-
1 dose
n. dose (van medicijn), portie--------v. doserendose1[ doos] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 a dose of bad luck • enige/f wat tegenslag————————dose2〈 werkwoord〉 -
2 drug
n. drug; geneesmiddel--------v. bedwelmen, drogeren, verdovendrug1[ drug] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 drug ⇒ verdovend/stimulerend middel♦voorbeelden:————————drug2〈werkwoord; drugged〉1 medicijn(en) e.d. toedienen ⇒ bedwelmen, drogeren, verdoven♦voorbeelden: -
3 medication
n. medicijn; behandeling met medicijnen[ meddikkeesjn] -
4 phial
-
5 physic
n. geneesmiddel tegen diarrhee; ontlastingsmiddel--------v. medicijn toedienen; een purgeermiddel geven[ fizzik] 〈 verouderd, behalve schertsend〉♦voorbeelden: -
6 alternative remedy
Alternatief medicijn (in plaats van een ander medicijn) -
7 catholicon
n. medicijn tegen alle ziektes, universeel medicijn -
8 chemotherapeutics
n. chemotherapisch medicijn (een medicijn met chemische stoffen) -
9 hematic
adj. Van bloed; werkt op het bloed (betreffende medicijn)--------n. Medicijn dat invloed heeft op het bloed -
10 prescribable
adj. (medicijn)Kan recept voor gekregen worden (van arts); (medicijn)wettelijk -
11 administer a medicine to someone
-
12 administer
v. beheren; toedienen; geven (geneesmiddel)[ ədminnistə]3 toedienen ⇒ uitreiken, verlenen♦voorbeelden:1 administer an estate • een nalatenschap/bezit beherenadminister a punishment to someone • iemand een straf opleggen〈 rooms-katholiek〉 administer the last sacraments to someone • iemand de laatste sacramenten toedienen -
13 botanical
-
14 codeine
n. codeine (pijnstillend medicijn en hoest kalmerend)[ koodie:n] 〈 medicijnen, geneeskunde〉1 codeïne -
15 corrective
-
16 dangerous
adj. gevaarlijk[ deendzjrəs]♦voorbeelden:1 dangerous drug • gevaarlijk 〈 in het bijzonder verslavend〉 medicijn, (verslavend) verdovend middel -
17 draught
-
18 drop
n. druppel; snoepje; val--------v. vallen; laten vallen; naar beneden halen; naar beneden komen; springen (met parachuut); laten verdwijnendrop1[ drop]2 zuurtje4 dropping ⇒ het afwerpen per parachute/uit vliegtuig♦voorbeelden:drop by drop, by/in drops • druppel voor druppelat the drop of a hat • meteen, bij de minste aanleidingII 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————drop2〈 dropped〉3 ophouden ⇒ verlopen, uitvallen4 dalen ⇒ afnemen, zakken♦voorbeelden:〈 slang〉 drop dead! • val dood!drop away • geleidelijk afnemen, teruglopen¶ drop back/behind • achterblijven, achtergelaten wordendrop behind • achter raken bijII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 laten vallen ⇒ laten zakken, neerlaten3 laten varen ⇒ laten schieten, opgeven4 laten dalen ⇒ verminderen, verlagen7 afleveren ⇒ afgeven, afzetten♦voorbeelden:she dropped her eyes • zij sloeg haar ogen neer〈 informeel〉 drop it! • schei uit!, hou ermee op!drop me a line • schrijf me even een paar regeltjes→ drop off drop off/ -
19 knock out
vloeren, knock-out slaan; met stomheid slaan; (ergens) uitslaan; verdoven; (i.h.b. sport) uitschakelen; rammelen (op muziekinstrument)knock out♦voorbeelden: -
20 make up
n. zich opmaken; zich verzoenen; opmaken; bijleggen, verzoenen; vergoeden; verzinnen; vormen, samenstellen; maken, bereiden; opmaken (bed); aanleggen (vuur); asfalteren; karakter, aard; opbouw--------v. construeren; constitueren; uitvinden, samenstellen; vergeven en vergeten; leveren wat ontbreekt; van cosmetica gebruik laten maken; compenseren voor iemand gemist heeft (zoals in: " Ik heb het examen gemist, kan ik het inhalen?")make up♦voorbeelden:¶ make up for • weer goed maken, vergoedenthis will make up into two pairs of trousers • hier kan men twee broeken uit makenmake up to someone • bij iemand in de gunst zien te komenmake up to someone for something • iemand iets vergoeden; iets goedmaken met/bij iemandhow can we ever make up to them for this? • hoe kunnen we hen dit ooit doen vergeten?II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 volledig/voltallig maken ⇒ aanvullen4 vergoeden ⇒ goedmaken; teruggeven, terugbetalen8 maken ⇒ opstellen, klaarmaken 〈 medicijn〉, bereiden; maken tot (pakje); (kleren) maken (van), naaien♦voorbeelden:make up a four at a game of scrabble • de vierde man zijn in een spelletje scrabble®make up a loss • een verlies goedmakenmake up the money you owe him • geef hem het geld terug dat je hem schuldig bent7 forty men and thirty-seven women made up the whole tribe • veertig mannen en zevenendertig vrouwen vormden de hele stamthe group was made up of four musicians • de groep bestond uit vier muzikantenmother made us up a sandwich lunch • moeder maakte voor ons een lunchpakket klaarmake up a shirt • een overhemd maken/naaienhe made his old books up into two small parcels • hij maakte van zijn oude boeken twee kleine pakjes
См. также в других словарях:
medicijn — dresi … Woordenlijst Sranan
medicijn tegen wormen — worondresi … Woordenlijst Sranan
plantaardige medicijn — oso dresi … Woordenlijst Sranan
Leid (Subst.) — 1. Alleyn leyd ist on neid. – Franck, I, 107a; Gruter, I, 3. 2. Auf Leid folgt Freud. – Eiselein, 418; Schlechta, 452; Braun, I, 2218. Mhd.: Einem leide volget dicke liep. (Krone.) – Man seit, daz man von leide niht verderbe. (Von Turne.)… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Marco van Hoogdalem — Spielerinformationen Geburtstag 23. Mai 1972 Geburtsort … Deutsch Wikipedia
Noel McCullagh — (born 1975)[1] is a journalist and historian living in the Netherlands.[2][3][4] McCullagh began his career in 2000 as a newsreader with OOG (Omroep organisatie Groningen in the Netherlands.[5] In 2006, he was appointed coord … Wikipedia
Medizin — Sf std. (15. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. (ars) medicīna, zu l. medicus m. Arzt , zu l. medērī heilen, helfen , das mit l. metīrī messen verwandt ist. Adjektiv: medizinisch; Täterbezeichnung: Mediziner. Ebenso nndl. medicijn, ne. medicine … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Arznei — 1. Arznei führt nicht über das Lebensziel; sie dient dem, der s erreichen will. 2. Arznei gehört für die Kranken. – Eiselein, 42. 3. Arznei hilft nicht für allen Schaden. – Grimm, I, 576. 4. Arznei hilft, wenn Gott will, wo nicht, so ist s des… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Begraben — 1. Der wär besser wol begraben, der ein untrüw Wib muoss haben. – Eiselein, 63. 2. Wer weiss, wer den andern begräbt. – Simrock, 887; Eiselein, 63. *3. Damit mag er sich begraben lassen. – Würzbach II, 25. Er mag seine Ansprüche, Forderungen,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Brot — 1. Abgeschnitten Brot hat keinen Herrn. Frz.: Pain coupé n a point de maître. 2. Alles Brot ist dem gesund, der hungert. 3. Alt Braut un drüge Holt helpen hushalten. (Westf.) 4. Alt Brot, alt Mehl, alt Holz und alter Wein sind Kleister. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gesunde (der) — 1. Dem Gesunden fehlt viel, dem Kranken nur etwas. Dän.: Dem friske fattes alle ting, den syge kun det eene. (Prov. dan., 158.) 2. Dem Gesunden ist alles (nämlich Gesunde) gesund. Dän.: For de sunde er alting sund. (Prov. dan., 538.) Holl.: Den… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon