn laatst • tomorrow at the latestop het laatst waren ze allemaal dronken • they all ended up drunkvoor het laatst • for the last timeze is hier voor het laatst • today is her last day (here)toen zag hij haar voor het laatst • that was the last (time) he saw herhij kwam weer het laatst • he was the last to arrive as usualhet laatst dat ik hem zag was in augustus • the last time I saw him was in August, I saw him last in August→ link=lachen lachen -
13 slingeren
1 [zwaaien] osciller2 [zigzaggen] zigzaguer3 [zwaaiende beweging maken] balancer4 [ordeloos neergelegd zijn] traîner5 [kronkelen] serpenter♦voorbeelden:met de fiets slingeren • zigzaguer en vélode auto slingerde over de straat • la voiture zigzaguait dans la ruehij slingert als iemand die dronken is • il titube comme un ivrogneII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [met een zwaai werpen] lancer2 [zwaaiende beweging doen maken] agiter3 [winden om] enrouler4 [met een slinger voortbewegen] lancer avec une fronde♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 tussen vrees en hoop heen en weer geslingerd worden • osciller entre la crainte et l'espoirIII 〈wederkerend werkwoord; zich slingeren〉1 [kronkelen] serpenter2 [+ om][zich om een voorwerp kronkelen] s'enrouler (autour de)♦voorbeelden: -
14 nuchter
2 [niet dronken] sober♦voorbeelden:1 voor je ter communie gaat, moet je één uur nuchter zijn • before you go to communion, you must have been fasting for an hour3 de nuchtere waarheid • the plain/simple truthII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉1 [verstandig] sober(-minded), sensible ⇒ level-headed2 [onopgesmukt] cold, harsh♦voorbeelden:1 een nuchter mens • a sensible/level-headed personmet zijn nuchtere verstand • soberly -
15 dubbel
dubbel1〈 het〉♦voorbeelden:————————dubbel21 [algemeen] double♦voorbeelden:een dubbele betrekking • une double activitédubbel bier • bière forteeen dubbel(e) boord • un col de chemiseeen dubbele boterham • un sandwich (de pain de mie)een dubbele deur • 〈 twee vleugels〉 une porte à deux battants; 〈 twee achter elkaar〉 une double portedubbele exemplaren • exemplaires en doubleeen weg met dubbel spoor • une ligne à double voieeen deken dubbel leggen • mettre une couverture en doublehij ligt dubbel (van het lachen) • il se tord (de rire)het dubbele van de prijs • le double du prix→ link=bodem bodemII 〈 bijwoord〉1 [in tweeën, twee keer] (en) double2 [tweemaal] deux fois3 [in tweemaal zo hoge mate] deux fois plus♦voorbeelden:dubbel parkeren • stationner en double filedubbel en dwars • largementhij heeft zijn aandeel al dubbel en dwars gekregen • il a déjà reçu plus que sa part -
16 lorum
-
17 zat
1 [dronken] bourré♦voorbeelden:zich aan iets zat eten • s'en mettre plein la lampe't zat zijn • en avoir ras le bolII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:je hebt nog tijd zat • tu as un temps fou devant toiik heb werk zat • j'ai du travail par-dessus la têtehij was rijk zat • il était plein aux asdat is zat voldoende • c'est plus qu'il n'en faut -
18 bezopen
〈 informeel〉♦voorbeelden:1 bezopen zijn/raken • be/get sloshed/plasteredII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉1 [onzinnig] cracked♦voorbeelden:ben je nou helemaal bezopen • have you gone completely off your rocker? -
19 lorum
〈 informeel〉♦voorbeelden:¶ in de lorum zijn • 〈 in de war〉 be confused; 〈 dronken〉 be sloshed/plastered; 〈 in moeilijke omstandigheden〉 be in a tight spot -
20 zat
2 [moe, beu] fed up3 [verzadigd] full (up)♦voorbeelden:oud en der dagen zat • old and weary of life♦voorbeelden:1 zij hebben geld zat • they have plenty/oodles of moneytijd zat • time to spare/plenty of time
См. также в других словарях:
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wasser — 1. Alle kleinen Wasser laufen in die grossen. – Simrock, 11227; Körte, 6528; Braun, I, 4928. »Die kleinen Wasser allgemein laufen in die grossen hinein.« Die Russen: Das Wasser, was die Ladoga der Newa gibt, gibt die Newa dem Finnischen Meerbusen … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wort — 1. A guids Woat pfint a guids Oat. (Steiermark.) – Firmenich, II, 767, 73. 2. A güt Wort bringt a güte Äntver (Antwort). (Warschau. Jüd. deutsch.) Freundliches Entgegenkommen gewinnt die Herzen. 3. Allen Worten ist nicht zu glauben. – Henisch,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
List of Jacques Brel cover versions — The following artists all have covered songs of Jacques Brel. Songs written by Brel but not recorded by Brel himself are shown in bold. NOTOC 0 93 J s:* Liefde van later (Single, 2007)4 Walls:* Ces gens là (Van de CD Which side are you on , 2004) … Wikipedia
Karel Lotsy — Karel Lotsij Karel Johannes Julianus Lotsy (* 3. März 1893 in Baltimore, Maryland (USA); † 29. August 1959 in Koog aan de Zaan; eigentlich Karel Lotsij) war ein niederländischer Fußball und Sportfunktionär. Von 1942 bis 1953 war er Vorsitzender… … Deutsch Wikipedia
Weib — (s. ⇨ Frau). 1. A jüng Weib is wie a schön Vögele, was män muss halten in Steigele (Vogelbauer). (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. A schämedig (schamhaftes) Weib is güt zü schlugen. (Warschau.) – Blass, 11. Weil es, um keinen Scandal zu machen, den… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Boden — 1. Der Boden ist nass, eh der Blinde verstopft das Fass. 2. Der Boden trägt gut, wenn der Herr selber das Beste thut. Dän.: Den jord bliver frugtbar hvor huusbonden selv viiser hvad der skal giøres. (Prov. dan., 327.) 3. Die auf einem Boden in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Freude — 1. All zeitlich Frewd ist vermischt mit Bitterkeit. – Petri, II, 8. Dän.: All verdslig glæde er kun som i kaalde sygen, en god dag imellem to onde. (Prov. dan., 241.) 2. Alle Freude steckt in der Weinkarte. – Simrock, 11421. Schwerlich hat ein… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Glas — 1. Das erste Glas beisst wie der Tod, das zweite schmeckt zu Brot; wenn s dritte fehlt, ist grosse Noth. Um zu bezeichnen, wie sich das Laster des Trunkes nur allmählich des Menschen bemächtigt. Die Ruthenen haben dafür das folgende Sprichwort:… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leben (Verb.) — 1. Allens, wat liewet, dat liewet gêrn. (Waldeck.) Holl.: Al, wat leven heeft ontvangen, gaat op losse en looze gangen. (Harrebomée, II, 19.) 2. Anders lebt man bei uns, anders zu Rom. 3. Aso lang man lebt, thur (darf) män nit reden; as män… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon